Kampen in Nederland

 

  • 1 Werkkampen in Nederland
  • 2 Concentratiekampen in Nederland

Werkkampen in Nederland

Minstens vijftig hebben er bestaan, de meesten gelegen in Noord- en Oost-Nederland, tussen hei en bos. Waarom zijn ze zo snel in de vergetelheid geraakt?  ,,Stel je een nieuwbouwwijk voor, in aanbouw. Daar staat dan zo’n tijdelijke schaftkeet. Denk jij dat zoiets lang in het geheugen van de bewoners blijft hangen? Nee. Zo is het ook met die kampen. Ze waren semipermanent, de Joodse mannen hebben er nog geen jaar gezeten.’’

 

Binnen een maand werden werkkampen lees houten barakken opgeleverd. Het gros van de kampen is gebouwd in een taps toelopende V-vorm met twee rijen barakken. Aan de uiteinden van de V had je de kantine en aan de andere zijde van de ingang stond de beheerderswoning met gaarkeuken. De toiletgroep, de poepdoos, vond je vaak aan de overkant waar de barakken bij elkaar kwamen.  De kampen zijn vaak gebouwd voor een honderdtal personen.

 

Nederlandsche Heidemaatschappij, 1929-1954

De Nederlandsche Heidemaatschappij werd in 1888 opgericht als vereniging ter bevordering van de ontginning en cultivering van arme gronden in Nederland. In de twintigste eeuw groeide de vereniging uit tot een ingenieursonderneming en werd de organisatie als uitvoerder van grootschalige werkverschaffingsprojecten actief, ook gedurende de Tweede Wereldoorlog en Wederopbouw.

De kampen deden in de beginjaren van de oorlog nog dienst als tijdelijk onderkomen voor werklozen. Joden en niet-Joden zaten er gewoon door elkaar. Gedurende de bezetting raken steeds meer joodse Nederlanders werkloos, als gevolg van de Duitse repressie. De Duitsers kwamen hier met de bedoeling om Nederland judenrein te maken’’ Maar van vernietiging was in 1940 nog geen sprake. Dat kwam later.  In Nederland had de hoogste nazibaas Arthur Seyss-Inquart op 10 oktober 1941 al verordonneerd dat er aparte kampen moesten komen voor werkloze Joden. Dat hiervoor al een complete infrastructuur door de Nederlandse staat was aangelegd, kwam mooi van pas.

Door de strenge winter van 1941-1942 kwamen de onverwarmde kampen leeg te staan. Al vroeg in het nieuwe jaar moesten de Amsterdamse Joodse mannen zich melden voor een keuring bij de hoofdstedelijke arbeidsbureaus. De Duitsers zetten de Joodse Raad onder druk om 1400 mannen tussen de 18 en 45 jaar te leveren. Hoewel de raad niet openlijk meewerkte, riepen de voormannen Asscher en Cohen op om toch maar gehoor te geven aan de maatregel. Via de hoofdstedelijke arbeidsbureaus verzamelden zich op 10 januari uiteindelijk de eerste negenhonderd mannen op het Centraal Station. Bij lange na niet het quotum van 1400, maar toch een aanzienlijke groep. Het was in de tijd vrij normaal om als werkloze verplicht arbeid te verrichten. Dat gebeurde al eeuwen zo. Wie van de bedeling leefde, moest arbeid verrichten. Die mensen hadden begin 1942 nog echt niet het idee dat ze doodgingen als ze naar het oosten vertrokken. Die angst kwam later dat jaar pas, toen ze hoorden dat huizen van vertrokken Joodse families werden leeggehaald.

Na de eerste lichting uit Amsterdam zouden in de maanden daarna nog vele duizenden Joodse mannen uit de grotere steden naar de kampen afreizen. Hen wachtte zware arbeid, iets wat de meesten volstrekt niet gewend waren. Er zaten immers werkloze artsen, advocaten, ambtenaren en onderwijzers tussen. Toch was de sfeer in de kampen aanvankelijk niet slecht. Tot juli 1942 was er niet eens bewaking. De mannen mochten sporten, zwemmen, brieven schrijven.  Desondanks waren de werkdagen lang en loodzwaar. Om halfzes ging de wekker al, waarna de mannen al marcherend richting de arbeid gingen terwijl ze kampliederen zongen. Een werkdag duurde van zeven uur tot iets voor zessen, waarna het terugmarcheren begon. Na het avondmaal van zeven uur was er korte tijd voor ontspanning. Die britsen waren allesbehalve comfortabel. De mannen sliepen op stro. Verwarming was er niet.

