Magarinefabrieken
Napoleon III gaf opdracht een nieuw vervangend broodsmeersel te ontwikkelen. In 1869 was het zo ver: Hippolyte Mège-Mouriés maakte de eerste margarine. Maar het was de Nederlander Antoon Jurgens die in 1871 de eerste margarinefabriek ter wereld begon.
J. van de Griendt 's-Hertogenbosch
A. Poesse & Zn. Hengelo
1878-
Muller, Goor
1881-
Bloemendaal & Kerkhoven, Rotterdam
1880-
Cohen & Van der Laan, Haarlem
1877
Timmerman & Co., Nijmegen
1880-
Verschure, Oosterhout
1876-
Cohen & Van der Laan Haarlem
1877-
J. Cramer & J. Scheers in Nijmegen
1878-
Muller & Cie. in Oldenzaal
1877-
Meijer van Leeuwen Oss
1878-
Firma Dingeman van Disseldorp
Waspik, 1876-
Firma Van Schijndel & Keunen
1874- Gemert
Johan Jurgens & Zn.
W.J. Albers
Grave, 1875 -
Prinzen & Van Glabbeek Helmond
J.M. Verschure & Zonen uit Oosterhout.
Magarinefabriek Leeuwenzegel
De in de jaren zestig van de vorige eeuw gebouwde fabriek produceerde het bekende margarinemerk Leeuwenzegel. In het monumentale gebouw aan de Bleiswijkseweg te Zoetermeer was lang Brinkers Margarinefabriek gevestigd.
Brinkers margarinefabriek
1878-1953
Koninklijke Brinkers Margarinefabriek BV is een margarinefabriek en fabriek van chocoladewaren en bakkerijproducten met vestigingen te Zoetermeer, Wijchen, Enschede en Velp. Het hoofdkantoor van Brinkers Holding bevindt zich te Zoetermeer.
Het bedrijf werd opgericht door Bernardus Brinkers (1862 - 25 mei 1937). Deze begon in 1878 in Den Haag langs de deuren te trekken om margarine, toen kunstboter geheten, te verkopen. In 1888 richtte hij een groothandel in margarine op. Een deel van het Huis te Palenstein werd door hem aangekocht om als pakhuis te dienen. De rest van het huis fungeerde als zuivelfabriek.
De margarine werd aangevoerd als halffabricaat en in deze fabriek verwerkt naar de wensen van de klant. Dit hield in: eventuele vermenging met roomboter, zout en boterkleursel toevoegen. Aanvankelijk werd de margarine verpakt in Keulse potten.
In 1914 ontstond, ten gevolge van de Eerste Wereldoorlog, schaarste en boter werd onderdeel van een distributiesysteem. Hierdoor schakelden meer en meer mensen op margarine over. Het bedrijf groeide en de naastgelegen zuivelfabriek werd betrokken.
In 1918 werd verder uitgebreid door de aankoop van het naastgelegen Huize Akkerlust en in 1927 was Brinkers de grootste margarinegrossier van Nederland. Huize Akkerlust is een herenboerderij uit 1866 en het is geklasseerd als rijksmonument. Toen in 1927 de twee grootste margarinefabrikanten, Van den Bergh en Jurgens, na een felle concurrentiestrijd, samen gingen in de Margarine Unie, besloot Brinkers om zelf margarine te gaan maken. In 1928 werd een fabriekje gestart te Nijmegen, dat in 1931 naar een groter pand te Wijchen werd verplaatst.
In 1932 werd het menggebod van kracht. Men was verplicht om, gezien het boteroverschot, boter bij de margarine te mengen. Ook moest de margarine in kleinverpakking worden geleverd. Nieuwe machines en een wikkeldrukkerij kwamen in werking. De zuivelfabriek "Zelandia", die eveneens in Palenstein was gevestigd, werd overgenomen. In Wijchen werd een raffinaderij voor plantaardige olie gebouwd. Men ging ook slaolie, bak- en braadvet en bakkersvet produceren.
