Namenlijst Joodse begraafplaats Dirksland

De aanwezigheid van een oude joodse begraafplaats is een teken, dat er in die plaats over langere tijd enkele joodse families hebben gewoond. Op GoereeOverflakkee zijn er drie. Goedereede De oudste vinden we aan de Mariadijk te Goedereede. In een notulenboek van de polder lezen, dat in niet alleen Joden uit Goedereede er werden begraven, maar ook van tijd tot tijd joden van Overflakkee. In 1800 is een kinderziekte, die heerste op Overflakkee, overgebracht naar Goedereede en men besluit vanaf 1802, dat er niet langer Joden van Overflakkee begraven mochten worden. De laatste begrafenis vond hier plaats begin juni 1873, de 30-jarige David van Buren, die dan nog maar amper drie maanden was getrouwd. In 1925 wordt de grond waarop de begraafplaats ligt door het polderbestuur verkocht aan de eilandelijke Joodse gemeente. Voorwaarde was wel dat het houtgewas rondom de begraafplaats te vervangen door een betonnen schutting van twee meter hoog. Op verzoek van de joodse gemeente ging het polderbestuur akkoord met een heining van betonpalen met harmonicagaas. De NSB-burgemeester van Goedereede wil in 1944 de in verval geraakte ‘Jodenbegraafplaats’ opruimen en er een plantsoentje van maken. Daarnaast wil hij de betonpalen gebruiken om schuilkelders voor de bevolking van te maken. Hij schrijft: ‘Bedoelde begraafplaats werd vroeger beheerd door een Jood uit Middelharnis, doch deze is met onbekende bestemming vertrokken…’ De burgemeester heeft zijn zin niet gekregen. De begraafplaats is ook nu nog omgeven door de karakteristieke witgeverfde betonpalen. Kort na de bevrijding liet de hervormde dominee van Goedereede, J. Ewoldt, het Hebreeuwse opschrift Beth Hachejiem (Huis des levens) boven de toegangspoort aanbrengen. Op de begraafplaats staan geen stenen (meer). Alleen het hek leert ons dat we hier te maken hebben met een bijzonder stukje Goereese historie. Dirksland (Melissant) Toen de joden van Overflakkee niet meer begraven mochten worden in Goedereede, werd nabij Dirksland - op Melissantse grond - een joodse begraafplaats ingericht. In de vergadering van 24 juni 1812 van het polderbestuur van de Gemeene Uitwatering van Dirksland lezen we, dat op verzoek van Abraham Philip Bouwman om op grond van de geer in Onwaard een plaats te mogen hebben groot tien roeden tot een begraafplaats. Dit wordt toegestaan. De begraafplaats maakte deel uit van een groter perceel, want in een overeenkomst uit 1860 werd aan landbouwer Aren Buth een perceel weiland verhuurd voor fl. 21,- per jaar zonder eenige korting te genieten voor de op het gehuurde gelegen Israëlitische begraafplaats, welke den huurder ook onaangeroerd zal behooren te laten liggen, zonder het zelve te mogen beweiden of op eenige andere wijze schenden. In een verzoekschrift aan de gemeenten op het eiland uit november 1860 om een bijdrage voor een nieuw aan te leggen begraafplaats in Middelharnis wordt gesteld, dat de begraafplaats nabij Dirksland op één graf na vol is. Een burgemeester moet, als er van buiten de gemeente een overledene binnen de gemeente wordt begraven, verlof geven. In het archief van de gemeente Melissant is een serie van dergelijke verloven tot begraving over de jaren 1822-1852 bewaard gebleven. Hiertussen treffen we de namen aan van meer dan vijftig overleden joodse inwoners van Overflakkee. Op de begraafplaats staan tien stenen. De oudste dateren uit 1846, 1854 en 1855. Ondanks dat er in 1860 wordt beweerd, dat nog slechts één grafruimte beschikbaar is, staan er zes grafstenen van na die tijd en zijn er mogelijk nog meer mensen