Jeneverstokerijen

Jeneversteden

 

Nederland

In de Gouden Eeuw kwamen in Nederland, vooral in havensteden, de eerste jeneverstokerijen tot bloei. Daarnaast werd de drank ook wel thuis gestookt. Omdat de productie van jenever stank met zich meebracht, verdwenen de stokerijen na verloop van tijd uit de binnensteden. De Amsterdamse jeneverindustrie week uit naar Weesp; in de omgeving van Rotterdam kwamen de Schiedamse jeneverstokerijen tot bloei. Omdat deze plaatsen gaandeweg werden gedomineerd door de jeneverindustrie, kwamen ze bekend te staan als jeneverstad.

 

Amsterdam/Weesp

In Amsterdam waren de kruiden en specerijen voor de productie van likeuren makkelijk voorhanden, aangezien de stad een belangrijke doorvoerhaven was. Er ontstonden daar omstreeks 1600 dan ook diverse stokerijen. Toen het stadsbestuur een verbod op deze activiteit uitvaardigde, verhuisden veel van die bedrijfjes naar het nabijgelegen Weesp.

De stokerij van Lucas Bols kon blijven bestaan, omdat deze al buiten de binnenstad gevestigd was, aan de Rozengracht in de Jordaan. De naam Bols bleef dan ook tot 1969 aan Amsterdam verbonden. Vanaf 1664 produceerde deze stokerij jenever. Bols groeide in de loop der eeuwen uit tot een internationaal bedrijf. Het nam andere jeneverstokerijen over zodat er tegenwoordig, behalve Bols ook andere merken door dit bedrijf op de markt worden gebracht, zoals: Hartevelt (oorspronkelijk uit Leiden, het merk bestaat sinds 1780), Henkes (Delfshaven, 1824), Hoppe (Schiedam, 1858) en Bokma (Leeuwarden, 1894). Daarnaast lanceerde Bols in 1952 het jenevermerk Claeryn. Vanaf 2006 is Lucas Bols weer in Amsterdam gevestigd, aan de Paulus Potterstraat. Sinds december 2013 distilleert Lucas Bols zijn speciale jenevers en likeuren weer te Amsterdam en wel naast het proeflokaal in de eeuwenoude Wynand Fockink-distilleerderij in de Pijlsteeg.

Slechts een distillateur bleef tot op de dag van vandaag in de Jordaan gevestigd: sinds 1782 bevindt zich aan de Driehoekstraat De Ooievaar, waar men jenevers produceert onder de naam Van Wees. In de Amsterdamse binnenstad is er nog de 18e-eeuwse distilleerderij Wynand Fockink, achter de Dam in de Pijlsteeg.

Rotterdam/Schiedam

In de omgeving van Rotterdam deed zich een vergelijkbare concentratie van de jeneverindustrie voor. Het stadsbeeld van Schiedam kenmerkt zich sindsdien door de molens, waarmee het graan voor de jenever werd gemalen. Om boven de huizen uit te komen, zijn deze molens bijzonder hoog.

De oudste gegevens over een jeneverbranderij in Schiedam dateren uit de zestiende eeuw. In de bloeitijd van de jeneverindustrie waren er in Schiedam honderden jeneverbranderijen. In 1795 waren het er bijvoorbeeld 188. In 1881 was het aantal stokerijen gegroeid tot 392. Vanwege de ellendige omstandigheden in de jeneverstad had ze in de negentiende eeuw de bijnaam Zwart Nazareth. Aan het begin van de twintigste eeuw werden de traditionele stokerijen steeds minder rendabel. In 1920 waren er nog maar 14 branderijen over en in 2004 nog slechts vier.

Om tegenwicht te bieden aan de opkomst van de op kolomdistillaten gebaseerde jenevers, stelde het stadsbestuur van Schiedam in 1902 een speciaal keurmerk in ten faveure van de traditionele branderijen: 'Echte Schiedamse jenever'. Op dit moment zijn nog slechts twee jenevers voorzien van dit keurmerk: het in het Schiedamse jenevermuseum gestookte 'Old Schiedam' en 'NOTARIS jenever',dat gestookt wordt in branderij 'De Tweelingh', ontstaan door een fusie van het Delftse 'Vlek' (1860) en het Schiedamse 'Herman Jansen' (1777). Sinds 2011 heet het bedrijf weer 'Herman Jansen'.

Andere Schiedamse distilleerderijen zijn 'Nolet' (opgericht in 1691; sinds 1977 producent van 'Ketel 1'), 'Onder De Boompjes' (1658), 'De Kuyper' (1695; sinds 1995 'Koninklijke'), 'Wenneker' (1693, merken: 'Wenneker','Goblet', 'Olifant') en 'Dirkzwager' (1879, producent van 'Floryn').