De sfeer sloeg in juli 1942 plotsklaps om, nadat de kampcommandanten in het Ommense kamp Erica door de Duitsers waren bijgespijkerd in hoe met Joden om te gaan. Ineens was er een ochtend appèl, werd de post gecensureerd en kwamen er strafmaatregelen.

Zo’n vijfentwintig werkverschaffingskampen werden in januari 1942 op last van de Duitse bezetter ingericht als speciale ‘joodse werkkampen’, een gevolg van de discriminerende maatregelen die sinds 1940 stapsgewijs werden doorgevoerd in de bezette samenleving. Tot oktober 1942 werden joodse mannen, oorspronkelijk in meerderheid werklozen, daar tewerkgesteld. De Joodse Raad van Amsterdam werd door de bezetter verantwoordelijk gemaakt voor de oproep van joodse mannen voor tewerkstelling. In de nacht van 2 op 3 oktober werden de joodse tewerkgestelden uit de kampen opgehaald en naar Kamp Westerbork gebracht. Hetzelfde gebeurde met hun achtergebleven familieleden.

Na het vertrek van de Joodse mannen deden de werkkampen in latere oorlogsjaren dienst als opvanglocatie voor burgers uit de kuststreek

De periode 1930-1955 was voor de Nederlandsche Heidemaatschappij een bewogen tijd. Als uitvoerend lichaam van de werkverschaffing, later werkverruiming, speelde de onderneming een grote rol tijdens de economische crisis van de jaren dertig.

Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en tijdens de Duitse bezetting van Nederland bleef de Nederlandsche Heidemaatschappij betrokken bij de werkverruiming, steeds nadrukkelijker onder Duits toezicht. Na de bevrijding droeg de organisatie bij aan de wederopbouw van Nederland.

Nederland heeft aan het begin van de twintigste eeuw honderden kleine en grote werkverschaffingsprojecten gekend. Sinds de Eerste Wereldoorlog was de Nederlandsche Heidemaatschappij hier als uitvoerder bij betrokken. Tijdens de economische crisis van de jaren 1930 bereikte de werkverschaffing een hoogtepunt. Vanaf 1945 tot 1954 gebeurde dit in het kader van de Dienst Uitvoering Werken (DUW).

 

Joodse Werkkampen in Nederland:

  • Kamp Arriën bij Ommen
  • Kamp Erika bij Ommen
  • Kamp Balderhaar bij Kloosterhaar
  • Kamp Beugelen bij Staphorst
  • Kamp Bruinhorst bij Ederveen
  • Kamp Conrad bij Rouveen
  • Kamp De Beetse bij Jipsinghuizen
  • Kamp De Bruine Enk bij Nunspeet
  • Kamp De Fledders bij Norg
  • Kamp De Landweer bij Elsloo
  • Kamp De Vanenburg
  • Kamp De Vecht Dalfsen  Op 8 april 1942 werden in kamp De Vecht 192 joden uit Amsterdam ondergebracht. Kamp De Vecht werd op 3 oktober 1942 ontruimd en de Joodse mannen werden met de trein naar Westerbork gebracht om vandaar naar de vernietigingskampen in Oost-Europa te worden gestuurd.
  • Kamp De Wite Peal (De Witte Paal)
  • Kamp De Wittebrink
  • Kamp De Zomp bij Ruurlo
  • Kamp Diever A bij Oude Willem
  • Kamp Diever B
  • Kamp Echten
  • Kamp Geesbrug
  • Kamp Gijsselte
  • Kamp De Beetse bij Sellingerbeetse
  • Kamp Echten
  • Kamp Norg
  • Kamp Nieuweroord
  • Kamp Kremboong
  • Kmp Linde
  • Kamp Mantinge
  • Kamp Orvelte
  • Kamp Stuifzand
  • Kamp Hijkersmilde.
  • Kamp Hessum Vilsteren 1942
  • Kamp Het Wijde Gat
  • Kamp It Petgat bij Blesdijke
  • Kamp Kloosterhaar
  • Kamp Kremboong bij Tiendeveen
  • Kamp Lievelde
  • Kamp Linde
  • Kamp Mantinge
  • Kamp Molengoot bij Collendoorn
  • Kamp Oranje bij Fochteloo
  • Kamp Oranjekanaal bij Oranje
  • Kamp Orvelte bij Orvelte
  • Kamp Overbroek bij Kesteren
  • Kamp Palästina
  • Kamp Ruinen
  • Kamp Schaarshoek
  • Kamp 't Schut bij Ede
  • Kamp Stuifzand
  • Kamp Twilhaar bij Nijverdal
  • Kamp Vledder bij Vledder
  • Kamp Ybenheer bij Fochteloo

