Klompen en klompenmakers
De namen van historische klompenmakers worden zelden vastgelegd omdat het vaak een lokaal en seizoensgebonden ambacht was, waarbij boeren in de winter hun eigen klompen maakten.
Klompenmakers Overijssel
Almelo
Almelo-Ambt
Ancum‧Dalfsen
Anerveen‧Gramsbergen
Avereest
Barsbeek‧Vollenhove
Bathmen
Beuningen‧Losser
Boekelo‧Lonneker
Borne
Dalfsen
de Leeuwte‧Vollenhove
Delden, Stad
Den Ham
Denekamp
Devent
- Gerrit VISSCHER ‧ Gramsbergen ca.1861-1940 15 april Deventer ‧ zv. KOENDERINK
- Yntze HOEKSTRA ‧ Mildam ca.1892-1942 dec-17 Deventer ‧ zv. KALSBEK en KOERS
- Johannes VEENHUIS ‧ Raalte ca.1885-1938 nov-26 Deventer ‧ zv. OLDEMAAT en SLOOTMAN
- Gerrit BROEKHUIS ‧ Epe c. 1880-1938 jun-04 Deventer ‧ zv. van de VLEKKERT en BROEKHUIS
- Johannes Martinus BEEKMAN ‧ Voorst 72jr. ‧ 08-03-1937 Deventer ‧ zv BLOEM
- Evert Jan BOSCH ‧ Raalte 46jr. ‧ 19-12-1936 Deventer ‧ zv. ROELOFS
- Jacob JANSEN ‧ Voorst 75jr. ‧ 04-02-1933 Deventer ‧ zv. STEINFERT en ROETERT ‧
- Hendrikus ELLENBROEK ‧ Epe 59jr. ‧ 27-03-1932 Deventer ‧ zv. van BEEK en
- Gerhardus Wilhelmus TIMMERMANS ‧ Voorst 64jr. ‧ 02-09-1927 Deventer ‧ zv. KEIZER en GANZEVLES
- Hubertus BOURGONJE ‧ Epe 87jr. ‧ 19-04-1927 Deventer ‧ zv. WIERIKS en PIERAAR
- Hendrik FÖRCH ‧ Deventer 26jr. ‧ 08-06-1926 Deventer ‧ zv. de GRAAF en
- Gerrit Jan STEVENS ‧ Voorst 70jr. ‧ 04-08-1923 Deventer ‧ zv. MARTENS en van DIJK ‧ & KRUITBOSCH ‧
- Teunis Herman JACOBS ‧ Olst 39jr. ‧ 01-03-1921 Deventer ‧ zv. WENSINK en ROETERD
- Derk Jan HULSBERGEN ‧ Olst 60jr. ‧ 01-10-1920 Deventer ‧ zv. WILLEMS en OVERBOSCH
- Hendrik in 't WOLD ‧ Wierden 39jr. ‧ 19-06-1919 Deventer ‧ zv. HAGEDOORN en SCHUITMAKER ‧
- Albert ALBERS ‧Olst 67jr. ‧ 06-07-1918 Deventer ‧ zv. van OLST en BOS
- Johannes Martinus TIMMERMANS ‧ Voorst 43jr. ‧ 04-10-1918 Deventer ‧ DEMMERS en BOUWMEESTER
- Hendrikus Theodorus MÖLDER ‧ Diepenveen 60jr. ‧ 22-05-1917 Deventer ‧ zv. MUURS en
- Johannes MÖLDER ‧ Diepenveen 73jr. ‧ 04-10-1914 Deventer ‧ zv. MEURS en OOSTENDORP
- Derk Willem KUTTERINK ‧ Voorst 40jr. ‧ 08-12-1911 Deventer ‧ zv. RUTGERS en VERSTEEGE
- Peter van 't SPIJKER ‧ Voorst 64jr. ‧ 27-08-1909 Deventer ‧ zv. ALBERTS en BRAMER
- Theodorus BEUWER ‧ Voorst 38jr. ‧ 18-06-1909 Deventer ‧ zv. STREPPEL en
- Gradus GERRITSEN ‧ Diepenveen 70jr. ‧ 23-12-1908 Deventer ‧ zv. ASSINK en ROEFSTRA
- Johannes BERENSCHOT ‧ Voorst 59jr. ‧ 26-08-1905 Deventer ‧ zv. BEUWER en JANSEN
- Derkje BRUGGEMAN ‧ Wijhe 72jr. ‧ 24-07-1905 Deventer ‧ zv. KLOMPENMAKER en BRAAKHEKKE
- Johannes Bernardus Antonius LEENEMAN ‧ Renkum 52jr. ‧ 17-02-1943 Deventer ‧ zv. WIGGERMAN en JANSEN ‧woont Diepenveen
- Egbert EKKEL ‧ Den Ham 56jr. ‧ Deventer 10-01-1943 ‧ zv. Marten E. & Gerritdina KLOMPENMAKER en EGBERS en HEUTEN ‧
Enschede
Enter
- Vanaf de middeleeuwen werden overal in Europa klompen (ook wel hollebloc, hoosblok of holsblok genoemd) gemaakt. Het was het algemene schoeisel voor de armen. Nederland had zeker geen klompenmonopolie. Zo kende het Belgische Land van Waas in de 17de eeuw ook klompenmakerijen of "blokstallen". In Enter was het klompenmaken een typische vorm van huisnijverheid. Al in de 17de eeuwse markeboeken wordt geklaagd over het clandestien kappen van wilgen en populieren. De uitoefening van het ambacht vond plaats in boerderijen en schuren. In 1795 waren er 23 gezinshoofden met klompenmaker als hoofdberoep. Sommige namen leven nog steeds voort in Enter: Pluimers, Otten, Reierink, Wolters, Es(z)endam. Een baas met knecht produceerde al gauw tien paar klompen per dag. Voor heel Enter kwam dat op een jaarproductie van circa 40.000 paar. Enterse zompenschippers, die wekelijks naar Zwolle, Kampen en Deventer voeren, zette de klompen af. Die combinatie hield zo'n honderd jaar stand. Het aantal klompenmakers groeide tot zo'n 40 bazen met 30 knechten omstreeks 1892. Aan het einde van de 19de eeuw braken economisch barre tijden aan voor Enter. De schipperij ging hard achteruit door de aanleg van verharde wegen en spoorlijnen; de huisweverij verloor het van de mechanisatie in de textielindustrie; en de landbouw leed onder goedkope graanimporten. Veel Enternaren moesten omzien naar andere inkomsten. De klompenmakerij bood (tijdelijk) uitkomst. In 1910 waren er ruim 200 bedrijfjes waarin 300 klompenmakers werkten met een jaarproductie van circa 300.000 klompen. Dat was maar 4% van de Nederlandse jaarproduktie, maar toch kreeg Enter de reputatie van "klompendorp" vooral door de concentratie van de klompenmakers in èèn dorp. Het dorp veranderde van schippersdorp in klompenmakersdorp, mede dankzij de aanleg van het lokaalspoorlijntje. Maar het bleef armoe troef. Omstreeks 1890 verdiende een textielarbeider f 6,50 tot f 10,50, maar een klompenmaker niet meer dan f4,‒ per week. De Eerste en Tweede Wereldoorlog zorgden voor tijdelijke hoogconjuncturen, maar door toenemende welvaart, goedkope Belgische importen, toenemende mechanisering, dalende lonen in de crisisjaren en afnemende vraag, daalde vooral na 1945 het aantal klompenmakerbedrijven snel. In 1956 waren er nog twaalf die werk boden aan circa 100 mensen.