begraven. Later krijgt het perceel een eigen kadastraal nummer. In 1961 werd de begraafplaats bezocht door de opperrabbijn en de opzichter der begraafplaatsen van de Nederlands Israëlitische Gemeente (NIG) Rotterdam. Aan de gemeente Melissant was verzocht op kosten van de NIG het onderhoud op zich te nemen. Volgens Hartog was destijds het standpunt van de joodse gemeenschap ten aanzien van het onderhoud van begraafplaatsen: Wij stellen geen prijs op goed onderhouden begraafplaatsen. Door familie geplaatste grafstenen moeten door de nabestaanden onderhouden worden, zo niet, dan laten wij ze vervallen zonder er iets aan te doen. Goed gemaaid gras stellen wij niet op prijs, éénmaal ’s jaars maaien is voldoende. Nette afrasteringen behoeven wij niet te hebben, wel moet de begraafplaats als zodanig omheind zijn. Besloten werd, dat de gemeente voortaan één keer per jaar het gras zou maaien en één- à tweemaal per jaar de heggen knippen. Enige jaren geleden zijn de grafstenen opgeknapt op initiatief van de Lions GoereeOverflakkee. Het gras wordt nu met enige regelmaat gemaaid in opdracht van de gemeente Goeree-Overflakkee. Middelharnis In het midden van de negentiende eeuw woonden in Middelharnis en Sommelsdijk veruit de meeste joden van het eiland. Er was hier duidelijk behoefte aan een eigen begraafplaats. In 1860 woonden er in Middelharnis 81, Sommelsdijk 28, Dirksland 22 en in Oude-Tonge 24 joden, waaronder zes met een leeftijd van 70 jaar en ouder. Men had een stuk grond buiten Middelharnis gekocht. De kosten voor aanleg van een begraafplaats werden geschat op 500 gulden. De gemeenteraad van Middelharnis besloot gedurende tien jaar een subsidie van 50 gulden beschikbaar te stellen, omdat het meerendeel zijner kerkelijke gemeenteleden behoeftigen zijn, en zeer veel door de weinige gegoeden moet geofferd worden om hunne gemeente in stand te houden en dus hoe gaarne ook niet in staat zijn hieraan iets bij te dragen. In 1939 is de begraafplaats zo goed als vol. Met de gemeente Middelharnis wordt overeengekomen, dat een gedeelte van de nieuw aan te leggen algemene begraafplaats aan de Rottenburgseweg zou worden ingericht als joodse begraafplaats. En dat is ook gebeurd. Daar is ook een metaarhuisje gebouwd. Er zou daar echter niemand worden begraven. Zo wordt David Hartogs op 10 maart 1941 nog begraven op de bestaande joodse begraafplaats evenals de op 8 augustus 1942 overleden Anthonie Salomon Gazan. Na de Tweede Wereldoorlog is de plaatselijke joodse gemeente in 1947 opgeven. De Nederlandse Israëlitische Gemeente (NIG) Rotterdam besloot af te zien van de nieuwe begraafplaats. De gemeente Middelharnis kreeg de beschikking over dit perceel onder de voorwaarde, dat de gemeente er in het vervolg zorg van de oude begraafplaats op zich nam. Op de plaats van het vroegere metaarhuisje is in 1957 een herdenkingsmonument onthuld met de namen en geboortedata van 56 door nazi-Duitsland omgebrachte Flakkeese joden heeft het monument het volgende opschrift: Ter nagedachtenis van de Joodse ingezetenen, die op dit eiland vredig leefden; zij werden in 1942 door wrede hand ten dode weggevoerd. Hun aandenken zij tot zegen. 

Namenlijst Joodse begraafplaats Oost Havendijk 8a Dirksland

 

  1. Leon Cohen 07-07-1848 13-06-1894
  2. Aaron Izak Gazan 1785 28-05-1855 
  3. David Haagens 20-01-1825 07-11-1897
  4. Efraim Haagens 05-05-1799 07-05-1854
  5. Henriette Haagens 10-11-1849 03-07-1907
  6. Belia Hartogs 1793 31-12-1846
  7. Elias David Hartogs xx-xx-xxxx 23-02-1860
  8. Grietje Hartogs 08-04-1824 06-07-1889
  9. Kaatje van Os   18-02-1800 08-08-1876