Post

Inhoud
- Voorwoord
- De post
- Chronologie van het start postkantoor
-
-
Voorwoord
-
De postbode, ook wel bode genoemd, was een bekende figuur die niet alleen post bezorgde, maar ook telegrammen en pakjes afhandelde.
-
De postbode hielp soms bij het innen van kwitanties of het regelen van zaken op de spaarbank in de stad.
-
Met de komst van de postiljon, die op zijn hoorn blies, was de aankomst van de post een echte gebeurtenis voor de lokale gemeenschap.
-
Vervoer ging niet alleen te voet, maar ook per postkoets of diligence in de 18e en 19e eeuw, en later per trein.
PTT en KPN: De post bezorging was lange tijd een staatsbedrijf, de PTT, dat later opging in KPN en vervolgens deels werd geprivatiseerd.
Opkomst van PostNL: In 2011 ging PTT Post verder als PostNL, het bedrijf dat we nu kennen.
Verandering van de postbode: De traditionele postbode, die vaak kostwinner was, maakte plaats voor parttime bezorgers, mede doordat pakketbezorging werd opgedeeld en deels uit de hand liep van de brievenbusservice.
De post
Eeuwenlang was post er alleen voor de rijken en machtigen. In de nasleep van de Franse revolutie werd de post gedemocratiseerd. In Nederland gebeurde dit vanaf ongeveer 1799.
De post! Het is zo gewoon geworden dat weinigen zich realiseren dat tijdens een groot deel van de Europese geschiedenis mensen nooit in hun leven post ontvingen. Post was een zaak van koningen en keizers, en van de geestelijkheid. Naarmate de tijd vorderde en de geletterdheid toenam werd post gewoner: eerst voor handelaren en notabelen, en later voor iedereen.
Vervoer van brieven en pakjes ging in de 18e en 19e eeuw eeuw per postkoets, ook wel deftig ‘diligence’ genoemd. Postkoetsen reden vaste routes. De aankomst van een postkoets was een echte happening. De postiljon, de postbesteller, blies op zijn hoorn bij aankomst, zodat de mensen in de stad wisten dat de post was gearriveerd. Die moesten zij (of hun bedienden) nog wel zelf komen ophalen. De organisatie van de postdienst was in handen van de stadsbesturen. In 1799 werd naar Frans voorbeeld een landelijke postdienst gesticht, die in handen kwam van de staat. Postbezorging is een belangrijke voorwaarde voor staatsvorming. Een regering heeft er belang bij om over goede communicatiemiddelen te beschikken. De nationale onderneming voor postbezorging die in 1899 werd opgericht zorgde ervoor dat postbezorging een staatsmonopolie werd, en was de voorloper van de latere PTT. Ook kwamen er postkantoren in steden en dorpen.
Vanaf 1844 werd de post ook per trein vervoerd. Het spoornet werd in deze periode flink uitgebreid, waardoor de kwaliteit en snelheid van de postbezorging verbeterde. In 1852 kwam de eerste Nederlandse postzegel uit. Gebruik daarvan was nog niet verplicht, maar de regering zag uiteindelijk in dat de postzegel de betaling van het postverkeer, en dus het inkomen van de schatkist, een stuk efficiënter maakte. In 1877 werd de postzegel verplicht. Brieven moesten nog steeds gepost worden op het postkantoor. Vanaf 1850 werden er in de grote steden ook brievenbussen geplaatst. In eerste instantie werd de post vier keer per dag bezorgd. In de jaren ’20 van de 20e eeuw werd dat verlaagd naar drie, en in 1932 naar twee bezorgmomenten per dag. Vanaf 1969 werd nog maar één keer per dag bezorgd.