- De wilgenklompen van klompenmakerij gebr. Nijhof In het jaar 1915 werd Jan Nijhof geboren de vader van Gerard en Jan. Jan ging de klompen die vader Hendrikus maakte verhandelen. Zo ging Jan als kind van nog geen 12 jaar op pad met een houten kruiwagen naar Rijssen, later ging hij met de transportfiets. Van de Raalter es, Tubberger es tot in Diepenheim ging hij alle boeren langs. Als het even niet lukte gaf hij niet snel de moed op en uiteindelijk werd alles wel verkocht. Toen Gerard van de lagere school kwam was het de bedoeling dat hij verder leerde, maar na zijn mavo diploma gehaald te hebben, zei hij het leren vaarwel. Broer Jan ging naar de ambachtsschool om daarna aan het werk te gaan bij een metaalbedrijf in Goor. Gerard kon niet direct werk krijgen. Maar de storm van 13 november 1972 bracht daar verandering in, het was een hevige storm die woedde over Ierland, Groot-Britannië, Frankrijk, Nederland, België, Duitsland, Polen en Denemarken. De storm ontwortelde vijf miljoen bomen. Daardoor kwam Gerard via een loonwerker bij de toenmalige Heidemaatschappij aan het werk ook wel de Heidemij genoemd. Zo leerde hij veel over de verschillende bomen en soorten hout, dit kon hij later in zijn ambacht goed gebruiken. Van zijn 18e tot 21e heeft hij bij de buurman gewerkt, “Bakkerjan” of wel klompenmakerij Schuitemaker. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en Gerard en Jan besloten samen een klompenmakerij te beginnen. Vader Jan kocht in die tijd de klompen bij verschillende klompenmakers zo kwam hij ook bij Dieks Getkate, of wel “Foeterdieks”, hij hoorde dat Dieks er mee zou stoppen. De machines voor het klompen maken werden overgenomen en het bestemmingsplan werd aangepast. In vroegere jaren stond op deze plek ook al een klompenmakerij, Braamhaar. n het begin hadden Gerard en Jan de juiste mensen om zich heen, waar ze nog steeds heel dankbaar voor zijn. Dieks Getkate was altijd bereid te adviseren en te helpen. Tevens namen ze een vaste klant over, de gebroeders Wietzes, echte ambachtslieden, Eiso en Egbert uit Eelde Paterswoude. Eiso overleed op het moment van overname, maar ze hebben nog jaren met Egbert samengewerkt. Vader Jan hielp nog steeds met het verhandelen van de klompen. De klantenkring is door de mond- tot mondreclame steeds verder uitgebouwd. Het hout voor de klompen zochten ze zelf op. Ze kapten zelf de bomen, het vervoer en alles wat daarbij kwam kijken hielden ze in eigen hand. Daarbij kwam de kennis die Gerard op had gedaan bij de Heidemij weer van pas. Ze gingen de boer op om bomen voor klompen te kopen. Van veraf konden ze aan de schittering van de boom al zien welke ze moesten hebben. Per gemeente is het heel verschillend hoe de vergunning geregeld moet worden. Op een gegeven moment wilde men bomen kopen van een boerderij waar een gedeelte van verpacht was. Er werd contact gezocht met de notaris aldaar en de pachtkamer heeft uitgezocht aan wie betaald moest worden, de eigenaar of de pachters, het bleek dat de opbrengst voor de eigenaar was. Ze zijn op de meest afgelegen plekjes geweest en hebben de meest zonderlinge mensen ontmoet. lein en ambachtelijk blijven, authentiek en een mooi product neerzetten dat was de kracht. Klanten werden steeds kritischer de jaren door. Standaard waren er twee modellen een ruimere leest en een sluitende leest. Daarnaast de Frieze trippen en de Twentse tippen, ook werden er Münsterlandse klompen gemaakt. De klompen werden steeds meer afgestemd op alle soorten voeten, zelfs aangepaste klompen. Gerard maakt alles met de machines en Jan deed de afwerking. Ook Thea de vrouw van Jan hielp met het schilderen en klompen weg brengen. Het was hun vak maar eigenlijk ook hun leven geworden. Klanten kwamen uit heel het land om een wilgenklomp te kopen. Klompen van wilgenhout zijn duurzamer, in Nederland wordt op dit moment 95% van de klompen van populieren gemaakt. In december 2023 werd besloten om te stoppen, de bomen werden afgezegd. Bij nader inzien besloot men toch nog te inventariseren. Wat waren de nog lopende orders en welke voorraad. Toen werd er alsnog hout besteld voor de resterende orders. Het laatste wilgenhout ligt nu nog bij de werkplaats voor de laatste wensen. In 2025 gaan ze wel echt stoppen. Gerard heeft vijftig jaar lang zes dagen in de week gewerkt als klompenmaker en Jan zevenenveertig jaar.
