Verliefd, verloofd, getrouwd

Inhoud
- De geschiedenis van het huwelijk
- Koppelaar
- Zo was dat vroeger rond de jaren ’50 – ’60.
- Ontwikkeling van het huwelijk vanaf 16e eeuw tot nu
- Hoe het huwelijk in de loop der tijd is veranderd
De geschiedenis van het huwelijk
Het huwelijk, één en al romantiek! Tenminste dat is waarschijnlijk de eerste gedachte die door jou heen gaat. En dat is eigenlijk ook wel zo. Maar vroeger was dat niet zo. Het huwelijk kent namelijk al een hele lange geschiedenis. Maar wat weten wij daar eigenlijk van? Hoe en waarom trouwden mensen in die tijd zo en hoe heeft het fenomeen huwelijk zich ontwikkeld in de loop der jaren? In dit artikel lees je alles over de geschiedenis van het huwelijk, de ouderwetse tradities en welke tradities van het huwelijk we nu nog gebruiken.
17de eeuws huwelijk
Vroeger werd er niet getrouwd omdat de stellen hopeloos verliefd waren en hun hele leven niet met niemand anders wilden doorbrengen dan met deze ene partner... Niks romantiek en niks liefde! Het huwelijk was meer een verplichting dan een eigengemaakte keuze. Waar het lang geleden meestal om draaide waren de "economische belangen". De bruid mocht zelf niet bepalen met wie ze trouwde, nee… dat werd bepaald door haar ouders.
We hebben het over heel veel jaren terug, dus praten we nog over de ouderwetse standaard samenstelling van het bruidspaar... bruid & bruidegom.
In de Middeleeuwen werden de eerste huwelijken voltrokken. De originele reden hiervan was het samenleven met één partner. Ook werd er getrouwd om bezit zoals grond en erfenissen binnen de familie te houden. Niet echt romantisch dus!
In de tijd van de Middeleeuwen werd er met iemand getrouwd die dezelfde klasse had, of uit hetzelfde dorp kwam. Een groot verschil met nu waar we trouwen met degene waar we echt van houden. Of dat nou een boerenknecht of een advocaat is, dat maakt niet meer uit. Dat was toen nog wel anders dus. Later werd het huwelijk in de 17e eeuw, nog wel geregeld door de betrokken families, maar er werd ook steeds meer rekening gehouden met de interesses en achtergronden van de bruid en bruidegom. Een groot verschil ten opzichte van de Middeleeuwen was dat zowel de bruid als bruidegom mochten aangeven of ze de gekozen partner geschikt vonden. Er kwam zo steeds meer gelijkheid tussen man en vrouw.
In de Middeleeuwen speelde de kerk ook nog een grote rol rondom het trouwen. De kerk had drie belangrijke zaken die nagekomen moesten worden, voordat een huwelijk officieel geldig verklaard werd:
- Het gevaar van incest moest worden tegengegaan
- De seksualiteit moest beteugeld worden
- Je mocht niet meer dan één (bed)partner hebben
- Dat het bruidspaar geen seks mocht hebben voor het huwelijk was niet het enige. Ook tijdens het huwelijk kwam de kerk met steeds meer regels om de seksualiteit zowel binnenshuis en buitenshuis te beperken. En voor het bruidspaar was het ook niet mogelijk om op eigen initiatief te scheiden als de liefde was vervlogen. Ook daar was de kerk bij nodig.
Bij het trouwen in onze tijd staat monogamie en de eeuwige verbintenis nog altijd bovenaan op het officiële wensenlijstje. Maar helaas komen wensen niet altijd uit. Maar al met al is er gelukkig veel verbeterd tot nu toe. Bij het schrijven van deze pagina's hebben we het niet meer vanzelfsprekend over bruid en bruidegom, maar over het bruidspaar en over partners. We leven tenslotte ook niet meer in de middeleeuwen. Nu mogen we onze eigen partner uitzoeken en bevat het huwelijk veel meer romantiek. De liefde voor elkaar moet gevierd worden!
Veel tradities hebben wij overgenomen van vroeger, maar weten we eigenlijk wel waar al die tradities voor staan? Waarom trouwt men nog vaak in het wit, wat is de betekenis van het bruidsboeket en waar staan trouwringen eigenlijk voor? Hieronder vind je het allemaal.
De bruid krijgt van de bruidegom een prachtig bruidsboeket die meestal bestaat uit verschillende bloemen. Er zijn zelfs heel veel soorten bruidsboeketten. Vroeger werd het bruidsboeket aan de trouwjurk vastgemaakt of aan het haar van de bruid bevestigd. Vaak kiest men voor witte bloemen in het bruidsboeket, de witte bloemen staan als symbool voor de maagdelijkheid. In de Middeleeuwen bevatte het bruidsboeket de kruiden knoflook en dille als een soort bescherming tegen de pest.
Heb je er wel eens over nagedacht waarom de meeste aanstaande bruiden in het wit trouwen? Het lijkt een traditie van eeuwen. Trouwen in het wit kwam feitelijk niet veel voor. In de middeleeuwen waren de trouwjurken prachtig versierd en in allerlei kleuren geverfd. Hoe meer kleuren de bruidsjurk had, hoe rijker je was. In de 17e eeuw kwam de zwarte bruidsjurk in de mode en pas tegen het einde van de achttiende eeuw zag je de witte bruidsjurk verschijnen, maar dan alleen in de welgestelde families zoals koninklijke families e.d. Op het platteland was het zelfs zo dat de bruid in traditionele klederdracht voor het altaar verscheen tot ongeveer 1920.
Tegenwoordig staat het wit nog steeds voor maagdelijk, puurheid en onschuld, maar nu draagt het grootste gedeelte van de bruiden een champagne kleurige of andere wit tint bruidsjurk als zij hun unieke trouwlocatie binnenlopen met één van hun dierbaren aan hun zijde..
De bruid was kwetsbaar voor betovering en boze geesten, vandaar dat het gezicht bedekt werd met een sluier. De Romeinen gebruikten vlam gekleurde sluiers om de geesten daadwerkelijk af te schrikken.