Groningen

Door de in 1888 opgerichte stokerij Hooghoudt associëren velen de stad Groningen met jenever.

Leeuwarden

In Leeuwarden bevindt zich sinds 1883 de distilleerderij Boomsma, die onder andere jonge en oude jenever in zijn assortiment heeft.

Dordrecht

In 1872 richtte Simon Rutte in Dordrecht een jeneverstokerij op. Rutte & Zn. is nog steeds bekend als 'ambachtelijke stokerij' van onder andere jenever.

Baarle-Nassau

In Baarle-Nassau is, sinds 1975, een zelfstandige distilleerderij gevestigd: Zuidam.

 

Jeneverstokerijen

A

 

B

  • Bakers Best nieuw
  • Bokma (distilleerderij)
  • Bols 
  • Boomsma Distilleerderij
  • Braeckman
  • Brouwerij De Molen

 

C

 

D

  • Distilleerderij T.H. Ritman
  • Dennenknopje
  • Distilleerderij De Geest
  • Distilleerderij De Groene Draak
  • Distilleerderij De Schans
  • Distileerderij de Tok nieuw
  • Distileerderij Horstman nieuw
  • Distilleerderij Keuris nieuw
  • Distilleerderij Schouten nieuw
  • Distilleerderij van Biercé
  • Distellery Massy
  • Doornkaat 

 

E

 

F

 

G

  • De Gekroonde Brandersketel
  • Gerard Brons
  • Goblet (Wenneker)
  • The Golden Arch Distillery

 

H

  • Hartevelt & Zoon
  • Henkes Jenever
  • Herman Jansen Beverages
  • Hooghoudt (destilleerderij)
  • Hulstkamp

 

i

  • IJsvogel

 

J

  • Jonkers Distellers

 

K

  • Kalkwijck distillers 
  • Ketel 1
  • Ketel One (usA)
  • Kever Genever nieuw
  • De Kuyper

 

L

  • P. Loopuyt & Co distillers 
  • Bas Lubberhuizen
  • Lucas Bols

 

M

  • P. Melchers Distilleries bv

 

N

  • 't Nieuwe Diep
  • Nolet Distillery
  • Notaris (Herman Jansen)

 

O

  • Onder de Boompjes (distilleerderij)

 

P

 

Q

 

R

  • Rutte (distilleerderij)
  • Rynbende
  • P. Rijneveen Distilleerderij
  • Rutte

 

S

  • Schermer Wijninkopers & Distilleerderij
  • Stokerij Lubberhuizen
  • Schermer
  • Stokerij Van Damme
  • Stokerij Vanderlinden
  • Stokerij Wagging Finger 

 

T

  • H. van Toor, Vlaardingen 
  • De Tweekoppige Phoenix
  • Toorank Distilleries
  • Turv Exloo Distillery 

 

U

 

V

  • Van Kleef
  • Verhoeven jonge jenever
  • Van Wees (De Ooievaar)

 

W

  • Water en Kroeze (P. Rijneveen)
  • Wenneker
  • Wynand Fockink

 

X

 

y

 

Z

  • Zuidam

Geschiedenis

Middeleeuwen

Reeds in de Middeleeuwen was men in de Lage Landen bekend met sterke drank, en dan in het bijzonder met gedistilleerde wijn, oftewel brandewijn. Deze distillaten hadden een medicinale achtergrond en kregen hun eerste grote verspreiding tijdens de pestepidemieën die Europa teisterden tijdens de middeleeuwen. Vanwege de vermeende geneeskundige werking werden kruiden toegevoegd. Jacob van Maerlant beschreef als eerste in Der Naturen Bloeme wijn met jeneverbessen en Jan van Aalter bracht dit in verbinding met de bestrijding van de pest. De drank, waarbij jeneverbes met een destillaat ingelegd werd, verwierf later populariteit.

Renaissance en de moderne tijd

De Antwerpse arts Philippus Hermanni beschreef in 1552 in "Een Constelijck Distileerboec" een jeneverbesdestillaat en noemde het "Aqua Juniperi". Na de val van Antwerpen in 1585 namen de Vlamingen deze drank waarschijnlijk bij de vlucht naar de noordelijke Nederlanden mee. Caspar Coolhaes, predikant te Leiden, praktiserend brander van "cruijden Spaanschen, Franschen ende diergelijcke wijnen" noemt de genever namelijk in het in 1608 opnieuw uitgegeven 'Van seeckere seer costelijcke wateren'. Een navolger, professor Franciscus de le Boë Sylvius stookte in 1650, in een poging om een vochtafdrijvend geneesmiddel (een diureticum) te vinden, een jeneverbesdrankje dat hij genièvre of genova noemde. Doorslaggevend voor de productie van sterkedrank en ook jenever in de Nederlanden werden overheidsmaatregelen in 1671 die de import van wijnbrandewijn verhinderden en de positie van lokale branderijen voor de daaropvolgende eeuwen versterkten.