- De klompenmakerij van Helmes-Jans
- Gerhardus Johannus aan de Stegge, geboren op 12 april 1892, op 2 april 1963 door een noodlottig ongeval overleden.
- Gerhardus Johannus aan de Stegge, geboren op 12 april 1892, op 2 april 1963 door een noodlottig ongeval overleden.
- Klompenmaker Helmes Jans was getrouwd met Geertrui Exterkate en woonde Goorseweg 4 in Enter. De naam Helmes komt van zijn vaders stiefvader Geerdink. Johan (1930) is het laatste kind van Helmes-Jans dat nog in leven is. Zijn vader werd ook wel ‘Keizers-Jans’ genoemd omdat in Enter de familie Aan de Stegge de bijnaam ‘De Keizer’ had Hij groeide op rond 1900 en werd evenals velen van zijn dorpsgenoten klompenmaker. In de jaren twintig werkte hij in de klompenmakerij van Hermannus Lammertink (Panders-Harm) die gevestigd was naast de R.K. Jongensschool. Lammertink kocht midden jaren twintig de eerste (Duitse) machine om het productieproces te automatiseren. In november 1931 wordt Gerhardus ingeschreven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel in Hengelo als medevennoot naast Hermannus Lammertink. In 1934 komt daar Ter Morsche nog bij. Zij handelen onder de naam ‘Eerste Entersche Klompenfabriek’. Aan de Stegge was binnen de firma onder andere met de boekhouding belast. In 1940 besluit Jans voor zichzelf te beginnen. Hij laat zijn neef, die aannemer is, een werkplaats achter zijn huis bouwen. Hij koopt een boor- en een kopieermachine bij de Fa. Jϋrgens in Emsdetten (Duitsland) voor 2.500 gulden. Hij neemt een hypotheek van 1.600 gulden bij de Boerenleenbank. Dan wordt het 10 mei 1940. Om zeven uur ’s morgens staat Johan met zijn vader en moeder buiten en ziet de Duitse vliegtuigen laag overkomen. “Trui now ziw kapot”, zei zijn vader. Het was oorlog en Jans dacht alles kwijt te raken. Maar dat pakte anders uit. De vraag naar klompen nam enorm toe. De prijzen van een paar klompen stegen van zestig cent in 1938 tot ƒ1,25 in 1941. Zoon Gerrit (1920), Herman (1925) en Jan (1926) helpen in de zaak. Verder werkten er als knecht ‘Boak’n-Jantje’ van de Zuiderveldweg, ‘Lut’n-Beernd’ van de Hambergweg en Jan Hering (Frans) van de Goorseweg. Verder is in dienst de buurman Gerrit Langenhof (Menzen-Get) die met paard en wagen veel hout voor Aan de Stegge uit de regio haalde. In oktober 1941 werd de distributie voor hout ingevoerd. Er wordt een mooie grote bakfiets aangeschaft. Zoon Gerrit heeft met de bakfiets zelfs klompen naar een belangrijke klant in Brucht bij Hardenberg gebracht. In de periode mei tot en met december 1940 worden er volgens het verkoopboek ruim dertienduizend paar klompen geproduceerd. Hij had klanten in Amsterdam (onder andere de Bijenkorf) en in Delfzijl, Badhoevedorp, Hasselt, Enkhuizen en Utrecht. In bepaalde delen van Nederland werden voor de oorlog door importeurs uitsluitend ingevoerde Belgische klompen geleverd. Omdat deze import door de oorlog weggevallen was ontstonden er steeds grotere tekorten. In 1944 werd door de overheid een groot aantal bedrijven, ook in Enter, aangewezen om aan deze importeurs te leveren. De praktijk was dat de Duitsers bij deze bedrijven periodiek een quotum ophaalden In de periode oktober 1944 tot half februari 1945 werd er door Aan de Stegge voor 5.600 gulden aan de Wehrmacht geleverd. In 1943 was ook voor 3.700 gulden geleverd aan de Fa. Gustav Arnold & Zöhne in Magdenburg, Er werd door de Duitsers goed voor betaald. In Enter zeiden ze “ie kon der good met oet”. Transportbedrijf H. ten Berge (De Lutte) Rijssenseweg 46 haalde met paard en wagen veel bomen op in de buurt. Transportbedrijf Van Coesant, Ezendam en Wassink brachtten, nu met de auto, veel klompen weg. H.J. Zwienenberg hakte veel aangekochte bomen in de omgeving. Een boom kappen in Enter kostte vijf gulden. Een boom kappen in Gelselaar kostte ƒ7,50. Na 1950 heeft Aan de Stegge nog een poos houten sandalen gemaakt. Daarvoor was een naaimachine van 1.500 gulden gekocht om de leertjes erop te naaien. In 1954 besluit hij te stoppen. De machines worden voor zeshonderd gulden verkocht aan de Fa. Jϋrgens in Emsdetten. Aan de Stegge trad nu op als tussenpersoon tussen de verkoper van bomen en de bedrijven die hout inkochten. Door de inkoop uit te besteden wonnen de bedrijven veel tijd. Het was een kwestie van vertrouwen tussen tussenpersoon en bedrijf. In deze handel is Aan de Stegge zeer succesvol. Alleen al aan de Fa. Apola in Apeldoorn levert hij in 1960 voor vijftienduizend gulden aan hout inclusief hakloon en provisie. Op 2 april 1963 werd hij ’s avonds op weg naar een vergadering van de Boerenleenbank aangereden door een auto.