Hoewel de oorspronkelijke grondstof van margarine rundvet was, werd dit geleidelijk vervangen door plantaardige grondstoffen: sojaolie, palmolie, zonnebloemolie, kokosolie en grondnotenolie. Omdat tijdens de Tweede Wereldoorlog de grondstoffen schaars waren, ging men koolzaad verbouwen en raapzaadolie produceren. In 1950 werd in Zoetermeer een moderne olieraffinaderij en margarinefabriek ingericht. In 1953 werd een hardingsinstallatie in gebruik genomen, waarmee olie in vet kon worden omgezet. Hiertoe was waterstofgas vereist. Het aantal medewerkers bedroeg in dat jaar 225. In 1955 werd een olieslagerij te Oudewater overgenomen, waar kokosolie uit kopra werd gewonnen. Hiertoe waren 10 miljoen kokosnoten per jaar nodig.
In 1964 werd de hardingsinstallatie verplaatst naar het Botlekgebied. Het benodigde waterstofgas werd nu via een pijpleiding aangevoerd, in plaats van in hogedruktanks over de weg. In 1978 was Brinkers één der grootste hardingsbedrijven in Europa.
In 1966 moest de vestiging van Brinkers uit het centrum van het snelgroeiende Zoetermeer verdwijnen. Het bedrijf werd verplaatst naar de Bleiswijkseweg in het buitengebied, waar het in 1968 in productie ging. Het hoofdkantoor van de holding bevindt zich nog steeds in Huize "Akkerlust" aan de Vlamingstraat 49 in het centrum van Zoetermeer.
In 1973 werd de olieslagerij te Oudewater door brand verwoest, waarbij onder meer 2000 ton kopra verloren ging. Na enkele maanden was de productie weer op peil.
In 1984 werd de voedingsmiddelendivisie van Brinkers te Zoetermeer door Cargill overgenomen, met fabrieken in Zoetermeer en Botlek voor het raffineren en harden van eetbare oliën en vetten. De vestiging te Zoetermeer werd in 1986 eveneens naar de Botlek overgebracht.
In 1998 vertrok Brinkers naar Zeewolde
De fabriek in Wijchen, waar reeds speciale bakkerijmargarines werden vervaardigd (onder de merknaam "Superieur"), ging zich ook toeleggen op andere bakkerijproducten, waaronder korstdeeg en andere halffabricaten, alsmede koffiebroodjes, croissants en dergelijke.
In 1975 werd het bakkerijgrondstoffenbedrijf Molco te Aartselaar opgekocht en in 1976 volgde het bedrijf Salino te Maassluis, een fabrikant van mayonaise, fritessaus en slasaus, alsmede slaolie, zonnebloemolie, maisolie en saffloerolie. In 1978 ontving Brinkers het predicaat Koninklijk.
Tegenwoordig heeft Brinkers een ingewikkelde structuur, met Brinkers Holding gevestigd te Zoetermeer en fabrieken onder meer in Velp, waar bakkerijproducten worden vervaardigd.
Tegenwoordig is het bedrijf als Royal Brinkers gevestigd te Almere-Haven.
Tot de klassieke merken die door Brinkers werden of worden gevoerd behoren:
- Wajang, margarine
- Bak en Braad, braadvet
- Leeuwezegel, margarine
Jurgens Margarinefabriek in Oss
Bouwjaar: 1912
Magarinefabriek EPOX te Epe
Magarinefabrieken Oss
De opkomst van de industrie in Oss is met name te danken aan een aantal Joodse handelsfamilies uit Oss en omgeving. Enkele bekende namen in de industriële geschiedenis van Oss zijn de margarinebedrijven van Jurgens en Van den Bergh, de vleesverwerkende bedrijven van Zwanenberg en Hartog en de watten- en tapijtfabriek van de gebroeders Van den Bergh, beter bekend als Bergoss.
In dit artikel wordt aandacht besteed aan de Osse boterhandel en de margarine-industrie.
Het belang van boter
Boter speelt een belangrijke rol bij de start van de industrie in Oss. Al vanaf de achttiende eeuw staat Oss bekend als boterstad. Er wordt veel boter verhandeld die gemaakt wordt door de boeren uit de omgeving. In 1768 krijgt Oss toestemming van de rijksoverheid om een boterwaag op te richten. Als je boter bij deze waag koopt, weet je zeker dat je goede kwaliteit boter én de juiste hoeveelheid krijgt. Dat is handig en betrouwbaar, omdat er op dat moment allerlei verschillende maten, munten en gewichten door elkaar worden gebruikt.
