Blechhammer

Blechhammer was een werkkamp voor Joden en vanaf april 1944 een buitenkamp van Auschwitz. Gevangenen werkten in de Oberschlesische Hydrierwerke AG fabriek, waar synthetische brandstof geproduceerd werd. 

Blechhammer (Blachownia), waar de Oberschlesische Hydrierwerke uit steenkool benzine vervaardigde, was het grootste dwangarbeiderskamp van de "Organisation Schmelt". "Organisation Schmelt" was een groot industrieel complex in de voormalige provincie (Landkreis) Koźle (Ned. Cosel) in Opper-Silezië, bestaande uit tientallen verschillende kampen met tot 50.000 (voornamelijk Joodse) dwangarbeiders. Kamp Blechhammer is in 1940 opgericht. In april 1944 werd Organisation Schmelt ontmanteld. Daarna fungeerde Blechhammer als subkamp van Auschwitz. In Blechhammer, gelegen in het dorp Sławięcice, werd gebouwd aan een nieuwe chemische fabriek. De gevangenen van het kamp waren tussen april 1944 en januari 1945 bezig met het bouwen van de fabriek. Hierna werd het kamp ontruimd. Het kamp telde 3985 mannelijke gevangen (17 januari 1945) en ongeveer 180 vrouwelijke gevangenen (30 december 1944)

Namenlijst Nederlandse slachtoffers:

 

Daniel Maximiliaan van den Berg (1917-1943)
Abraham Cousin (1899-1944)
Juda Farro (1895-1945)
Juda Farro (1895-1945)
Meijer van der Hal (1915-1944)
Livinus Lippens (1915-1944)
Abraham Querido (1889-1953)
Herman David Melkman (1889-1953)
Abraham Overste (1925-1989)
Nathan Kropveld (1912-1945)
Mozes Lezer (1896-1945)
Henri Marc van Os (1912-1945)
Albert Salomon Suskind (1913-1945)