In 1989 werd de eerste stap gezet naar privatisering van de postdiensten. PTT werd KPN. Wel had de overheid nog een meerderheidsaandeel, en had KPN nog een monopoliepositie. In 1994 werd het bedrijf beursgenoteerd en een jaar later verkocht de staat haar meerderheidsbelang in KPN. Het staatsmonopolie van de posterijen is dan definitief voorbij. Om zich staande te houden tegen de ontwikkelingen van het digitale berichtenvervoer, en tegenover de concurrenten, heeft PostNL besloten alle postkantoren te sluiten en alleen nog diensten in winkels aan te bieden. Op 28 oktober gaat een waar instituut voorgoed dicht.
De Eerste Kamer stemde in mei 2015 vóór het verminderen van het aantal brievenbussen. De maatregel zou met name onhandig zijn voor ouderen. Het pakt voor hen echter wel positief uit dat PostNL de overgebleven brievenbussen zo veel mogelijk gaat verplaatsen naar centrale plekken.
Chronologie van de start van het postkantoor 1848-1908
1848 Nederland krijgt een nieuwe Grondwet
1850 Een nieuwe Postwet. Niet langer staan de inkomsten voor de staat centraal, maar de dienstverlening voor het publiek. De postzegel wordt geïntroduceerd. Elke gemeente krijgt zo mogelijk een eigen postkantoor. Negentig gemeenten worden in eerste instantie aangewezen. In gemeenten met meer dan 200 inwoners komt een postdirecteur.
1850-1870 Groei van het netwerk. Van 96 naar 138 postkantoren; van 253 naar 647 hulppostkantoren. Het postkantoor is gevestigd op de plek waar de directeur woont.
1856 Het eerste Rijkspostkantoor opent in Amsterdam, een zesde deel van de landelijke post gaat via dit kantoor
1860 Al vijf Rijkspostkantoren
1870 In Oss wordt het eerste gebouw geopend waarin de post- en de telegraafdienst gezamenlijk worden ondergebracht. Telegrafie wordt van Binnenlandse Zaken overgeheveld naar Financiën.
1876 Peters, Rijksbouwkundige, bouwt als zijn eerste postkantoor in Enkhuizen.
1877 De staat stelt een Rijksbouwkundige voor Posterijen en Telegrafie in bij het ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid, overgeheveld van Financiën. Het postverkeer groeit sterk.
1879 Een van de eerste projecten van Peters is de vervanging van het oude postkantoor in Den Haag
1881 Meer diensten op het postkantoor, nu ook de dienstverlening van de Rijkspostspaarbank
1882 Postpakketten kunnen worden aangeboden bij de loketten van de postkantoren. Steeds meer ruimtebehoefte op het postkantoor. De directeuren krijgen opdracht te zoeken naar een gebouw; liefst eigendom van de gemeente. De eisen gaan omhoog.
1882 Peters bouwt vele kantoren; het werkgebied wordt gespitst in twee districten. Het Eerste District bestaat uit de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland en Utrecht. Het Tweede District uit de rest van Nederland.
1886 Post en Telegraaf worden één dienst
1885 Noord-Holland en de grote steden gaan naar het Eerste District
1889 Al 64 Rijkspostkantoren
1892 Invoer van een klassensysteem bij postkantoren, de indeling is afhankelijk van de zegelverkoop. Er is geen standaardontwerp. Omvang en toekomstverwachtingen bepalen eisen aan bouw. Dit wordt rond de eeuwwisseling als duur ervaren.
1892 D.E.C.Knuttel wordt Rijksbouwmeester van het Tweede District
1893 Post en Telegraaf worden geïntegreerd in een Hoofdbestuur Post en Telegrafie
1897 De Rijkstelefoon wordt toegevoegd aan het Hoofdbestuur Post en Telegrafie, dat vinden we nog niet terug in de naam
1898 Het hoogtepunt in de carrière van Peters, het kantoor aan de Nieuwezijds Voorburgwal 182 in Amsterdam wordt geopend
1908 Een commissie ontwerpt in opdracht van de Tweede kamer standaardplattegronden voor kleine kantoren. Het wordt geen groot succes