De boterwaag komt op de Heuvel te staan, waar al eeuwenlang de markt in Oss wordt gehouden. In dit gebouw zit niet alleen een weegruimte, ook het gemeentebestuur zetelt op de bovenverdieping en de veldwachter heeft hier zijn bureau en een paar cellen. Alle boeren uit de omgeving zijn verplicht om hun boter bij de boterwaag te laten wegen en verhandelen. Ook mogen er in de dorpen in de omgeving geen botermarkten meer gehouden worden. Dit monopolie is in de negentiende eeuw voor veel handelaren een belangrijke reden om zich in Oss te vestigen, waaronder de gebroeders Jurgens uit Limburg en Simon van den Bergh uit Geffen.
Er is zoveel vraag naar boter dat de boeren uit de streek niet genoeg kunnen leveren. Jurgens en Van den Bergh kopen ook boter in andere delen van het land. Zij brengen dit niet alleen op de Nederlandse markt, maar exporteren het ook naar onder andere Engeland.
Een wereldprimeur in Oss
De handelsfamilies Jurgens en Van den Bergh leren door de jaren heen met hun boterhandel de internationale markt goed kennen. Handelsman Anton Jurges hoort via zijn netwerk over de Franse chemicus Hippolyte Mège Mouriès, die een recept heeft gevonden voor het maken van kunstboter. Omdat het steeds moeilijker wordt om aan voldoende echte boter te komen, en omdat boter niet lang houdbaar is, lijkt dat de ideale oplossing. In Frankrijk wordt niets met de uitvinding gedaan.
Jurgens stuurt zijn zoon Jan naar Parijs om het recept van de kunstboter op te sporen. Dit lukt en in 1871 wordt in Oss voor het eerst op grote schaal kunstboter, oftewel margarine, gemaakt. Een wereldprimeur!
De eerste werkzaamheden vinden plaats in de schuur van de woning van Jurgens, tegenover de Grote Kerk. Vanaf 1872 wordt er met stoommachines gewerkt en groeit de onderneming uit tot een groot fabrieksterrein tussen de Grote Kerk en de Kruisstraat. In deze gebouwen wordt later Philips gehuisvest. Veel van deze fabrieksgebouwen zijn gesloopt, maar het fraaie kantoorgebouw van Jurgens aan de Kruisstraat staat er nog. Daarin zit tegenwoordig cultuurpodium de Groene Engel.
De concurrerende handelsfamilie Van den Bergh ziet dat de margarineproductie succesvol is en krijgt ook al snel het recept in handen. Simon van den Bergh start een succesvolle margarinefabriek aan het Heschepad. De verkoop van margarine loopt goed; het is goedkoper dan echte boter en een stuk lekkerder dan reuzel. Er wordt veel reclame gemaakt voor dit nieuwe product. Door middel van eigen verpakkingen en bijzondere namen, zoals Solo (Jurgens), Vitello en later Blue Band (Van den Bergh) proberen de fabrikanten zich te onderscheiden. De concurrentie is groot.
Beide margarinefamilies spannen zich in voor betere vervoersmogelijkheden van en naar Oss. In 1881 wordt de spoorlijn van 's-Hertogenbosch naar Nijmegen geopend, met een station in Oss. Er wordt een eigen goederenspoorlijn dwars door de stad naar de fabrieken aangelegd. Maar vervoer over het water zou veel goedkoper zijn. De plannen voor een haven en een kanaal, dat moet lopen vanaf de Maas bij Lithoijen naar Oss, zorgen echter voor spanningen tussen Jurgens en Van den Bergh. Uiteindelijk wordt er een plan aangenomen waarbij de haven dichtbij de fabriek van Jurgens zou komen. De plannen voor het kanaal en haven gaan uiteindelijk niet door, het duurt nog tot maar liefst 1968 voordat Oss een verbinding met de Maas en een haven krijgt.