Vroeger werd de partner voor de bruid of bruidegom uitgekozen. Om te vermijden dat de bruidegom nee zou zeggen als hij zou zien dat zijn bruid een “lelijk eendje” was, droeg ze een sluier en kon hij haar pas zien nadat ze elkaar het jawoord hadden gegeven. De sluier was in de Victoriaanse tijd een statussymbool. Het gewicht, de lengte en de kwaliteit van de sluier waren een teken van de status van de bruid. Koninklijke bruiden hadden de langste sluiers en de langste slepen. Nu is dat eigenlijk nog steeds zo. Maar dat zal wel aan de prijzen van die exclusieve jurken liggen.
Vroeger werd er aan de koets van het bruidspaar rammelende blikken vastgemaakt om de boze geesten weg te jagen. Nu maken vrienden van de bruidegom meestal de blikjes, bloemen en schoenen aan de bumper of trekhaak vast van de trouwauto van het bruidspaar.
Koppelaar
-
In veel gevallen was het een praktische beslissing om te trouwen, waarbij de gemeenschap of de familie een partnerkeuze maakte die gunstig was voor de toekomst van de jongeren.
-
Economische en sociale overwegingen:Het huwelijk diende ook om eigendommen te regelen, erfenissen veilig te stellen en de sociale status en welvaart van de families te behouden.
-
Het was gebruikelijk dat boeren met boerendochters en rijke kinderen met kinderen uit rijke families trouwden, om de bestaande economische en sociale banden te versterken.
-
Hoewel de term "koppelaar" niet specifiek wordt genoemd, waren het de ouders en de ouderen in de gemeenschap die de belangrijkste keuzes maakten en de 'koppeling' verzorgden.
-
De keuze van een partner moest goedkeuring hebben van het dorp, zeker in de kleine dorpsgemeenschappen van die tijd.
-
De man moest bijvoorbeeld werkkracht en grond bezitten, en een vrouw werd gezocht met een goede gezondheid om kinderen te baren, zodat beide partners bijdroegen aan het voortbestaan en welzijn van de familie.
De geschiedenis van het huwelijk
Het huwelijk, één en al romantiek! Tenminste dat is waarschijnlijk de eerste gedachte die door jou heen gaat. En dat is eigenlijk ook wel zo. Maar vroeger was dat niet zo. Het huwelijk kent namelijk al een hele lange geschiedenis. Maar wat weten wij daar eigenlijk van? Hoe en waarom trouwden mensen in die tijd zo en hoe heeft het fenomeen huwelijk zich ontwikkeld in de loop der jaren? In dit artikel lees je alles over de geschiedenis van het huwelijk, de ouderwetse tradities en welke tradities van het huwelijk we nu nog gebruiken.
17de eeuws huwelijk
Het ontstaan van het huwelijk
Vroeger werd er niet getrouwd omdat de stellen hopeloos verliefd waren en hun hele leven niet met niemand anders wilden doorbrengen dan met deze ene partner... Niks romantiek en niks liefde! Het huwelijk was meer een verplichting dan een eigengemaakte keuze. Waar het lang geleden meestal om draaide waren de "economische belangen". De bruid mocht zelf niet bepalen met wie ze trouwde, nee… dat werd bepaald door haar ouders.
We hebben het over heel veel jaren terug, dus praten we nog over de ouderwetse standaard samenstelling van het bruidspaar... bruid & bruidegom.
In de Middeleeuwen werden de eerste huwelijken voltrokken. De originele reden hiervan was het samenleven met één partner. Ook werd er getrouwd om bezit zoals grond en erfenissen binnen de familie te houden. Niet echt romantisch dus!
Het kiezen van een partner​
In de tijd van de Middeleeuwen werd er met iemand getrouwd die dezelfde klasse had, of uit hetzelfde dorp kwam. Een groot verschil met nu waar we trouwen met degene waar we echt van houden. Of dat nou een boerenknecht of een advocaat is, dat maakt niet meer uit. Dat was toen nog wel anders dus. Later werd het huwelijk in de 17e eeuw, nog wel geregeld door de betrokken families, maar er werd ook steeds meer rekening gehouden met de interesses en achtergronden van de bruid en bruidegom. Een groot verschil ten opzichte van de Middeleeuwen was dat zowel de bruid als bruidegom mochten aangeven of ze de gekozen partner geschikt vonden. Er kwam zo steeds meer gelijkheid tussen man en vrouw.
In de kerk trouwen
Invloed van de kerk op het huwelijk
In de Middeleeuwen speelde de kerk ook nog een grote rol rondom het trouwen. De kerk had drie belangrijke zaken die nagekomen moesten worden, voordat een huwelijk officieel geldig verklaard werd:
Het gevaar van incest moest worden tegengegaan
De seksualiteit moest beteugeld worden
Je mocht niet meer dan één (bed)partner hebben
Dat het bruidspaar geen seks mocht hebben voor het huwelijk was niet het enige. Ook tijdens het huwelijk kwam de kerk met steeds meer regels om de seksualiteit zowel binnenshuis en buitenshuis te beperken. En voor het bruidspaar was het ook niet mogelijk om op eigen initiatief te scheiden als de liefde was vervlogen. Ook daar was de kerk bij nodig.
Het huwelijk van nu
Bij het trouwen in onze tijd staat monogamie en de eeuwige verbintenis nog altijd bovenaan op het officiële wensenlijstje. Maar helaas komen wensen niet altijd uit. Maar al met al is er gelukkig veel verbeterd tot nu toe. Bij het schrijven van deze pagina's hebben we het niet meer vanzelfsprekend over bruid en bruidegom, maar over het bruidspaar en over partners. We leven tenslotte ook niet meer in de middeleeuwen. Nu mogen we onze eigen partner uitzoeken en bevat het huwelijk veel meer romantiek. De liefde voor elkaar moet gevierd worden!
De tradities
Veel tradities hebben wij overgenomen van vroeger, maar weten we eigenlijk wel waar al die tradities voor staan? Waarom trouwt men nog vaak in het wit, wat is de betekenis van het bruidsboeket en waar staan trouwringen eigenlijk voor? Hieronder vind je het allemaal.