Giethoon
Gramsbergen
Haaksbergen
Hasselt
Heino
Hengforden‧Olst
Holten
IJsselmuiden
Kamperveen
Kerspel Goor‧Markelo
Linde‧Den Ham
Lonneker
Loozen‧Gramsbergen
Losser
Magele‧Den Ham
Markelo
Neerdorp‧Holten
Nieuwleusen
Nijverdal‧Hellendoorn
Oldenzaal
Olst
Ommen
Ootmarsum
Rijssen
Vriezenveen
Vroomshoop‧Den Ham
Welsum‧Olst
Zuid Lutte‧Losser
Zwolle
Klompenmakers Noord-Brabant
Uit telingen in 1857 bleek dat er ruim 900 klompenmakers waren in Noord-Brabant, waarvan een groot deel in de Meierij.
Klompenmakers in Aarle-Rixtel ‧
- Antony Cornelis van Aarle‧ geb. 17-06-1830
- Leonardus van Aarle‧ geb. 25-01-1866
- Karel van Aarle
- Henricus Embertus -Hein van Aarle geb. 05-12-1904 en Maria Elbetha Megens
- Hendrikus Antonius-Harrie van Aarle
Fam. WEIJNS ‧ Son en Breughel-Dommelstraat • tot 1953 ‧
LIEMPDE aantal klompenmakers:‧ 1806:11 ‧ 1816:3 ‧ 1855:56 ‧ 1876:120 ‧ 1895:114 ‧ 1916:105 ‧ 1924:81 ‧
Christianus WOUTERS ‧ Schijndel ‧
Cornelis VOETS geb.02 nov 1868 Wijbosch ‧
Josephus MERRIËNBOER ‧ Gastel ‧
Hendrikus BOEREN - Boxtel
Martinus LEERMAEKERS - Boxtel-Lennisheuvel - ca.1De Brabantse klompenmakerij in de negentiende eeuw
Van nijverheid tot industrie
Keith,_Klompenmaker_te_Heeze
Walter Castle Keith - Klompenmaker te Heeze, 1907 (Bron: Brabantse Kunstgalerij, Oirschot)
In de 18e eeuw was de Brabantse klompenmakerij ontwikkeld tot een huisnijverheid, gericht op de verkoop. De plattelandsbevolking hoefde niet langer voor zichzelf schoeisel te maken, zoals in de eeuwen daarvoor gebruikelijk was. Nijverheid betekende extra werk om het inkomen aan te vullen. Zeker in de dichtbevolkte gebieden was het belangrijk voor Brabantse arbeiders om een bijverdienste te hebben, omdat de landbouw niet genoeg opbracht om iedereen te voorzien van volledig levensonderhoud.
Klompenmakers, of klumpers zoals ze ook wel in volksmond werden genoemd, werkten gewoonlijk vanuit hun eigen huis of aanliggend schuurtje. Een goed uitgeruste werkplaats was niet nodig voor het klompen maken en het vak was niet ingewikkeld om te leren. Een klompenbedrijfje opstartten was dan ook erg toegankelijk: medio 19e eeuw waren er meer dan zeshonderd klompenmakerijen in Brabant te vinden, die samen meer dan duizend mensen voorzagen van werk. Op de meeste plaatsen was de productie klein en gericht op de lokale behoefte. Vraag was er genoeg, alle lagen van de samenleving droegen klompen, van boer tot burger en burgemeester. Voor de Brabantse plattelandsbevolking behoorde de klomp tot de normale klederdracht. De gelegenheid maakte daarbij niet uit, zo ging men op zondag gerust naar de kerk met klompen aan.
De klompenmakerij bleef niet slechts een lokale ambacht, In bosrijke gebieden kon het uitgroeien tot een van de belangrijkste handelswaren. In Brabant gebeurde dit bijvoorbeeld vanaf de 18e eeuw in de Meierij, waar grote hoeveelheden wilgen- en populierenhout werden geteeld. Regelingen zoals het voorpootrecht vulden hier de natuurlijke houtvoorraad aan, wat landeigenaren het recht gaf om bomen te planten in de bermen langs hun land. Deze ontwikkeling gaf de Meierij het kenmerkende uiterlijk van een coulisselandschap, met velden omringd door lange rijen bomen.
De populier werd veel geteeld omdat was dit hout erg geschikt was voor het maken van klompen, en de boom goed aarde op de Brabantse zandgronden. Bovendien groeiden ze snel, en daarmee hadden handelaren ook snel opbrengst! Wilgenhout had nog betere eigenschappen voor klompenproductie, maar was lastiger te telen in Brabant. Dat maakte een wilgenklomp ruwweg twee keer zo duur als een gemaakt van populierenhout, en daarmee minder populair onder de arbeiders. De grote voorraad van geschikte grondstoffen was ideaal voor de klompenmakers, die vele bedrijfjes oprichtten in de Meierij.