Van den Bergh besluit vanwege de betere bereikbaarheid zijn fabriek over te plaatsen naar de havenstad Rotterdam. In 1891 sluiten in Oss de deuren van zijn margarinefabriek en verliezen honderden mensen hun werk. Dit veroorzaakt een criminaliteitsgolf.
De 'Vrede van Oss'
Na jaren van felle concurrentie tussen de margarinemakers besluiten de bedrijven in 1927 samen op te gaan in de Margarine Unie. Dit wordt ook wel de 'Vrede van Oss' genoemd. Na een fusie met de Britse firma Lever Brothers ontstaat Unilever. In 1929 wordt ook de margarinefabriek van Jurgens overgeplaatst naar de havenstad Rotterdam. Ook dan volgt in Oss weer een periode van werkeloosheid en onrust. Later zullen ook de Osse vleesverwerkende bedrijven in Unilever opgaan.
Margarinefabriek Upfield Rotterdam
sinds 2018 afgesplitst van Unilever. Margarineproducten die er worden gemaakt zijn onder meer Becel, Blue Band en Croma
De Nieuwe Margarinefabrieken Rijswijk
Margarinefabriek van Brinkers NV Oudewater
Remia boter/margarinefabriek Amersfoort
Het begon allemaal op 19 oktober 1925 in de kelder en garage van een huis in Amersfoort. De heer A. de Rooij startte daar een bedrijfje in margarine en roomboter. Later kwam er een mengerij bij waar margarine met roomboter werd vermengd. De Rooij's Elektrische Melangeer Inrichting Amersfoort, afgekort Remia, was een feit. De fabriek werd op 5 februari 1940 geopend. Er werkte toen zo`n 28 personen. Het bedrijf groeide snel en in 1951 verhuisde Remia naar een groter pand in Den Dolder. De bouw van een sausfabriek in 1960 was een mijlpaal in de ontwikkeling van de onderneming. Sindsdien is het bedrijf vooral bekend vanwege de sauzen en is Remia een Hollandse naam, met internationale ambities.
Antoon Bluijssen Asten Someren
In 1828 heeft Antoon Bluijssen een boterhandel opgericht. De energieke baas bracht deze handel vlug tot bloei en maakte al spoedig reizen naar het buitenland, hoofdzakelijk Zweden. Aan de boterhandel verbond hij ook de boterfabricage. Ook begon zijn zoon Jan rond 1870, ongeveer tegelijkertijd met Jurgens, met de fabricage van margarine en dreef handel met Engeland en Frankrijkd. Ongeveer in 1895 breidde hij de zaak uit met een winkelbedrijf en stichtte overal eigen winkels. In Nederland had hij er 100, in België 30 en in Engeland 10 en dat zijn zelfs voor deze tijd nog respectabele aantallen.
In 1900 werd de zaak overgenomen door Jan's drie zoons Willem, Johan en Antoon en Willem was de meest vooruitstrevende van de drie en was meestal op reis. Met Johan, die in Asten de leiding had, verzorgde hij de margarinefabriek, terwijl Antoon de weverij voor zijn rekening nam. Willem voerde het cadeaustelsel in, dat zo'n omvang nam dat de cadeaus op den duur meer waarde vertegenwoordigden dan de verkochte waren. In het begin verkochten de winkels alleen zuivelproducten en dat werd later uitgebreid met andere winkelwaren.
De bontweverij was ontstaan uit de huisindustrie, waarbij door wevers linnen werd geweven en met leverde dit af aan de Bluijssens. Ook buiten Asten werkten de wevers voor Bluijssen, zoals in Someren, Lierop, Mierlo tot in Gemert toe. In de 19e eeuw werd de bontweverij gesticht in een perceel aan de Julianastraat. Daar werd schortenbont, beddentijk en nog meer vervaardigd. Hier had Antoon de leiding. Daar men echter te goede kwaliteit vervaardigde kon men niet concurreren tegen andere weverijen en in 1904 werd de weverij stopgezet. De huisindustrie was toen geheel verlopen.