Het bruidsboeket
Het bruidsboeket
De bruid krijgt van de bruidegom een prachtig bruidsboeket die meestal bestaat uit verschillende bloemen. Er zijn zelfs heel veel soorten bruidsboeketten. Vroeger werd het bruidsboeket aan de trouwjurk vastgemaakt of aan het haar van de bruid bevestigd. Vaak kiest men voor witte bloemen in het bruidsboeket, de witte bloemen staan als symbool voor de maagdelijkheid. In de Middeleeuwen bevatte het bruidsboeket de kruiden knoflook en dille als een soort bescherming tegen de pest.
De trouwjurk
Heb je er wel eens over nagedacht waarom de meeste aanstaande bruiden in het wit trouwen? Het lijkt een traditie van eeuwen. Trouwen in het wit kwam feitelijk niet veel voor. In de middeleeuwen waren de trouwjurken prachtig versierd en in allerlei kleuren geverfd. Hoe meer kleuren de bruidsjurk had, hoe rijker je was. In de 17e eeuw kwam de zwarte bruidsjurk in de mode en pas tegen het einde van de achttiende eeuw zag je de witte bruidsjurk verschijnen, maar dan alleen in de welgestelde families zoals koninklijke families e.d. Op het platteland was het zelfs zo dat de bruid in traditionele klederdracht voor het altaar verscheen tot ongeveer 1920.
Tegenwoordig staat het wit nog steeds voor maagdelijk, puurheid en onschuld, maar nu draagt het grootste gedeelte van de bruiden een champagne kleurige of andere wit tint bruidsjurk als zij hun unieke trouwlocatie binnenlopen met één van hun dierbaren aan hun zijde..
Trouwjurk en sluier
Het dragen van een sluier
De bruid was kwetsbaar voor betovering en boze geesten, vandaar dat het gezicht bedekt werd met een sluier. De Romeinen gebruikten vlam gekleurde sluiers om de geesten daadwerkelijk af te schrikken.
Vroeger werd de partner voor de bruid of bruidegom uitgekozen. Om te vermijden dat de bruidegom nee zou zeggen als hij zou zien dat zijn bruid een “lelijk eendje” was, droeg ze een sluier en kon hij haar pas zien nadat ze elkaar het jawoord hadden gegeven. De sluier was in de Victoriaanse tijd een statussymbool. Het gewicht, de lengte en de kwaliteit van de sluier waren een teken van de status van de bruid. Koninklijke bruiden hadden de langste sluiers en de langste slepen. Nu is dat eigenlijk nog steeds zo. Maar dat zal wel aan de prijzen van die exclusieve jurken liggen.
Blikjes achter de trouwauto van het bruidspaar
Vroeger werd er aan de koets van het bruidspaar rammelende blikken vastgemaakt om de boze geesten weg te jagen. Nu maken vrienden van de bruidegom meestal de blikjes, bloemen en schoenen aan de bumper of trekhaak vast van de trouwauto van het bruidspaar.
Verliefd – Verloofd – Getrouwd
Zo was dat vroeger rond de jaren ’50 – ’60.
Hoe leerde men toen iemand kennen? Vooral meisjes werden heel beschermd opgevoed.
Een jongen had veel meer vrijheid, hij mocht naar het café, voor een meisje was dat onfatsoenlijk. Er waren verenigingen zoals de fanfare, het voetbal en het koor waardoor contacten konden ontstaan. En dan natuurlijk het maandelijkse bal, feesten, jubilea en bruiloften. Er wordt niet voor niets gezegd; Van een bruiloft komt een bruiloft ….
Zo kon men iemand leren kennen. Als het serieus begon te worden kwam de verloving. Er werd dan een klein feestje gehouden met ouders, broers en zussen. Dan werd de trouwring aan de rechterhand gedragen en kon men zien dat je bij elkaar hoorde.
De uitzet werd bij elkaar gespaard, er was veel nodig voordat je kon gaan trouwen.
Vroeger werd overal eerst voor gespaard, menigeen had hierdoor een lange verkeringstijd.
Als het dan zover was dat er getrouwd kon worden dan kwam er een afspraak met de pastoor, die met de jonge man en vrouw apart sprak om hun op zijn manier op het huwelijk voor te bereiden.
Eerst trouwen voor de wet en dan voor de kerk. Op 3 achtereen volgende zondagen werd het toekomstige bruidspaar aangekondigd (afgeròepen), dat ze in het huwelijk wilden gaan treden.
Op ’t Gemeentehuis kwam in een aankondigingskastje de huwelijkskennisgeving
De namen van het toekomstige bruidspaar werden genoemd en er werd gemeld dat; "zij voornemens zijn om met elkaar in het huwelijk te treden”. En dan werd de 1e, 2e of 3e 'ròep' vanaf de preekstoel vermeld. Daarna werd er gezegd; “Zij die enig beletsel weten om met elkaar in het huwelijk te treden, zijn verplicht om dit aan de kerkelijke overheid bekend te maken”.
De bruiloft was in de vijftiger jaren vaak aan huis. Het trouwen in de kerk was om 10 of 11 uur, maar als men heel vroeg trouwde was het gratis.
Ontwikkeling van het huwelijk vanaf 16e eeuw tot nu
Hoe ging het huwelijksaanzoek vroeger en hoe is dat in de loop van de tijd veranderd?
Vroeger ging het heel anders als dat nu het geval is. Verloven was vroeger veel gebruikelijker dan nu en het aanzoek werd gedaan door de vader van de bruidegom aan de vader van de bruid. Daarna mochten ze pas de hand van de bruid vragen als het goed was gekeurd door de vader van de bruid.
De vader van de bruid vroeg eerst naar de leeftijd, gezondheid, godsdienst, opleiding, diploma’s en het werk dat de eventuele bruidegom deed. Als de bruidegom ‘aangenomen’ was dan was het gebruikelijk dat de ouders van de bruidegom een bezoek brachten aan de ouders van de bruid. Dan kon de verloving bekend gemaakt worden.
Het was ook de gewoonte om bij het huwelijksaanzoek de huwelijksvoorwaarden te regelen. De bruid kreeg als ze verloofd was de ‘uitzet’ mee, dat waren alle spullen die ze mee nam als ze ‘uit huis werd gezet’. De uitzet die werd in een korf gedaan en zo naar het huis van het bruidspaar gebracht.