Traditioneel klompen maken was een erg arbeidsintensief ambacht, men bewerkte persoonlijk de klomp van ruwe stam tot eindproduct. Aan het eind van de zomer kochten de klompenmakers hun houtvoorraad voor het komende jaar in van lokale telers, waarna ze zelf verantwoordelijk waren voor het rooien en transport. Het bewerkingsproces bestond uit meerdere stappen: Het begon met het uitzagen van houtblokken, de zogenaamde bollen. Waarbij het van groot belang was om zo min mogelijk hout verloren te laten gaan, kleinere bollen konden handig worden gebruikt voor dames of kinderklompen. Vervolgens kloofde men klompvormen uit de bollen, het was hierbij de uitdaging om beide klompen van het paar een gelijke vorm te geven. Hierna volgde afwerking en uithollen. Als laatste werden er bij chiquere klompen nog riemen of versieringen aangebracht. Een ervaren maker kon met traditionele methodes over een hele werkdag (van tien uur!) slechts acht tot negen paar produceren.
Veel klompenmakers werkten alleen, of als ze een echt bedrijf hadden met hulp van de familie of eventueel knechten. Vrouwen en kinderen waren vanwege het zware werk haast niet werkzaam in de sector, waardoor het een typisch mannenbedrijf was. De opbrengsten waren in vergelijking met andere bedrijfstakken laag, men werkte niet voor winst maar simpelweg voor het levensonderhoud. Uitbetaling voor knechten werd bepaald door het aantal daadwerkelijk afgemaakte klompen. De uren die ze staken in bijvoorbeeld het bollen zagen werd dan ook niet vergoed. De arbeidsverhoudingen, werktechniek en organisatie van het klompenmakers bedrijf waren hoogst eenvoudig en ontwikkelde zich ook bijzonder langzaam. Vanwege de simpele aard van de bedrijfstak en matige organisatie was het niet bestand tegen economische crises
Na het midden van de 19e eeuw stond er veel te veranderen voor de Nederlandse nijverheid, de industriële revolutie had Nederland bereikt en drong ook door tot het Brabants platteland. Nieuwe en moderne vormen van industrie kwamen op en wegen werden verhard. Landbouwmethodes verbeterden en kleine boertjes breidden hun bedrijven uit. Voor het klompen maken als bijwerk verdween de tijd en ook de behoefte. Daarmee daalde het aantal kleine, zelfstandige klompenmakers fors. De vakmannen die in het beroep bleven verzelfstandigden en richtten zich volledig op het beroep, waardoor een meer onafhankelijke industrie ontstond. Grotere bedrijven leverden niet alleen meer aan lokale klanten maar richtten zich op de nationale afzetmarkt. Zo leverden de klompenindustrie in de Meierij aan handelaren in Den Bosch. Wat als doorvoerplaats diende naar afnemers in Noord- en Zuid Holland. Kleine makers in de huisnijverheid moesten veelal hun zelfstandigheid opgeven. Zij hadden geen eigen bedrijfskapitaal en raakten afhankelijk van handelaren die makers voorzagen van geld om hun hout in te kopen. Deze manier van werken betekende wel dat de vakman weinig controle meer had over zijn werkwijze en prijzen.
Werk was er echter genoeg, de productie en verbruik van klompen bereikte een hoogtepunt in de negentiende eeuw. Maar rond de eeuwwisseling begon de schoenenindustrie ook aan een grote ontwikkeling. De schoenenindustrie produceerde steeds grootschaliger en daarmee goedkoper. Leer of rubber schoeisel is stukken soepeler dan de houten klomp, wat veel mensen beter beviel. Hierdoor verdween de klomp meer en meer uit de algemene volksdracht. Klompen bleven langer in zwang onder de armen, of als werkkleding. Dit is vooral te zien op het platteland, boeren waren minder geneigd om de overstap naar schoenen te maken omdat de klomp perfect bleef voor hun werk: stevig, warm en vochtbestendig. Het is dan ook niet vreemd dat de klomp nog altijd sterk wordt geassocieerd met het boerenleven, al was het dragen ervan vroeger zeker niet beper
Rond het begin van de 20e eeuw begon de mechanisatie toe te treden in de Brabantse klompenindustrie, al kwam deze traag op gang. De aanschaf van een complete inboedel van benodigde machines was voor de meeste klompenmakers financieel onmogelijk. In 1912 waren er daarom nog maar acht machinale klompenmakerijen in Brabant. Economische depressie, verminderde vraag en concurrentie van Belgische klompenmakers kunnen deze trage ontwikkeling ook deels verklaren. Modernisering van de klompenindustrie zou pas echt op gang komen na de Tweede Wereldoorlog. Maar dat betekende geen grote opleving voor de industrie. Traditionele klompenmakers verdwenen juist snel, het was niet mogelijk voor handwerkers om te concurreren tegen de toegenomen productiviteit van deze bedrijven. De klompenindustrie was van oudsher een lokale nijverheid, individueel ingesteld en gebonden aan streek en ambacht. Vele klompenmakers waren niet geïnteresseerd in verandering, de bedrijfstak werkte decennialang op dezelfde wijze. Onderlinge samenwerking, modernere werkmethoden en verbeterde vakkennis had veel klompenmakers kunnen helpen om te moderniseren, maar velen wilden niet scheiden van de traditionele zelfstandige levensstijl. De economische vooruitgang van de 20e eeuw was echter onhoudbaar, waardoor het handwerk werd ingehaald en uiteindelijk verdween.
