NSB Friesland

In Friesland tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) een beperkte rol, met enkele individuele incidenten zoals de benoeming van een NSB'er tot burgemeester van Leeuwarden in 1943. De NSB had echter geen grote organisatie in de provincie en haar invloed was minimaal, mede doordat het verzet in Friesland sterk was. Na de bevrijding zijn NSB'ers en collaborateurs berecht door de Tribunalen, die in Friesland actief waren. 

Een opmerkelijk feit was de benoeming van W.J. Schönhard, een lid van de NSB, tot burgemeester van Leeuwarden op 26 januari 1943. Hij bleef in functie tot 16 april 1945. 

 

NSB Districtkantoor Friesland was gevestigd aan Emmakade 48, Leeuwarden In dit gebouw was tijdens de Duitse bezetting het kantoor van het NSB-district Friesland gevestigd. Ook het Gewestkwartier van het Gewest Friesland had hier haar kantoor. Het gewest was onderdeel van de Natonale Jeugdstorm en had de volgende streken onder zich: Dokkum, Drachten, Franeker, Harlingen, Heerenveen, Leeuwarden, Oosterwolde, Sneek, Steenwijk.

Vanaf het Burmaniahuis dat gedurende de Tweede Wereldoorlog het hoofdkantoor was van de SD-Aussenstelle Leeuwarden terroriseerden een beruchte viertal de provincie Friesland: Lucas Bunt, Abraham Kaper, Fransoos Lammers, Jan Meekhof en Zacharius Sleijffer.

 

Lucas Bunt (Nijehaske, 17 april 1907 – Heerenveen, 21 april 1981) was een Nederlandse NSB’er en SS’er Hij was horecaondernemer en exploitant van het Friesch Koffiehuis in aan de oostzijde van de Wirdumerdijk te Leeuwarden. Hier werden in de oorlog geregeld feestpartijen voor Duitse officieren gegeven. Lucas Bunt was echter bepaald niet armlastig. Verder stond hij voor de oorlog bekend als een vrijmetselaar, apolitiek, Oranjegezind en anti-Duits. Tijdens de inval is zijn broer gesneuveld. Lucas Bunt was op 29 augustus op 24-jarige leeftijd getrouwd met Sjoukje Wisman. Het echtpaar kreeg drie kinderen. In 1944 werd Bunt lid van de Landwacht, de paramilitaire organisatie die op 12 november 1943 door de Duitsers werd opgericht. Kees van Geelkerken, de tweede man binnen de NSB, werd door Seyss-Inquart benoemd tot Inspecteur-Generaal van de Landwacht. Na Dolle Dinsdag (september 1944) werd SS-politieschef Hanns Albin Rauter de bevelvoerder en na de op Rauter (maart 1945) nam de SD’er Eberhard Schöngarth het bevel over. De Landwacht bestond voornamelijk uit fanatieke NSB’ers die met jachtgeweren waren uitgerust, reden voor de Nederlandse bevolking voor hen de scheldnaam Jan-Hagel

te bedenken. De Landmacht werd al snel zeer gevreesd en gehaat vanwege hun vele arrestaties en executies. De leden droegen de zwarte NSB-partijkleding: zwarte overhemden, zwarte pantalon of rijbroek, zwarte leren motor- of rijlaarzen, zwart lederen koppelriem met bijbehorende draagriem. Al naargelang de weersomstandigheden kon een zwarte tuniek en/of zwarte overjas worden gedragen. Bunt was gevreesd als lid van deze Landwacht, die nauw samenwerkte met de SD Leeuwarden. Als groepscommandant was hij er verantwoordelijk voor dat veel onderduikers en verzetsstrijders in handen van de SD Leeuwarden vielen. Op 23 september 1947 werd hij veroordeeld tot de doodstraf wegens collaboratie. De straf werd later omgezet in levenslang en in 1959 werd Bunt in vrijheid gesteld.In de gevangenis had hij kunnen studeren, zodat hij na zijn vrijlating een redelijk goede betrekking kon krijgen. Hij vestigde zich in Heerenveen, waar hij naar verluidt in redelijke welstand leefde en na zijn pensionering in 1974 van een behoorlijk pensioen kon genieten. Hij overleed in 1981 op 74-jarige leeftijd.

 

 

Wolters, Sikke 30 januari 1908 (Akkerwoude (thans Damwâld), gemeente Dantumadeel)
Overlijdensdatum: 27 juni 1944 (Heerenveen) Woonde in Heerenveen, Eeltje Halbertsmastraat 38. Gehuwd met Hieke Roskam. Drie kinderen. Eerste luitenant politie. Christelijk Gereformeerd. Lid NSB van de Groep Zevenwolden met stamboeknummer 102756, lid van de SS, districtsleider Friese Rechtsfront, vendelcommandant en vormingsleider W.S., vormingsspreker van de NSB en districtsinspecteur Algemeen Toezicht Leden NSB in Friesland. In 1941 volgde Wolters ook de burgemeesterscursus. De als begaafd en intelligent bekendstaande boerenzoon werkte aanvankelijk als brigadier bij de politie. Hij trad in 1929 bij de marechaussee in dienst en werkte onder andere in Leeuwarden en Drachten. In 1934 werd hij agent in Workum. Op 27 juni 1940 sloot Wolters zich aan bij de NSB. Binnen deze organisatie maakte hij snel carrière. Wolters was een fanatieke nazi-aanhanger en SD-medewerker, die het verraad niet schuwde. Regelmatig deed hij zich voor als anti-Duits om inlichtingen te verkrijgen. Ook manifesteerde hij zich als zwarthandelaar. Als hij met iemand een koop had gesloten, legitimeerde hij zich als politieman, nam de goederen in beslag en arresteerde de verkoper. Wolters specialiseerde zich in de opsporing van gecrasht geallieerd vliegtuigpersoneel en joden. Hij schroomde niet om gevangenen te mishandelen. Om die reden moest hij volgens het Friese verzet worden geëlimineerd.
Omdat Wolters op 27 juni 1944 zeer belastende verklaringen bij zich droeg die konden leiden tot de arrestatie van illegale werkers, doodde de verzetsstrijder Gerrit Hagen hem in de fietsenstalling van het NS-station in Heerenveen met een nekschot. Zijn tas met belastende papieren en zijn gloednieuwe Waltherpistool werden meegenomen. Het pistool werd in 1980 aan het Verzetsmuseum in Leeuwarden geschonken, maar verdween een jaar later na een inbraak. Het wapen is ondanks grondig onderzoek van de Leeuwarder recherche nimmer weer boven water gekomen.
In Den Haag noemde Wolters zich Siegfried Wouters. Als represaille is de veehouder Albert Marten Rinkema op 30 juni 1944 in zijn woning in Rottum gedood