De uitzet die bestond meestal uit kleren en alle dingen die met het huishouden te maken hadden. Bij rijke mensen kreeg de bruid ook geld mee als uitzet en bij boeren vee. Meestal begonnen de meisjes al zo vroeg mogelijk met het maken van de uitzet of met sparen voor de dingen die ze niet zelf kon maken.
Na het onderhandelen over het huwelijk werd er een huwelijkscontract opgesteld. Er was dan een trouwbelofte gedaan. Die trouwbelofte werd bekrachtigd door het geven van een onderpand: een gouden of zilveren penning of ring. Dat stamt al uit de Romeinse tijd. Het mooiste was als de vrouw de ring aan haar ringvinger droeg want ze dachten dat daar de ader liep die rechtstreeks naar het hart ging. Het dragen van de ring werd ook gezien als trouw aan de man en het gaf de maatschappelijke status van de vrouw aan. Aan het einde van de 19e eeuw gingen ook mannen een ring dragen.
Vanaf de 20e eeuw is het gebruikelijk dat de jongen eerst het meisje zelf ten huwelijk vraagt en pas daarna naar de vader gaat om toestemming te vragen. De toestemming van de ouders is –als het meisje 18 jaar is – zelfs niet meer nodig. Nu gaat het toekomstige bruidspaar alleen naar de ouders om hun huwelijk of samenwonen bekend te maken.
Verloven heeft nu meer een romantische betekenis gekregen.
Hoe verliepen de bruidsdagen vroeger en hoe verlopen die dagen tegenwoordig?
De tijd tussen het aantekenen en het huwelijk zijn de bruidsdagen. Het meisje en de jongen zijn dan al bruid en bruidegom. De bruidsdagen hebben geen vastgestelde duur, maar duren meestal ongeveer een paar weken. In die tijd wordt het huwelijksfeest voorbereid. Het aantekenen bij het gemeentehuis deden de aanstaanden aan het eind van de verlovingstijd. Na het aantekenen werden de namen van de aanstaanden buiten aan de muur in een kistje gehangen. Gedurende 10 dagen kon de buurt zien wie er van plan waren om te gaan trouwen en konden ze bezwaar maken. Dit gebruik is niet zo heel lang geleden afgeschaft.
In de bruidsdagen werden de aanstaanden al als bruid en bruidegom gezien, dus er was reden voor feest. De hele familie van de bruid en de bruidegom kwamen bij elkaar in het huis van de bruidegom om het commissarismaal te eten. Dat heette zo omdat het huwelijk bij de commissaris of ambtenaar van de burgerlijke stand was aangetekend.
Een oud gebruik is dat de familie van de bruid een prachtige pijp van klei aan de bruidegom geeft na het aantekenen in het gemeentehuis. De bruidegom moest de pijp roken en op het bruiloftsfeest de hele tijd bij zich dragen.
De avond na het aantekenen was het de gewoonte dat vrienden en/of broers van de bruidegom een onvergetelijk feest gaven als laatste avond vrijgezel (bachelorparty). Voor de bruid werd er ook een groot feest georganiseerd (kitchen-party) om haar laatste vrijgezelle avond te vieren, maar dan door de zussen en/of vriendinnen van de bruid. Dat waren ruwe feesten waarbij veel gezongen, gedronken en gevochten werd.
Het werd steeds gebruikelijker om een vrijgezellen avond te organiseren.
Nu is het gebruikelijker om trouwkaarten te sturen en het gebeurt (bijna) niet meer dat de ouders het huwelijk aankondigen. Vroeger stuurden mensen geen kaarten maar gingen ze huis voor huis aankondigen. De bruid en bruidegom gingen hun huwelijk ook steeds meer zelf aankondigen.
Wat is er in de loop van de tijd aan de bruidkleding en de functies van de accessoires veranderd?
Vroeger hing de trouwkleding veel af van hoe rijk je was. De mensen met veel geld die maakten de trouwkleding van kostbare stoffen, maar de mensen die iets armer waren die droegen hun beste kleren of de trouwkleding van hun ouders.
Rond 1730 werden veel lichtkleurige en gebloemde stoffen gedragen. De bruidkleding werd meestal van zware stoffen gemaakt, dan konden ze die kleding later nog gebruiken voor andere plechtige gelegenheden.
Op het einde van de 18e eeuw en vooral in de 19e eeuw kwam de kleur wit in de mode bij bruidskleding. Wit symboliseerde de maagdelijkheid van de vrouw. Maar toch trouwden veel mensen rond 1900 nog in het zwart en pas na 1920 raakte de witte trouwkleding ingeburgerd.
Het was vroeger, en nu nog steeds wel, heel belangrijk dat de bruidegom de jurk van de bruid niet voor de huwelijksdag zag, want dat bracht ongeluk.
Veel vrouwen bewaarden hun trouwjurk en bekleedden de wieg van hun eerste kind met die stof.
Een belangrijk onderdeel van de bruidskleding is de bruidssluier en het kroontje. Van de bruidssluier dachten ze dat het je tegen het ‘boze oog’ beschermde, en het kroontje stond voor liefde, trouw en levenskracht, en dat werd meestal gemaakt van sieraden of bloemen. Nu word er niet altijd meer een sluier of een kroontje gedragen want de bijgelovige opvatting speelt niet meer zo’n belangrijke rol.
Het bruidsboeket was ook een belangrijk onderdeel van de accessoires. De bruidegom nam het mee als hij de bruid ging ophalen bij het huis van haar ouders. Het moest passen bij de persoonlijkheid van de bruid, haar postuur en haar bruidsjurk. In de 19e eeuw krijgt het de vorm die het nu nog heeft; een zwaar boeket met gerangschikte bloemen. Daarvoor werd de bruid vaak afgebeeld met een anjer, het teken van trouw, of een los bosje bloemen.
Het werd vaak bewaard met de bruidegompijp, of het werd na de huwelijksplechtigheid de lucht ingegooid tussen de ongehuwde meisjes en wie het dan ving die was de eerstvolgende bruid.
Aan de bruidskleding van de bruidegom werd minder aandacht besteed maar dat begint de laatste tijd ook meer te komen.