De paar mechanische bedrijven konden voldoen in de vraag, en de traditionele klompenmakerij bestaat alleen nog als herinnering aan de oude manieren van leven: een erfgoedpraktijk. Het Brabantse klompen maken was dus geen statisch beroep, het onderging verandering en groei. Maar dit was geen gelijke ontwikkeling, slechts een deel van de klompenmakers ging met zijn tijd mee. Voor veel kleine ambachtsmannen betekende de vooruitgang in productie het einde van hun werk.
Klompenmakers Gelderland
P. BEEKHUIZEN Renkun
AL BROEKE Renkum
fa. van de BUNT Nijkerk
A. LAMMERTINK Renkum
BJ LEENEMAN Renkum
G. van de PEPPEL Renkum
Derk van GORKUM ‧ Zuiderwijk~Süderwick
www.archieven.nl - overlijdensregisters
Aalten
Acquoi
Afferden
Afferden‧Druten
Affreden
Alkhen‧Appeltern
Almen‧Gorssel
Alphen‧Appeltern
Ammerzoden
Angeren
Angeren‧Bemmel
Angerlo
Anklaar
Anklaar‧Apeldoorn
Apeldoorn
APPELTERN:
- fam: ALDERS
- van BEUNINGEN
- van der BORGH
- BOUMAN
- BOUWMANS
- BROERS
- BROUWER
- BROUWERS
- DIEBELS
- van DIJK
- van GELDER
- GREMMEN
- de GROOT
- van HAREN
- van den HAZELKAMP
- HERMANS
- van den HOEK
- van den HOOGEN
- JANSEN
- LAMERS
- LAS
- de LEEUW
- LEMMERS
- van LENT
- de LORIJN
- MERCX
- MERKX
- MERX
- MULDERS
- van OOIJEN
- van ORSOUW
- van OS
- van de POL
- POST
- PRINSEN
- van SCHERPENsEEL
- SCHILTMANS
- van der SLUIJS
- STEENBRUGGEN
- van TEEFFELEN
- TIJSSEN
- van TONGEREN
- TONISSEN
- van der VENNE
- VERHAGEN
- VERMEER
- de VREE
- de WAAL
- WALRAVEN
- van ZAGTEN
Arnhem
Asperen
Baak
Baak‧Steenderen
Balgoij
Barchem ‧ Laren
Barlo‧Aalten
Barneveld
Batenburg
Beek
Beek‧Bergh
Beekbergen
Beekbergen‧Apeldoorn
Beemte‧Apeldoorn ‧
Beesd
- Lambertus van den AKKER
- Derk van den AKKER
- Joost van BALLEGOOIJ
- Johannes van der BEEK
- Adrianus van BEEKUM
- Burgardus van BEEKUM
- Wilhelmus Johannes BENDER
- Gerardus BENDER
- Dirk BENDER
- Willem BENDER
- Marinus van den BERK
- Paulus BEVERLOO
- Pieter BOS
- Hermanus BREDDELS
- Theodorus van den BROEK
- Cornelis Franciscus van de COEVERING
- Johannes Hendricus Jacobus COOMANs
- Gerrit Willem van DIJK
- Cornelis DOJEWAERD
- Theodorus van ELCK
- Antoon in den ENG
- Willem Gerrit van ERKEL
- Lambertus van GAMEREN
- Hendrik van GAMEREN
- Theodorus van GAMEREN
- Willem van GEEMERT
- Johannes van GEEMERT
- Willem van GEMERT
- Gerhardus Wilhelmus van GEMERT
- Wendelinus GIESEN
- Marinus Johannes van GOOR
- Barend GORSSELINK
- Diederik van HAAFTEN
- Willem van HAAFTEN
- Theodorus de HAAS
- Johannes Arnoldus de HAAS
- Petrus de HAAS
- Gerrit HAKKERT
- Gerit HAKKERT
- Gijsbert HEIJKOOP
- Maarten van HELTEN
Plaats waar ooit een klompenmaker / klompenmakerij was gevestigd
Bekveld‧Hengelo
Beltrum‧Eibergen
Bemmel
Bennekom
Bergh
Bergharen
Bern
Beuningen
Beusichem
Binnenheurne
Borculo
Borculo-Stad
Borculo-Stad‧Borculo
Braamt‧Bergh
Brakel
Bredenbroek‧Gendringen
Bredevoort‧Aalten
Breedenbroek‧Gendringen
Brekveld‧Hengelo
Brink-en-Orden‧Apeldoorn
Brinkheurne
Broeke ‧ Neede
Broekland‧Apeldoorn
Bronkhorst
Bruchem ‧ Kerkwijk
Brummen
Buren
Buurmalsen
Corle
Covik
Culemborg
Dal‧Aalten
De Glind‧Barneveld
De Heurne‧Dinxperlo
Deest
Deest‧Druten
Deil
Dichteren
Doetinchem
Didam
Dieren
Dinxperlo
Dodewaard
Doesburg
Doetinchem
Doetinchem-Ambt
Doetinchem-Stad
Doornenburg
Doornenburg‧Bemmel
