Esterwegen

Esterwegen was een van de vijftien Emslandlager. Het was in gebruik van de zomer van 1933 tot april 1945.

Kamp Esterwegen (Duits: Lager VII Esterwegen) was tijdens de Tweede Wereldoorlog een Duits strafkamp. Voor de oorlog deed het kamp korte tijd dienst als concentratiekamp. Het kamp bevindt zich 25 kilometer over de grens met de Nederlandse provincie Groningen. Concentratiekamp 

Esterwegen was net als Dachau een "modelkamp" van de SS en bleef tot de bouw van zijn opvolger Sachsenhausen in 1936 een concentratiekamp. Nadien werd het gebruikt als een strafkamp. Later werden er nog meer kampen in het Emsland en Bentheim gesticht, zodat het complex uiteindelijk vijftien kampen telde. Het geheel staat bekend als de Emslandlager

 

Het genoemde kamp Sachsenhausen werd gebouwd door arbeiders uit Esterwegen. In de officiële Duitse lijst van concentratiekampen heeft Esterwegen nr. 379 Als Emslandlager staat het kamp bekend als Lager VII Esterwegen. Vanaf 1933 werden er voornamelijk communisten, maar ook sociaaldemocraten, pacifisten, vakbondsleden en intellectuelen opgesloten. Later werden er ook Jehova's getuigen, homoseksuelen en zogenoemde 'Arbeitsunwillige' opgesloten. Vanaf mei 1943 komen er vanuit Frankrijk, België en Nederland verzetsstrijders (Duits: Nacht und Nebel Gefangenen; kort NN) aan in het speciaal voor hen gebouwde nieuwe deel van het kamp. Dat deel bood onderdak aan 500 gevangenen. De beroemdste gevangene van Esterwegen was Carl von Ossietzky, een pacifist die in 1935 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg. Hij mocht van de Duitse overheid de prijs niet zelf in ontvangst nemen.

Buitenkampen

In 1933 waren er buitenkampen van Esterwegen in Bad Zwischenahn nr. 72, Edewechterdamm nr. 341 van 25.7.1942 tot 27.9.1943, Einbeck nr. 347, Emden nr. 361, Oldenburg nr. 1098, Plantlünne nr. 1143, Preußisch Oldendorf nr. 1175 en Rastdorf nr.1197 van 13.12.1938 tot 29.2.1944.

 

De gevangenen moesten zonder machines en zonder geschikte kledij (zo hadden ze bijvoorbeeld geen waterdichte laarzen) het veen ontginnen. Er is een periode geweest waarin de gevangenen in twee maanden geen droge kleding hadden. Het was zeer zwaar werk dat onder erbarmelijke omstandigheden zo'n 9 uur per dag verricht moest worden. Daarnaast werden de gevangenen bij terugkeer uit het veen soms ook nog eens afgeranseld. De geestelijke mishandeling was niet te beschrijven.