Het ontstaan van gin in Engeland

Mede door toedoen van koning-stadhouder Willem III, die tijdens zijn Engelse koningschap de handel uit de Nederlanden trachtte te bevorderen, werd gin, een Londense afkorting van 'genever', ook in Engeland populair. Willem III stelde direct na zijn kroning in 1688 een extra zware belasting in op Franse brandewijn (brandy). De populariteit van de jenever werd zo groot, dat het Engelse parlement tegenmaatregelen nam en bij de Gin-Act van 1736 bepaalde dat jenever alleen mocht worden verkocht als Engelse apothekers of distillateurs de Hollandse jenever hadden bewerkt met eigen kruiden. Zo ontstond de zogeheten London Dry Gin - in tegenstelling tot de Dutch Gin.

Klassieke bereiding


Na de eerste distillatie ontstaat het zogenaamde 'ruwnat' (alcoholpercentage: circa 20%). Het residu dat na deze distillatie in de ketel achterblijft, heet
 spoeling. Deze spoeling werd vroeger verkocht als varkensvoer, wat de productie van moutwijn relatief goedkoop maakte. Distillatie van het ruwnat levert vervolgens enkelnat (circa 30%) op. Het resultaat van de derde distillatie heet 'bestnat' of 'moutwijn' (46,5%).De basisgrondstoffen van de klassieke jenever zijn gerst, rogge en maïs. De gerst wordt in de branderij tot mout verwerkt, waardoor enzymen vrijkomen die zetmeel in suikers omzetten. De mout wordt daarna vermengd met water en de zetmeelrijke ingrediënten maïs en rogge. Het aldus verkregen mengsel wordt vervolgens met gist vermengd. De gist zet de suikers om in alcohol. De alcoholrijke substantie die zo ontstaat, kan nu worden gedistilleerd.

De rest van het proces vindt niet plaats in de branderij maar in de distilleerderij. Met een jeneverstokerij wordt een combinatie van branderij en distilleerderij bedoeld.

In de distilleerderij krijgt de jenever zijn eigen karakter. De distillateur verwerkt de door de brander aangeleverde moutwijn volgens zijn eigen receptuur. Hernieuwde distillatie van de moutwijn levert bijvoorbeeld 'gestookte moutwijn' (75%) op en door eenzelfde distillatie met toevoeging van jeneverbessen uit te voeren ontstaat 'gebeide jenever'. Een dergelijk proces kan ook met andere kruidenmengsels worden uitgevoerd.

Door vermenging van deze producten ontstaan de diverse jenevers. Eventueel kan de jenever nog een aantal maanden rijpen in houten vaten.

Gebruikte kruiden

In de gebruikte kruidenmengsels worden bijvoorbeeld alsem, koriander, karwij en Sint-Janskruid aangetroffen.

In België is het gebruik van kruiden verschillend per regio. Limburg gebruikt jeneverbes met verschillende andere regionale kruiden. In Wallonië heeft de jenever een fijne subtiele jeneverbessmaak. In Oost- en West-Vlaanderen is de pure graansmaak, de oeroude brandewijn dus, het meest voorkomend. Antwerpen, met zijn wereldhaven, experimenteerde dan weer met verschillende overzeese kruiden.

Moderne bereiding

Aan het einde van de 19e eeuw werd het mogelijk om door kolomdistillatie zuivere ethylalcohol (ethanol) te verkrijgen - waarbij 'zuiver' staat voor 96% ethanol en 4% water. Voor de productie van jenever werd vanaf dat moment steeds vaker deze neutrale alcohol gebruikt in plaats van moutwijn.

De neutrale alcohol was om verschillende redenen goedkoper:

  • Kolomdistillatie geschiedt niet in tijdrovende stappen, maar is een continu proces.
  • Omdat de smaak van de grondstoffen niet in het eindproduct te proeven is, kan men zowel gebruikmaken van graan als van andere landbouwproducten (bijvoorbeeld melasse, een restproduct van de suikerindustrie).
  • De zuivere, neutrale alcohol kan voor veel meer doeleinden worden gebruikt.

De uitvinding van de kolomdistillatie betekende tussen 1890 en 1910 het vrijwel volledige einde van de branderijen. Niet alleen de distilleerderijen schakelden graag over op de goedkopere, neutrale alcohol. Ook het publiek apprecieerde de neutralere jenever boven de authentieke jenever die volgens de oude methode uit moutwijn werd gestookt. Toch bleef het de gewoonte om, omwille van de smaak, een zeker percentage moutwijn aan de moderne jenever toe te voegen.