Doornspijk
Doorwerth
Dorpboer
Drempt‧Hummelo
Dreumel
Driel
Drumpt
Druten
Duiven
Dunsborg‧Hengelo
Eck-en-Wiel‧Maurik
Ede
Eefde‧Gorssel
Eibergen
Elden
Elst
Empe‧Brummen
Engeland
Enspijk‧Deil
Epe
Epe‧Welsum
Epse‧Gorssel
Erichem
Ermelo
Esveld‧Barneveld
Etten
Etten‧Gendringen
Ewijk
Gaanderen‧Doetinchem
Gameren
Geesteren‧Borculo
Geldermalsen
Gelselaar ‧ Borculo
Gendringen
Gendt
Glind‧Barneveld
Gooi‧Hengelo
Gorssel
Groenlo
Hattem
Hedel
Heelweg
Heerde
Heidenhoek
Hel
Hengelo
Herveld
Herwen-en-Aerdt
Herwen‧Herwen
Het Beggelder‧Dinxperlo
Het Broek
Het Woudhuis‧Apeldoorn
Hoevelaken
Holterhoek‧Eibergen
Homoet
Hoorn
Hoorn‧Heerde
Horssen
Huissen
Hummelo-en-Keppel
Hummelo‧Hummelo
Hurwenen
IIzevoorde‧Doetinchem
IJselhunten‧Gendringen
IJsselhunten‧Gendringen
IJzevoorde
IJzevoorde‧Doetinchem
Keppel
Kerk-Avezaath
Kesteren
Kilder‧Bergh
Klein-Bredenbroek‧
Kotten
Kring-van-Dorth‧Gor... ‧ x •Kroezenhoek ‧ 2 • Kulsdom‧Borculo ‧ x •
Langen‧Laren ‧ x • Langerak‧Doetinchem... ‧ 2 • Langerak‧Doetinchem... ‧ 4 • Laren ‧ 5 • Leesten ‧ x • Leeuwarden ‧ x
▶︎ LEEUWEN
fam: ‧ 52x
▶︎
• Lemperhoek‧Borculo ‧ x • Lengel‧Bergh ‧ x • Lent‧Elst ‧ x • Leuth ‧ 2 • Lichtenberg ‧ 2x
• Lichtenvoorde ‧ 26 • Lienden ‧ 9 • Lieren‧Apeldoorn ‧ 2 • Ligtenberg ‧ 3 • Lintelo‧Aalten ‧ x • Lintvelde‧Eibergen ‧ x • Lobith‧Herwen en Ae... ‧ x • Lochem ‧ 9 • Loerbeek‧Bergh ‧ 2 • Lunteren ‧ x • Lunteren‧Ede ‧ x •
Maasbommel‧Appeltern ‧ x • Markluiden‧Heerde ‧ x • Maurik ‧ 10 • Meddo ‧ 4 • Meerenbroek ‧ 4 • Meerten‧Lienden ‧ x • Megchelen‧Gendringen ‧ 9 • Millingen ‧ 4 • Miste ‧ 2 • Mossel ‧ 4 • Munster ‧ x •
Nederasselt ‧ 2 • Nederbiel‧Borculo ‧ x • Neede ‧ 9 • Netterden‧Bergh ‧ x • Netterden‧Gendringen ‧ x • Nieuw-Wehl ‧ x • Nijbroek ‧ 8 • Nijbroek‧Voorst ‧ x • Nijkerk ‧ 18x
▶︎ Nijmegen
‧ 4x
▶︎
• Noordink‧Hengelo ‧ 5x • Nunspeet ‧ 2x • Nunspeet‧Ermelo ‧ x •
Ochten ‧ x • Ochten‧Echteld ‧ x • Oeken‧Brummen ‧ 2x • Oene ‧ ‧ • Oene‧Epe ‧ 19x • Oer‧Gendringen ‧ 3x • Olde‧Laren ‧ x
▶︎ Oldebroek
‧ 29x
▶︎
• Olden-Eibergen ‧ x • Olden-Eibergen‧Eibe... ‧ x • Oolde‧Laren ‧ x • Oosseld‧Doetinchem ‧ 2x • Oosseld‧Doetinchem ... ‧ 4x • Oosseld‧Doetinchem-... ‧ 5x • Oosselt‧Doetinchem ‧ ‧ • Oosselt‧Doetinchem-... ‧ x • Oosteinde‧Ermelo ‧ 2x • Oostendorp‧Doornspijk ‧ 2x • Oosterhout ‧ x • Oosterwijk ‧ x • Ophemert ‧ 6x • Opijnen ‧ 2x • Opijnen‧Est-en-Opij... ‧ x • Otterlo ‧ 2x • Otterlo‧Ede ‧ x • Overasselt ‧ 2x •
Pannerden ‧ 3x • Passewaaij ‧ x • Poederoijen ‧ x • Pol‧Gendringen ‧ x • Puiflijk ‧ 2x • Puiflijk‧Druten ‧ 2x • Putten ‧ 10x •
Rafelder‧Gendringen ‧ x • Ratum ‧ x • Rekken‧Eibergen ‧ 6x • Renkum ‧ 12x • Respelhoek‧Borculo ‧ x • Rha ‧ x • Rheden ‧ 4x • Rhenen ‧ x • Rosmalen ‧ 2x • Rossum ‧ x • Rotterdam ‧ x • Ruurlo ‧ 14x • 's Heerenberg‧Bergh ‧ x •
Schependom‧Borculo ‧ 2x • Scherpenzeel ‧ 4x • 's-Gravenhage ‧ x • 's-Heerenberg‧Bergh ‧ 4x • 's-Hertogenbosch ‧ x • Sillevold ‧ 2x • Sillevoldsebuurt ‧ 2x • Silvolde ‧ 35x • Silvoldsche-Buurt ‧ x • Sinderen ‧ x •
▶︎ Steenderen
‧ 21x
▶︎
• Steenderen‧Baak ‧ 1x • Steenderen‧Covik ‧ x • Steenderen‧Toldijk ‧ x •
Terberg ‧ x • Terborg ‧ 8x •
▶︎ Terwolde
‧ 22x
▶︎
• Terwolde‧Voorst ‧ 2x
▶︎ TIEL
‧ 77x
▶︎
• Toldijk ‧ 18x • Toldijk‧Steenderen ‧ 7x • Tonden‧Brummen ‧ 4x • Twello ‧ 23x • Twello‧Voorst ‧ 6x
▶︎