Wat is er veranderd aan de huwelijksvoltrekking en de voorbereidingen daarop
Het woord ‘bruiloft’ komt waarschijnlijk van ‘bruidloop’, dat was het belangrijkste onderdeel van het huwelijksfeest. Hiermee werd de optocht aangeduid dat de bruid door haar familie en buurgenoten naar de bruidegom werd gebracht.
In de 16e eeuw trouwde men vaak op zondag en was het eigenlijk een uitzondering om niet in de kerk te trouwen. Het verschil tussen een kerkelijk en een burgerlijk huwelijk kende men toen nog niet.
Maar op 1 april 1580 toen werd aangekondigd in Holland dat vanaf toen alleen het huwelijk voor de schepenen of predikant rechtsgeldig was. Er werd toen ook op andere dagen getrouwd, maar niet op maandag want dan bleef de man niet bij de vrouw. Broers en zussen mochten ook niet op dezelfde dag trouwen want dat bracht ongeluk. Tijdens advent of tijdens het vasten trouwde men ook niet.
In 1811 werd het verplicht om voortaan voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te trouwen, en voor de kerk dat deed je alleen als je dat zelf wilde. Nu is het gewoonlijk om voor het stadshuis te trouwen.
Traditioneel heeft een bruid die in het wit trouwt bruidsmeisjes. Een vrouw die eerder getrouwd is heeft geen bruidsmeisjes, maar ze kan wel een eredame hebben. De bruidegom zou proberen om evenveel bruidsjonkers te kiezen als bruidsmeisjes, want elk bruidsmeisje liep naast een bruidsjonker in de stoet.
Bij het verlaten van de kerk werd graan- of rijstkorrels, bloemen of confetti gestrooid naar de bruid en bruidegom, dat zou vruchtbaarheid moeten symboliseren.
Hoe ging het huwelijksfeest vroeger en nu?
Men vond dat het huwelijksfeest een gebeurtenis was die de hele gemeenschap aanging dus het huwelijksfeest waren dan ook (vooral op het platteland nog tot in de 20e eeuw) hele grote feesten met soms honderden gasten.
Pas in de loop van de 19e eeuw werden het kleinere en intiemere feesten, met alleen het gezin en de familie. Soms kwamen die grote feesten toen toch nog wel voor.
Op de bruiloft schonk men bruidstranen of hypokras (een soort likeur), dat symboliseerde het afscheid van de bruid van haar ouderlijke huis en haar jeugd.
De kinderen kregen bruidssuikers (zoete snoepjes in mooie papiertjes). Hiermee kreeg de bruid een kinderrijk huwelijk. Deze gewoonte is nog steeds niet ongebruikelijk.
Het feest werd soms bij de ouders van de bruid in huis gehouden, en in de 16e eeuw had men zelfs speciale ‘bruiloftshuizen’ die men kon huren voor het feest.
Soms organiseerden vrienden of collega’s het feest of het diner. Nu vieren bruidsparen het vooral buitenshuis maar het komt nog wel voor dat vrienden of collega’s het feest organiseren.
Vroeger moest de bruid brood uit delen aan de gasten, als symbool van overvloed. Dat brood is steeds luxer geworden tot het uiteindelijk taart was. De bruid en de bruidegom moeten samen de taart aansnijden en verdelen. De taart moet altijd heel zoet zijn want dan is het huwelijk ook zoet.
’s Avonds begon het echte feest pas. Als je ’s middags en bij de maaltijd alleen vrienden en familie had uitgenodigd, dan kwam ’s avonds ook nog de hele buurt.
Er werd veel gedanst, veel spelletjes werden er gedaan, er werden levenslopen gezongen of opgedragen en toneelstukjes met schuine teksten werden opgevoerd.
Tot in de 18e eeuw vergezelden de gasten en de muzikanten het bruidspaar tot aan hun huwelijksbed, waar de bruid werd beroofd van haar kroontje, sluier en kousenband. Dat was dan ook het moment waarop zijn definitief afscheid nam van haar ouders.
Hoe zagen de wittebroodsweken er vroeger uit en wat is er veranderd vergeleken met nu?
De wittebroodsweken zijn genoemd naar het witte brood dat alleen op feestdagen werd gegeten.
In de wittebroodsweken werd het bruidspaar door iedereen bezocht uit de familie en de buurt. Ook mocht de buurt ‘keuren’, een gebruik dat zich tot niet zo heel lang geleden heeft voortgezet.
Het bruidspaar moest in de wittebroodsweken nog aan elkaar en aan het samenleven met elkaar wennen. Na de wittebroodsweken hernam het gewone leven zijn loop en begon men aan het huwelijksleven.
Ook nu doet men het rustig aan; bruidsparen gaan steeds vaker op huwelijksreis en proberen in exotische oorden bij te komen van alle beslommeringen rondom het huwelijk.
Was men vrij in het kiezen van een partner en waren het dan wel liefdeshuwelijken?
In de 17e eeuw was het gewoonlijk dat men met iemand van dezelfde stad, hetzelfde dorp en dezelfde godsdienst trouwde.
Een boerenzoon trouwde bijvoorbeeld met een boerendochter, en een jongen met rijke ouders die trouwde met een meisje die ook rijke ouders had.
De dorpen waren meestal maar klein dus een huwelijk moest ook door het dorp goed gekeurd worden. Bij het kiezen van een huwelijkspartner moest je meer kiezen met je verstand dan met je gevoel. Een man moest bijvoorbeeld niet teveel drinken, redelijke werkkrachten hebben en ook (genoeg) grond bezitten. Mannen die wilden grote sterke vrouwen met het liefs brede heupen (dan kon ze goed kinderen baren).
De gemiddelde leeftijd waarop mensen trouwden was in de 17e eeuw 28 jaar.
Jongens en meisjes mochten (in de 18e eeuw) steeds minder zelf hun huwelijkspartner kiezen. De economische belangen gingen een steeds grotere rol spelen en het huwelijk was dan ook vooral om de erfenissen te regelen.
De man was het hoofd in het gezin en die zorgde ook voor de inkomsten. Hij had alle zeggenschap over de goederen in het huwelijk. In een bepaling uit het burgerlijk wetboek van 1890 staat:
De man heeft het beheer over de goederen uit de huwelijksgemeenschap. Hij kan deze zonder tussenkomst van de vrouw verkopen, weggeven of gebruiken als onderpand.