 

Andere kampen:

  • Kamp  I Vossenbosch bij Wierden
  • Kamp II gelegen ten westen bij Wierden

 

 

Concentratiekampen in Nederland

In Nederland bestonden tijdens Tweede Wereldoorlog vijf concentratiekampen. In Ommen, Amersfoort, Schoorl, Vught en de bekendste in Westerbork.

 

Joden, homoseksuelen, zigeuners, gehandicapten, krijgsgevangenen, verzetsstrijders en andersdenkenden (bv. Jehova’s, communisten) werden ongeacht hun leeftijd opgepakt en opgesloten. Door slecht en weinig eten, mishandelingen en zware dwangarbeid vielen er veel doden. Wie het overleefde werd op transport gezet naar het oosten om in de meeste gevallen nooit meer terug te keren.

Niet alle concentratiekampen van Nazi-Duitsland waren hetzelfde. Er waren kampen voor politieke gevangenen, werkkampen, doorvoerkampen en vernietigingskampen. Op 20 januari 1942 maakten de nazi’s tijdens een conferentie in Wannsee de maatregelen bekend die moesten leiden tot de Endlösung (uiteindelijke oplossing van het ‘Jodenvraagstuk’). Dit hield in de praktijk in: de vernietiging van het Europese Jodendom. De Vernichtungslager (vernietigingskampen) Auschwitz-Birkenau, Treblinka, Sobibor, Chelmno, Majdanek en Belzec werden speciaal voor dit doel gebouwd.

 

Hieronder beknopte informatie over de Nederlandse concentratiekampen.

 

  • Kamp Westerbork

Interneringskamp Westerbork. Kamp Westerbork was door de Nederlandse overheid opgezet als vluchtelingenkamp om de vele vluchtelingen uit Nazi-Duitsland op te vangen. Oktober 1939 werd het in gebruik genomen. Het kamp was nog in aanbouw en de vluchtelingen werden geacht mee te helpen met de bouw. Toen de Duitsers op 10 mei 1940 Nederland binnenvielen bevonden zich ongeveer 700 vluchtelingen in het kamp. Na een korte evacuatie naar Leeuwarden moesten de vluchtelingen na de capitulatie terug. Vluchtelingen elders werden ook naar Westerbork gebracht. Het net werd steeds strakker aangehaald. De regels werden strenger en Westerbork werd meer en meer een concentratiekamp.

In juli 1942 werd kamp Westerbork officieel een Durchgangslager (transportkamp). In Westerbork werden naar schatting 102.000 mensen op transport gezet naar de vernietigingskampen in Polen of de werkkampen in Duitsland. Van hen overleefden minder dan 5000 de oorlog.

Westerbork had geen gaskamers wel een verbrandingsoven. Er was zelfs een sociaal leven zoals sportmogelijkheden, muziek, werkateliers en een school. Met de bedoeling de mensen rustig te houden. Elke dinsdag vertrok een trein richting Duitsland en wie mee moest stond die dag op de lijst. Waar die trein heen ging en waarvoor werd niet verteld. Men hoopte vaak tegen beter weten in dat het om te werken was. Het misleiden van mensen maakte deel uit van de strategie van de Nazi’s om hun slachtoffers rustig te kunnen doden. Gaskamers waren bijvoorbeeld vermomd als douches. En boven de poorten van veel concentratiekampen stond vrolijk ‘arbeit macht frei’.

Op 12 april 1945 werden de gevangenen in Westerbork bevrijd. Er waren op dat moment 876 gevangenen in het kamp aanwezig.

Na de oorlog tot 1948 werden in het kamp ongeveer 8000 NSB-ers en collaborateurs vastgehouden. Daarna was het korte tijd een militair kampement. Juli 1950 werd Kamp Westerbork omgedoopt tot De Schattenberg en ingericht als woonoord voor gerepatrieerden uit het voormalig Nederlands-Indië. In maart 1952 moesten zij plaatsmaken voor gedemobiliseerde KNIL-militairen uit Zuid-Molukken. De laatste gezinnen vertrokken in februari 1971 en het kamp werd vervolgens afgebroken. Dertien jaar later (1983) werd het herinneringscentrum Kamp Westerbork opgericht.

