NSB Drenthe
Bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten van april 1935 behaalt de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) haar hoogst aantal stemmen: 7,94% van het totaal. Vooral de economisch minder welvarende provincies Limburg (11,69%) en Drenthe (11,19%-11.000 stemmen) dragen substantieel bij aan deze verkiezingsoverwinning.
Ondanks het feit dat in die tijd het kiesrecht gekoppeld is aan de opkomstplicht, geniet de beweging populariteit binnen het electoraat onder middenstanders, ambtenaren, boeren, militairen en onder enkele beter gesitueerden (hoge officieren, ondernemers, vrije beroepen) in binnen en buitenland (Nederlands-Indië). Door de economische crisis in de jaren dertig kunnen zij de pacht van hun land niet meer betalen en producten leveren weinig op. Een liter melk vijf cent, een varken nog geen twee gulden. Op de gewestelijke landdag van de NSB in Rolde in 1941 is de toeloop enorm.
Op de Boerdennen zitten onder duizenden deelnemers zijn Duitse autoriteiten als commissaris-generaal Schmidt en generaal Rauter. Leider Mussert spreekt de menigte toe. De aversie tegen het regeringsbeleid drijft velen in de armen van de NSB, die onder andere met de boeren Dieters, Hamming en Smid uit Annerveen regionale leiders heeft in de vakorganisatie Landbouw en Maatschappij. Die geeft de boeren toekomstperspectief en de NSB belooft, net als Hitler in Duitsland, hulp aan de boeren.
In Drenthe zijn net alleen veel boeren, maar ook veel minder gelovige mensen, die katholieke of protestantse partijen trouw blijven. Overigens woont landelijk ongeveer zestig procent van de NSB-stemmers in de Randstad, vaak zelfs in welvarende gemeenten als Naarden en Wassenaar.
Maar ondanks de vele stemmers voor de oorlog zijn er nooit veel NSB-leden geweest. In Drenthe bedraagt het ledental op zijn hoogtepunt 2800 in 1943, van wie de helft in de landbouw werkzaam is. Meer dan de helft van de NSB'ers woont in Noord-Drenthe en een derde in Zuidoost-Drenthe. Tegen het einde van de oorlog hebben 27 van de 34 Drentse gemeenten een NSB-burgemeester.
De NSB'ers zijn wel sterk vertegenwoordigd in de Groningse veenkoloniën. In 1942 wordt dan ook in Ter Apel de volgende Nationale Landdag gehouden
In welke mate Drenten zich schuldig hebben gemaakt aan heulen met de vijand in één of andere vorm is nooit precies vastgesteld. Wel dat er aan het eind van de oorlog ongeveer 3000 NSB'ers in Drenthe te vinden waren, van wie ongeveer de helft in de landbouw werkzaam was. Meer dan de helft van de NSB'ers woonde in Noord-Drenthe en eenderde in Zuidoost-Drenthe. Lang niet al deze 'foute' Nederlanders hebben zich in de oorlog misdragen, maar zij werden vlak na de bevrijding wel door de Binnenlandse Strijdkrachten, de bundeling van verzetsgroepen, opgepakt en onder bewaking bij elkaar vastgesteld in verschillende gebouwen. Spoedig werden zij overgebracht naar Kamp Westerbork, waar in september 1945 4000 mannen en 2000 vrouwen vastzaten, niet alleen Drenten maar ook velen van buiten de provincie die in het laatst van de oorlog hier waren beland.
In Assen wordt de doodstraf 21 maal opgelegd, waarvan negen maal bij verstek; o.a. bij vier Duitsers. In drie gevallen is de straf ook uitgevoerd (in Groningen). Commandant Sanner van de Bloedgroep Norg wordt in Assen veroordeeld en op 1 mei 1947 in Groningen geëxecuteerd. De politieagenten Sander van Droffelaar uit Woudenberg en Jan Lamberts uit Norg (31), gedetacheerd bij de SD, worden na hun veroordeling in Assen op 16 november 1949 in Groningen geëxecuteerd.