Mannen hadden ook het recht om van hun vrouw te scheiden (hoewel dit alleen door rijke mannen gedaan kon worden omdat het veel geld kostte), een vrouw mocht haar man nooit verlaten. Soms liep een vrouw wel eens weg bij haar man maar dat was een grote schande in die tijd! Als een vrouw vreemd ging werd haar familienaam beschadigd en werd ze gestraft door haar man, hoewel de man ongestraft kon vreemdgaan.
Nu is dat natuurlijk veranderd en zijn het ‘liefdeshuwelijken’. Steeds meer mensen kiezen voor ongehuwd samenwonen en de eerste homohuwelijken zijn al gesloten.
Het woord ‘bruiloft’ komt waarschijnlijk van ‘bruidloop’, dat was het belangrijkste onderdeel van het huwelijksfeest. Hiermee werd de optocht aangeduid dat de bruid door haar familie en buurgenoten naar de bruidegom werd gebracht.
In de 16e eeuw trouwde men vaak op zondag en was het eigenlijk een uitzondering om niet in de kerk te trouwen. Het verschil tussen een kerkelijk en een burgerlijk huwelijk kende men toen nog niet.
Maar op 1 april 1580 toen werd aangekondigd in Holland dat vanaf toen alleen het huwelijk voor de schepenen of predikant rechtsgeldig was. Er werd toen ook op andere dagen getrouwd, maar niet op maandag want dan bleef de man niet bij de vrouw. Broers en zussen mochten ook niet op dezelfde dag trouwen want dat bracht ongeluk. Tijdens advent of tijdens het vasten trouwde men ook niet.
In 1811 werd het verplicht om voortaan voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te trouwen, en voor de kerk dat deed je alleen als je dat zelf wilde. Nu is het gewoonlijk om voor het stadshuis te trouwen.
Traditioneel heeft een bruid die in het wit trouwt bruidsmeisjes. Een vrouw die eerder getrouwd is heeft geen bruidsmeisjes, maar ze kan wel een eredame hebben. De bruidegom zou proberen om evenveel bruidsjonkers te kiezen als bruidsmeisjes, want elk bruidsmeisje liep naast een bruidsjonker in de stoet.
Bij het verlaten van de kerk werd graan- of rijstkorrels, bloemen of confetti gestrooid naar de bruid en bruidegom, dat zou vruchtbaarheid moeten symboliseren.
Hoe ging het huwelijksfeest vroeger en nu?
Men vond dat het huwelijksfeest een gebeurtenis was die de hele gemeenschap aanging dus het huwelijksfeest waren dan ook (vooral op het platteland nog tot in de 20e eeuw) hele grote feesten met soms honderden gasten.
Pas in de loop van de 19e eeuw werden het kleinere en intiemere feesten, met alleen het gezin en de familie. Soms kwamen die grote feesten toen toch nog wel voor.
Op de bruiloft schonk men bruidstranen of hypokras (een soort likeur), dat symboliseerde het afscheid van de bruid van haar ouderlijke huis en haar jeugd.
De kinderen kregen bruidssuikers (zoete snoepjes in mooie papiertjes). Hiermee kreeg de bruid een kinderrijk huwelijk. Deze gewoonte is nog steeds niet ongebruikelijk.
Het feest werd soms bij de ouders van de bruid in huis gehouden, en in de 16e eeuw had men zelfs speciale ‘bruiloftshuizen’ die men kon huren voor het feest.
Soms organiseerden vrienden of collega’s het feest of het diner. Nu vieren bruidsparen het vooral buitenshuis maar het komt nog wel voor dat vrienden of collega’s het feest organiseren.
Vroeger moest de bruid brood uit delen aan de gasten, als symbool van overvloed. Dat brood is steeds luxer geworden tot het uiteindelijk taart was. De bruid en de bruidegom moeten samen de taart aansnijden en verdelen. De taart moet altijd heel zoet zijn want dan is het huwelijk ook zoet.
’s Avonds begon het echte feest pas. Als je ’s middags en bij de maaltijd alleen vrienden en familie had uitgenodigd, dan kwam ’s avonds ook nog de hele buurt.
Er werd veel gedanst, veel spelletjes werden er gedaan, er werden levenslopen gezongen of opgedragen en toneelstukjes met schuine teksten werden opgevoerd.
Tot in de 18e eeuw vergezelden de gasten en de muzikanten het bruidspaar tot aan hun huwelijksbed, waar de bruid werd beroofd van haar kroontje, sluier en kousenband. Dat was dan ook het moment waarop zijn definitief afscheid nam van haar ouders.
Hoe zagen de wittebroodsweken er vroeger uit en wat is er veranderd vergeleken met nu?
De wittebroodsweken zijn genoemd naar het witte brood dat alleen op feestdagen werd gegeten.
In de wittebroodsweken werd het bruidspaar door iedereen bezocht uit de familie en de buurt. Ook mocht de buurt ‘keuren’, een gebruik dat zich tot niet zo heel lang geleden heeft voortgezet.
Het bruidspaar moest in de wittebroodsweken nog aan elkaar en aan het samenleven met elkaar wennen. Na de wittebroodsweken hernam het gewone leven zijn loop en begon men aan het huwelijksleven.
Ook nu doet men het rustig aan; bruidsparen gaan steeds vaker op huwelijksreis en proberen in exotische oorden bij te komen van alle beslommeringen rondom het huwelijk.
Was men vrij in het kiezen van een partner en waren het dan wel liefdeshuwelijken?
In de 17e eeuw was het gewoonlijk dat men met iemand van dezelfde stad, hetzelfde dorp en dezelfde godsdienst trouwde.
Een boerenzoon trouwde bijvoorbeeld met een boerendochter, en een jongen met rijke ouders die trouwde met een meisje die ook rijke ouders had.
De dorpen waren meestal maar klein dus een huwelijk moest ook door het dorp goed gekeurd worden. Bij het kiezen van een huwelijkspartner moest je meer kiezen met je verstand dan met je gevoel. Een man moest bijvoorbeeld niet teveel drinken, redelijke werkkrachten hebben en ook (genoeg) grond bezitten. Mannen die wilden grote sterke vrouwen met het liefs brede heupen (dan kon ze goed kinderen baren).