• Ulft‧Gendringen ‧ 4x • Utrecht ‧ 5x •
▶︎
Vaassen‧Epe ‧ 6x • Valburg ‧ 8x • Varik ‧ 5 • Varssel‧Hengelo ‧ ‧ • Varsseveld ‧ 11x • Varsseveld‧Wisch ‧ x • Veenendaal-Geldersch... ‧ ‧ • Veeninkbrink ‧ ‧ • Veldhunten‧Gendringen ‧ x • Veldwijk ‧ 2x • Velp ‧ x
▶︎ Velswijk
‧ 32x
▶︎
• Venraij ‧ 4x • Verwolde‧Laren ‧ ‧ • Vierakker ‧ x • Vierhuizen ‧ x • Vinkwijk‧Bergh ‧ 2x
▶︎ Voorst
‧ 34x
▶︎
• Voorst‧Gendringen ‧ 15x • Voorthuizen ‧ x • Voorthuizen‧Barneveld ‧ 2x • Vorden ‧ 9 • Vragender‧Lichtenvo... ‧ ‧ • Vuren ‧ 2x •
▶︎
Waardenburg ‧ ‧ • Wadenoijen ‧ 4x • Wageningen ‧ 21x
▶︎ WAMEL ‧ zie projectpagina
▶︎
• Wapenveld‧Heerde ‧ 3x • Warm‧Gendringen ‧ 4 • Warnsveld ‧ 24x • Wassinkbrink ‧ 5x • Weenum ‧ x ‧
• Wehl ‧ 29x • Put‧Ammerzoden ‧ 3x • Wenum ‧ ‧ • Westendorp ‧ 16x • Westervoort ‧ 2x • Wieken‧Gendringen ‧ 3x • Wijchen ‧ 3x • Wijnbergen‧Bergh
Wilp
Winbergen‧Bergh
Winkelshoek
Winssen
Winssen‧Ewijk
WInterswijk
Wisch
Woold
Zalk-en-Veecaten
Zaltbommel
Zeddam
Zelhem
Zetten
Zevenaar
Zieuwent
Zoelen
Zoelmond‧Beusichem
Zuiderrot‧Doornspijk
Zuthphen
Zwartebroek‧Barneveld
Zwolle
Klompenmakers ‧ Drenthe
alfabetisch
A
- Johannes ARENDS ‧ woning Boterdijk Paterswolde
- Johannes ARENDS - bedrijf Zevenhuizerweg Eelde
B
- klompenmaker Braam Noord-Barge -gem. Emmen
C
D
- Job DEKKER ‧ rietdekker & klompenmaker Oude Asserstr.15a WWESTERBROEK
E
F
G
H
- Aaldert HUIZING Nieuw-Roden ‧
I
K
- Willem KAMPS Wofgarensweg 3 Noord Sleen
L
M
N
O
P
R
S
- Willem SCHUTRUPS Valthe-gem.Odoorn
- Jan SCHUTRUPS Exloo
- Jan SNIJDERS klompenmakerij Gasselte
- Jan STAAL Hunebedweg-Rolde
- Fre STOKKER ‧ Rolde
- Eite STOKKER Rolde zoon van Fre STOKKER
T
- TIENKAMP Asserstraat 18 Vries
- Jan TIJMENS Bosrand Rolde
- Geert TUIN klompenmakerij Schoolstraat Uffelte
U
W
- Hendrik WESTERHOF Westerhof-Tynaarlo
- Roel WESTERHOF Norg
- Egbert WIETZES Hoofdweg 54 Eelde
- Eiso WIETZES Eelde‧
X
Y
Z
Hieronder volgen er een aantal oude spreuken die iets te maken hebben met het ambacht van de klompenmakerij.
Spreuk Betekenis
hij staat op zijn woord als een boer op zijn klompen - woord houden
hij karnt boter in een oude klomp - gierig zijn
hij karnt de boter in een oude klomp - gierig zijn
hij kan zijn klomp zowel links als rechts dragen - slimmerik
er met zijn klomp naar gooien - slordig zijn
oude hazen trekken klompen uit - snel lopen
imet klompen op ijs komen - onberaden op terrein komen waar men niet thuis is
met zijn klompen van het ijs blijven - zich niet inlaten
wie zijn jeugd op klompen slijt, zeker een lang leven heit - oud worden
de kap van zijn klomp lopen - onbehouwen gedrag
zijn klomp is af of kapot hij - is dood
die nam hem goed op zijn klomp - die heeft het goed raak gezegd
op zijn klomp spelen - tekeer gaan
iemand van klompzak geven - er op los slaan
een neus gelijk een kloef hebben - goede, fijne neus hebben
slecht nieuws doet de ronde op klompen, goed nieuws gaat op kousevoeten oud Wales’ gezegde
met de klompen door de porcelijnkast lopen - met de grove borstel
met de rapklomp lopen - in ijltempo dokter of vroedvrouw halen
licht zijn klomp scheuren - opvliegend zijn
op een klomp en een slof lopen - slecht bij kas zijn
zijn klompen aan de wilg hangen - ermee ophouden
de klompenmakers slachten - met zijn rug naar het licht zitten