 

  • Kamp Vught

Concentratiekamp Vught werd op 13 januari 1943 opgericht en heette officieel Konzantrationslager-KL Herzogenbosch (concentratiekamp ‘s Hertogenbosch). Het was het enige SS-concentratiekamp in Nederland.

Het concentratiekamp was verdeeld in twee delen. Het eerste deel was het Juden Durchgangslager. Hier werden Joden gevangen gehouden voordat ze werden gedeporteerd naar Westerbork en vervolgens naar vernietigingskampen in Auschwitz-Birkenau of Sobibor, beiden in Polen.

Het tweede deel was bestemd voor Schutzhaftlager (veiligheidskamp). Hier werden Nederlandse en Belgische politieke gevangenen opgesloten. Ze kregen erg slecht te eten en werden gemarteld. Sommige gevangenisbewaarders hadden er plezier in de gevangenen te slaan met stokken die omwikkeld waren met prikkeldraad.

De gevangenen moesten zes en een halve dag werken. Het bedrijf Philips maakte gebruik van deze gratis arbeiders en had er een werkplaats. Het werken bij Philips had grote voordelen voor de gevangenen. Zij werden gedurende die tijd niet op transport gezet en ze kregen te eten.

 

  • Kamp Erika (Ommen)

Toegangspoort van kamp ErikaKamp dat ooit door volgelingen van de Indiase spiritueel leider Jiddu Krishnamurti opgericht. Werd in 1942 door de Duitsers in bezit genomen, herbouwd en werkverschaffingskamp Erika genoemd.
Het zogenaamde Justizlager was bedoeld om de overvolle gevangenissen te ontlasten. Er werden met name economische delinquenten zoals illegale slachters en zwarthandelaren opgevangen. De leiding en bewakers waren voornamelijk Nederlanders. Marteling en publieke afranselingen waren aan de orde van de dag.

 

Gevangenen leefden met zestig man in kleine barakken en sliepen in hangmatten die drie hoog werden opgestapeld. De kleding en het eten waren van slechte kwaliteit. Overdag moesten de gevangenen de hele dag in hoog tempo zware lichamelijke arbeid verrichten. 

 

  • Kamp Schoorl

Het barakkenkamp Schoorl was de huisvesting van een Nederlands infanterie regiment. Na de capitulatie was het korte tijd onderdeel van het de Wehrmacht (Duitse leger). In juni 1940 werd het een doorvoerkamp waar mensen kort verbleven. Er zijn in dit kamp voor zover bekend geen doden gevallen. Eind oktober 1941 werd dit kamp waarschijnlijk door zijn ligging gesloten.

 

  • Kamp Amersfoort

Kamp Amersfoort Barakken van het Nederlandse leger werden door de Duitsers in 1941 omgebouwd tot het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort (PDA). Kamp Amersfoort was een klein strafkamp voor politieke gevangen. Op 18 augustus kwamen de eerste gevangenen, tweehonderd communisten afkomstig uit kamp Schoorl.

 

De grootste groep gevangenen bestond uit opgepakte onderduikers, veelal mannen die aan de Arbeitseinsatz hadden willen ontkomen. Het kamp was overbevolkt. Slechte omstandigheden zorgden voor besmettelijke ziekten zoals dysenterie. Luizenplagen en longontsteking kwamen veelvuldig voor.

Na een mislukte aanslag op de Oostenrijkse SS-generaal Hanns Albin Rauter vond op 8 maart 1945 in Nederland de grootste massafusillade uit de oorlogsjaren plaats. In Kamp Amersfoort werden 49 gevangenen gefusilleerd. Op andere plekken in Nederland werden ongeveer gelijktijdig nog eens honderden gevangenen doodgeschoten. In totaal werden er ongeveer driehonderd gevangenen, waaronder veel communistische verzetsmensen, geëxecuteerd.

De administratie van Kamp Amersfoort werd vlak voor de oorlog door de SS vernietigd. Direct na de oorlog werden NSB-ers, collaborateurs en SS-ers in het kamp gevangen gezet. In 1946 werden de barakken aan het Departement van Oorlog overgedragen.