Jonge jenever en oude jenever

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er nauwelijks graan voor moutwijn beschikbaar. Het percentage moutwijn in de jenever daalde drastisch. Sommige drinkers betreurden dat; andere niet. Na de oorlog werden er daardoor in Nederland twee dranken populair: de jonge jenever, die voornamelijk op neutrale alcohol was gebaseerd, en de jenever volgens het vooroorlogse recept, waarin meer moutwijn was verwerkt: oude jenever. De klassieke jenever (uit 100% moutwijn) was inmiddels nauwelijks meer te krijgen.

Na de malaise en de prijzenoorlog in de jaren zeventig van de vorige eeuw, trachtte de gedistilleerd-industrie weer iets terug te winnen van het verloren crediet door het aanscherpen van kwaliteitseisen en het in de handel brengen van een aantal exclusieve "ouderwetse" jenevers. Om afstand te nemen van de industriële jenevers, worden deze producten in Nederland vaak korenwijn genoemd.

Preciezer:

  • Jonge jenever
    • is bereid met ethanol uit landbouwproducten (suikerbietmelasse, aardappelzetmeel etc)
    • bevat maximaal 15% moutwijn. Saillant detail is dat er geen minimum aan de hoeveelheid moutwijn is gesteld, wat er voor heeft gezorgd dat ~80% van de jonge jenevers geen moutwijn meer bevat.
    • bevat maximaal 10 gram suiker per liter
    • is kleurloos
    • bevat minstens 35% alcohol

Voor jonge jenever zijn er geen richtlijnen wat betreft kruiden. Er mogen kruiden of kruidenextracten worden toegevoegd, maar dat hoeft niet. Het resultaat is dat de meeste jonge jenevers bestaan uit een distillaat van suikerbieten of aardappels, zonder moutwijn en zonder dat er jeneverbessen zijn meegedistilleerd. Jonge jenever lijkt tegenwoordig meer op wodka dan op de klassieke, vooroorlogse jenevers. Verder wordt praktisch alle in Nederland verkrijgbare jonge jenever niet meer in Nederland 'gestookt', maar geblend uit moutwijn van graanstokerij Filliers uit België en ethanol van 96% van gistfabrieken uit Duitsland, Frankrijk en (vooral) Rusland. Alleen het water voor de verdunning is Nederlands. Dit geldt voor alle grote jenevermerken. Ambachtelijke stokerijen als 'Branderij de tweelingh (Notaris Jenever) uit Schiedam', 'Zuidam' in Baarle Nassau, 'BioSpirits' in Almere en 'Nes' op Ameland stoken wel jenever op de klassieke, vooroorlogse methode.

  • Oude jenever (niet te verwarren met: vieux)
    • is bereid met ethanol uit landbouwproducten (suikerbietmelasse, aardappelzetmeel etc)
    • bevat minstens 15% moutwijn
    • bevat maximaal 20 gram suiker per liter
    • is lichtgeel of lichtbruin van kleur
    • bevat minstens 35% alcohol
    • is eventueel bijgekleurd met karamel
    • heeft een waarneembare jeneverbessmaak
  • Graanjenever is jonge of oude jenever waarvan de alcohol voor 100% is bereid uit granen. Het eindproduct moet minimaal 30% alcohol bevatten.
  • Korenwijn
    • bevat minstens 51% moutwijn
    • de eventueel toegevoegde ethanol is voor 100% bereid uit granen
    • bevat maximaal 20 gram suiker per liter
    • is kleurloos, lichtgeel of lichtbruin van kleur
    • bevat minstens 38% alcohol
    • is eventueel bijgekleurd met karamel
    • bevat uitsluitend natuurlijke smaakstoffen

Andere drank op basis van jenever

Jenever kan gebruikt worden als basis voor elixers, likeuren of likorettes.

Elixer

Vanouds zijn er, onder namen als bitter of elixer, smaakstoffen te verkrijgen waarvan een paar druppeltjes door de drinker aan een glas jenever kunnen worden toegevoegd. Dat elixers eertijds zeer gebruikelijk waren, bewijst het woord "klare", dat heldere jenever zonder toevoegingen betekent.

Likeur

Ook het laten trekken van smaakstoffen in een kruik met jenever kent een lange traditie. Populair werden bijvoorbeeld de citroenjenever (gemaakt door citroenschillen op jenever te laten trekken) en de bessenjenever (jenever, verdund met bessensap). De producten die tegenwoordig onder deze naam in de handel zijn, worden meestal met synthetische smaakstoffen gemaakt. In het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw werd het in Vlaanderen populair om de smaak van fruit toe te voegen aan de jenevers (bijvoorbeeld: citroen-, appel-, pruimenjenever). Anno 2007 heeft de fruitjenever met een alcoholpercentage van ongeveer 30 % Vol. zijn plaats behouden in het uitgaansleven. Er bestaan inmiddels ook creamjenevers zoals vanille- en chocoladejenever.