De gemiddelde leeftijd waarop mensen trouwden was in de 17e eeuw 28 jaar.
Jongens en meisjes mochten (in de 18e eeuw) steeds minder zelf hun huwelijkspartner kiezen. De economische belangen gingen een steeds grotere rol spelen en het huwelijk was dan ook vooral om de erfenissen te regelen.
De man was het hoofd in het gezin en die zorgde ook voor de inkomsten. Hij had alle zeggenschap over de goederen in het huwelijk. In een bepaling uit het burgerlijk wetboek van 1890 staat:
‘De man heeft het beheer over de goederen uit de huwelijksgemeenschap. Hij kan deze zonder tussenkomst van de vrouw verkopen, weggeven of gebruiken als onderpand.’
Mannen hadden ook het recht om van hun vrouw te scheiden (hoewel dit alleen door rijke mannen gedaan kon worden omdat het veel geld kostte), een vrouw mocht haar man nooit verlaten. Soms liep een vrouw wel eens weg bij haar man maar dat was een grote schande in die tijd! Als een vrouw vreemd ging werd haar familienaam beschadigd en werd ze gestraft door haar man, hoewel de man ongestraft kon vreemdgaan.
Nu is dat natuurlijk veranderd en zijn het ‘liefdeshuwelijken’. Steeds meer mensen kiezen voor ongehuwd samenwonen en de eerste homohuwelijken zijn al gesloten.
“Hoe heeft het huwelijk en al de gewoonten en gebruiken eromheen zich ontwikkeld door de jaren heen? (ong. 16e eeuw tot nu)”
Tot op de dag van vandaag is het huwelijk heel belangrijk en spelen de traditionele gewoonten en gebruiken rondom het huwelijk een hele belangrijke rol. Alhoewel sommige gebruiken al helemaal verdwenen zijn, zoals de bruidegompijp. Dat komt denk omdat Nederland steeds meer beïnvloed word door andere culturen, die ook weer andere gewoonten en gebruiken met zich meebrengen. Een voorbeeld hiervan is de kousenband uit Amerika (als de bruid een kousenband draagt, wordt die aan het eind van de huwelijksdag tussen de jongenmannen gegooid, en wie hem als eerst vangt, is de eerstvolgende jongeman die trouwt).
Het huwelijksaanzoek werd vroeger gedaan door de vader van de bruidegom aan de vader van de bruid, terwijl het nu door de bruidegom zelf word gedaan (of de bruid!), en beiden dragen tegenwoordig een verlovingsring (hoewel dat vroeger alleen de bruid was).
Het was vroeger gebruikelijk om met iemand van dezelfde stand, dorp en godsdienst te trouwen. Het was meer een verstandshuwelijk. In de 18e eeuw werden de economische belangen belangrijker en jongens en meisjes konden steeds minder zelf hun partner kiezen. Nu trouwen mensen uit liefde en niet omdat iemand van dezelfde stand is. Scheiden was vroeger bijna niet mogelijk en dan is nu ook makkelijker geworden.
Het waren veel grotere feesten dan dat nu meestal het geval is. Er werd veel gedanst en gezongen en het was dus altijd een gezellige boel op de huwelijksfeesten. In de 19e eeuw werden het meer intiemere feestjes. De ouders kondigden het huwelijk vroeger huis aan huis aan, terwijl nu de bruid en bruidegom het zelf aankondigen, meestal via kaarten. De vrijgezellenavond is een gewoonte die nu nog steeds bestaat.
Hoe de bruidskleding er vroeger uit zag dat lag vooral aan hoe rijk je was. Rijke mensen konden een mooiere outfit maken dan de minder rijke mensen. Het kroontje komt bijna niet meer voor en de sluier wordt ook steeds minder gedragen. Dat komt omdat de bijgelovige belangen bijna geen rol meer spelen.
Men trouwde vroeger alleen op zondag en in de kerk, tot in 1580 vast werd gesteld dat alleen het huwelijk voor de schepenen of de predikant rechtsgeldig was. Vanaf toen trouwde men ook op andere dagen (met een paar uitzonderingen). In 1811 werd het verplicht om voor de ambtenaar van burgerlijke stand te trouwen, de kerk mocht als je dat zelf graag wilde.
De wittebroodsweken zijn ook veranderd. Vroeger moesten de bruid en bruidegom meestal nog wennen aan elkaar en aan het samenleven met elkaar. Nu gaat men meestal op huwelijksreis om bij te komen van alle beslommeringen rondom het huwelijk.
Er is nu bijna geen onderscheid te maken tussen het huwelijk van mensen uit de gegoede stand en dat van gewone burgers. Doordat er steeds weer nieuwe manieren worden gezocht om de mooiste dag van je leven zo speciaal mogelijk te maken, ontstaan er steeds weer nieuwe gewoonten en gebruiken, als anderen er tenminste zo van onder de indruk raken dat ze het gaan overnemen. Een aantal zullen ook weer gaan verdwijnen, en zo zal het heel lang doorgaan.
Zo blijkt maar dat het huwelijk een fenomeen is dat zich niet zomaar laat uitroeien.
Hoe het huwelijk in de loop der tijd is veranderd
Vandaag de dag is het huwelijk het ultieme teken van liefde tussen twee mensen. Dit was echter niet altijd het geval. In het verleden waren er eigenlijk meer pragmatische redenen achter dit concept. Dit artikel neemt je mee op een reis door de geschiedenis van het huwelijk en laat je zien hoe de betekenis ervan in de loop der tijd is veranderd.
De bruiloft als het einde van een sprookje? De werkelijkheid is anders
"En als ze niet gestorven zijn, leven ze nu nog." Zo eindigen veel klassieke sprookjes nadat twee geliefden elkaar hebben gevonden en hun grote droombruiloft vieren. Maar het is wat het is: een sprookje. De geschiedenis van het huwelijk laat zien dat dit idee niet altijd overeenkwam met de werkelijkheid - hoewel er in vroegere tijden zeker bruiloften waren die voortkwamen uit ware liefde. Vaak ging het echter om macht, invloed, rijkdom en andere belangen. Zowel gisteren als vandaag beweren religieuze en seculiere instellingen de regels te kunnen bepalen volgens welke een huwelijksceremonie geldig is. Maar wie is bevoegd om te bepalen wanneer een huwelijk "juist" is? Ideeën hierover zijn aanzienlijk veranderd.
