Dorohucza

Kamp Dorohucza was gelegen in het woiwodschap Lublin, even ten oosten van het dorp Dorohucza. Het was een werkkamp van de nazi's. De SS bouwde dit werkkamp in het kader van Aktion Reinhard.

Het kamp lag ten zuidwesten van kamp Sobibór en ten noordwesten van kamp Trawniki. In Sobibór werden veelal de arbeiders voor Dorohucza geselecteerd. Het kamp ressorteerde aanvankelijk onder het kamp Trawniki. Vanaf september 1943 was het een nevenkamp van kamp Majdanek. Het kamp bestond van 13 maart tot 3 november 1943 (begin aktion Erntefest was de codenaam van een massamoordopdracht van de nazi’s waarbij op 3 en 4 november 1943 meer dan 43.000 joodse mannen, vrouwen en kinderen door SS'ers en politiefunctionarissen werden vermoord.). De arbeiders moesten turf steken in de omgeving van het kamp. Het was de bedoeling dat de veelal joodse arbeiders zich letterlijk dood zouden werken. Aan weg 12 van Lublin naar Chełm bij de kruising met de 838 naar Trawniki is de infrastructuur van het kamp nog te herkennen. Verder zijn er geen resten.

Het kamp bestond uit drie ongeveer even grote barakken. Zij waren in een U-vorm rond de appelplaats gebouwd. Deze barakken kwamen uit het vernietigingskamp Treblinka. Het voor de gevangenen bedoelde terrein was omgeven met prikkeldraad. Buiten de omheining stond een barak voor de SS. Links en rechts daarvan stonden barakken voor de Trawniki. In een van die gebouwen was tevens de keuken gevestigd. Er was één wachttoren en een permanent bemand machinegeweer.

 

SS-Hauptscharführer Gottfried Schwarz was de eerste commandant van kamp Dorohucza. Op 21 juni 1943 werd hij bevorderd tot SS-Untersturmführer. Heinrich Himmler deed dit vanwege de grote verdienste van Schwarz bij de uitvoer van Aktion Reinhard. De laatste commandant van Dorohucza was Fritz Tauscher. Onder leiding van Karl Diner namen de Trawniki de bewaking van de gevangenen voor hun rekening. De Kapo's waren van Poolse en Nederlandse afkomst.

 

De levensomstandigheden in kamp Dorohucza waren erbarmelijk. De gemiddelde levensverwachting was dan ook slechts enkele weken. Tweemaal daags kregen de gevangenen een zwarte vloeistof die koffie werd genoemd. Drinkwater kregen zij niet. Verder was er dunne soep van zuurkool en transparant hondenvlees. Men kon zich wassen in de beek.

 

Waarschijnlijk hebben 700 Nederlandse joden in kamp Dorohucza moeten verblijven. Daarnaast verbleven er Poolse joden uit de getto van Warschau. Mogelijk ook 700. Daar er weinig werd geregistreerd zijn juiste getallen moeilijk te reproduceren. Aktion Erntefest maakte een einde aan het bestaan van kamp en inwoners. Slechts 16 Nederlandse joden, onder wie drie mannen, hebben het kamp overleefd.

 

Bewakers:

  • Gottfried Schwarz, *1913 in Fürth, maakte deel uit van de euthanasia organization T4. Hij begon zijn carrière als lijkenverbrander in Grafeneck, Brandenburg en Bernburg. Schwarz was plaatsvervangend commandant en leider van de vergassingseenheid in Belzec vanaf de winter van 1941. Volgens Himmler was hij één van de meest verdienstelijke mannen van de Aktion Reinhard. Na Aktion Erntefest werd hij overgeplaatst naar Triëst in Italië, waar hij op 19 juni 1944 omkwam bij San Pietro.
  • Tauscher heeft in 1965 in gevangenschap zelfmoord gepleegd.
  • Voorman turfvelden Oekraïense bewaker Karl Diner (Omsk) sinds 7 mei 1944

 

Nederlandse Kapo:

  1. Nathan Peperwortel had een garage annex taxibedrijf genaamd 'Waterloo'. Hij had twee chauffeurs in dienst. Zelf werkte hij ook op de taxi. Iedere morgen bracht hij marktkooplieden van het Waterlooplein naar de centrale markt aan de Jan van Galenstraat. Om de centrale markt op te rijden had hij een marktvergunning nodig. Bij Marcanti, de marktkantine, wachtte hij tot de kooplieden hun inkoop hadden voltooid. Daarna bracht hij ze terug naar het Waterloopplein. Nathan Peperwortel was in het Kommando Dorohucza aangesteld als kapo. Hij sprak een 'welkomstwoord' tot de nieuw aangekomen Nederlandse joden, op 4 juni 1943.

Lijst Nederlandse slachtoffers

 

Engelina Davids (1867-1943)
Herman Duizend (1919-1943)
Meijer van Gelder (1880-1943)
Betty Judith Haagens (1925-1943)
Flora Stibbe (1908-1943)
Bertha Nabarro (1919-1943)
Levie Pampel (1895-1942)
Gerrit Reimer (1914-1943)
Joël Maurits Roeper (1909-1943)
Abraham Rozette (1902-1943)
Fijtje Tertaas (1887-1943)
Levie Vuisje (1915-1943)
Jacob Wegloop (1899-1943)
Salomon Wittenburg (1914-1943)