Partnerschappen vergezellen de mensheid al sinds het begin. In termen van evolutionaire biologie zijn ze altijd logisch, omdat ze zorgen voor het voortbestaan van de mensheid. Onderzoekers gaan ervan uit dat menselijke relaties aanvankelijk promiscue waren, gevolgd door groepshuwelijken en soortgelijke polygame verbintenissen. Het monogame huwelijk kwam later en is lange tijd de norm geweest in onze cultuur. In andere delen van de wereld kan dit er natuurlijk iets anders uitzien.
Overigens komt het woord huwelijk van het Oud- of Middelhoogduitse "ooi" of "ewa" voor wet.
De geschiedenis van het huwelijk in de vorm van een duidelijke huwelijksceremonie gaat terug tot de oudheid. In die tijd was het echter niet meer dan een schijnpartnerschap, meestal lang van tevoren geregeld door de ouders. Het doel was duidelijk berekend: veel nakomelingen, bij voorkeur mannelijk, om het voortbestaan van de familie van de man te garanderen. Dienovereenkomstig werd de vrouw geselecteerd op basis van haar vruchtbaarheid en fungeerde ze uitsluitend als moeder. Het emotionele aspect werd volledig naar de achtergrond verdrongen. Natuurlijk speelden de financiële middelen van de ouders van de bruid en bruidegom ook een rol bij de keuze van een "goede partij".
Er zijn alleen verslagen van de huwelijksceremonie uit de hogere kringen. Als de vaders instemden, vond de verloving plaats. Familieleden en invloedrijke gasten werden uitgenodigd voor het daaropvolgende huwelijksfeest. Hier begint ook het verhaal van de trouwring. De bruidegom plaatste de ring aan de vierde vinger van de linkerhand van de bruid omdat men geloofde dat er een zenuw van de trouwring rechtstreeks naar het hart liep. De trouwring was echter niet zozeer een romantisch gebaar als wel een teken van begrip. In het Latijn symboliseert het hart begrip en moed.
De geschiedenis van het huwelijk gaat verder in de Middeleeuwen. Dit tijdperk bracht weinig verandering in de huwelijksinstelling. In een munthuwelijk betaalde de bruidegom een muntschatz, een soort afkoopsom, aan de familie van de bruid en werd zij zijn voogd. De vrouw had niets te zeggen over het huwelijk. De meeste huwelijken werden gesloten om economische of politieke redenen. Dit soort huwelijken was grotendeels voorbehouden aan families die het financieel beter hadden.
Minder bevoorrechte sociale klassen vierden meestal het meer niet-bindende vredeshuwelijk, dat het dichtst in de buurt kwam van het liefdeshuwelijk. In het huidige historische onderzoek wordt echter betwist of dit concept echt standhield.
Er was ook het kebbe-huwelijk tussen een vrije man en een niet-vrije man, dat wil zeggen vrouwelijke bedienden of slaven. Deze konden op elk moment door hun meester gedwongen worden tot een huwelijk of seksuele gemeenschap.
In de 10e eeuw begon de kerk actie te ondernemen tegen het huwelijk van de kebbe en werd het gebruikelijk om Gods zegen te krijgen tijdens de huwelijksceremonie. De kerk pleitte voor de duurzaamheid van het huwelijk en begon monogamie te eisen. De huwelijksliturgie ontwikkelde zich uit de kerkelijke zegen.
Dankzij de tussenkomst van de kerk werd het huwelijk een juridisch en sociaal veilige, consensuele en monogame instelling. In de loop hiervan werd het ja-woord vastgelegd als toestemming voor de huwelijksceremonie.
Vanaf de 13e eeuw werd de kerkelijke inzegening van het huwelijk niet langer een gewoonte, maar een verplichting. Een huwelijksceremonie kon alleen worden uitgevoerd door een priester en iedereen die samenleefde zonder te trouwen werd zwaar gestraft.
De moderne geschiedenis van het huwelijk - op weg naar het huwelijk zoals we dat nu kennen zoals we het nu kennen
Met het begin van het tijdperk van humanisme en verlichting werd de suprematie van de kerk teruggedrongen en hoefden huwelijken niet langer door de kerk gesanctioneerd te worden. Vanaf de 19e eeuw werd een ambtenaar van de burgerlijke stand door de staat aangesteld voor huwelijken. Het Romantische tijdperk kreeg deze naam niet in de laatste plaats omdat huwelijken nu ook uit liefde werden voltrokken.
Vanaf dat moment domineerden patriarchale huwelijken tot de jaren 1970, toen een golf van de seksuele revolutie ervoor zorgde dat minder jonge mensen wilden trouwen, meer huwelijken werden gescheiden en de anticonceptiepil het geboortecijfer deed kelderen. De emancipatie van vrouwen leidde tot meer gelijkheid.
De 21e eeuw markeert een mijlpaal in de geschiedenis van het huwelijk met de extra mogelijkheid van huwelijken tussen mensen van hetzelfde geslacht.
In de geschiedenis van het huwelijk zijn een aantal gebruiken en tradities ontstaan, waarvan sommige vandaag de dag nog steeds bestaan in min of meer gewijzigde vorm. Veel huwelijksgebruiken zijn in de vergetelheid geraakt, andere worden regionaal gepraktiseerd en weer andere blijven tot op de dag van vandaag bestaan - zoals het aanbieden van de verlovingsring bij het huwelijksaanzoek en het uitwisselen van trouwringen.
Een ander blijvend gebruik is dat van de getuige. Het vroegere equivalent, de voogd van de clan, regelde het huwelijk en veranderde in de huidige getuige, die alleen een symbolisch karakter heeft en getuige is van de huwelijksceremonie.
De kwintessens van de geschiedenis van het huwelijk is dat elk koppel, of het nu van gisteren of vandaag is, het concept van het huwelijk blijft ontwikkelen met hun ideeën en handelingen tijdens de huwelijksceremonie en zichzelf een onuitwisbaar deel van de geschiedenis maakt.