In 1906 ging Bluijssens failliet. Dit was niet omdat de zaak niet gezond was, maar omdat firmant Johan zijn broers bedonderde. Toen het faillissement van Bluijssens bekend werd, was heel Asten in rep en roer. Alles zat onder de Bluijssens, de arbeiders die er werkten, het talrijke kantoorpersoneel, de winkeliers met geleende gelden enzovoorts. Bluijssens werd niet voor niets 'de God van Asten' genoemd. Bluijssens had ten dele Asten gemaakt, maar aan de andere kant ook industrie tegengehouden.
De fabrieken werden verkocht en de natuurboterfabricage werd voortgezet. Een deel der gebouwen is gekocht door de N. V. Asten Creameries, die zich na de Eerste Wereldoorlog de fabricage van margarineproducten ten doel gesteld had. Er werden hiervoor grote gebouwen neergezet, uitgebreide machine-installaties aangelegd, maar praktisch hebben deze fabrieken niet gewerkt. Zij moesten in mei 1921 worden stilgelegd en in januari 1923 werden gebouwen en machines verkocht. Ongeveer in 1930 werd in een van deze gebouwen de Tricotagefabriek Te Strake en Vercouteren gevestigd. Deze gebouwen brandden in 1935 gedeeltelijk af, waarna een nieuwe fabriek gebouwd werd, waar later de firma ten Cate is gevestigd.
Verschure’s Margarine Fabrieken
Joh. M. Verschure & Zoon, afgekort tot VeZet, was van oorsprong een boteren kaashandel opgericht in 1838. De merknaam VeZet werd op de margarine vereenvoudigd tot V.Z. Verschure was sinds vanaf 1876 een van de grootste margarineproducenten, met grote fabrieken in Oosterhout en Antwerpen en handelsvestigingen in Den Haag en Londen. In Oosterhout werd ook kaas geproduceerd, en het hoofdkantoor in Rotterdam heette in 1915 nog steeds
“Verschure’s margarinefabrieken N.V. en Kaashandel Vezet”.
Vanwege de grote omzet in België, evenals de Ned. Plantenboter Fabriek, wilde de grootste concurrent Jurgens in Oss al langere tijd tot samenwerking komen, maar de toenmalige directeur Verschure Jr. wilde daar niets van weten. In 1915, toen het handelsverkeer met België stil lag, werden beide bedrijven overgenomen door Jurgens. In 1928 ging Verschure op in de Boterunie van Jurgens en Van den Bergh en sloot de fabriek in Oosterhout.
Magarinefabriek de Valk Weesp
Margarinefabriek in Zwijndrecht
Magarine en boterfabriek Zoetermeer
Boterhandelaren in Zoetermeer:
Adegeest, Johannes Hendrikus 1906 boterhandelaar Zoetermeer 1930-1940
Akkerman, Arie 1911 boterhandelaar Zegwaart 1936-1945
Arkensteijn, A.C. zuivelproducten Dorpsstraat 56 1934-1958
Balvert, Hendrik 1891 kaashandelaar, 1919 uit Zegwaart, 1923
naarZegwaart Zoetermeer 1911-1958
Boon, Adrianus van der 1877 boterhandelaar Zoetermeer 1903-1936
Boon, Arie van der 1868 boterhandelaar Zegwaart 1897-1898
Boon, Johannes van der 1871 boterhandelaar Zegwaart 1905
Boon, Willem van der 1875 boterhandelaar Zegwaart 1905
Bos, Aart 1890 boterhandelaar Zoetermeer 1910-1924
Bos, Arie 1909 boterhandelaar Zoetermeer 1930-1945
Bos, Corstiaan 1898 boterhandelaar Zegwaart 1929
Bos, Corstiaan 1877 boterhandelaar, later veldarbeider, tot 1908 in
Zegwaart Zoetermeer 1907-1936
Bos, Jacob 1861 boterhandelaar Zoetermeer 1896-1916
Bos, Johannes 1913 boterhandelaar, zoon van Corstiaan Zoetermeer 1935-1936
Brandhorst, Arie 1882 ca. boterhandelaar Zoetermeer 1907
Brandhorst, Arie 1880 boterhandelaar Zegwaart 1905-1915
Brandhorst, Johannes 1899 boterhandelaar Zoetermeer Broekweg 1924-1945
Breeschoten, Hendrik Willem van (Henk) 1902 boterhandelaar, 1933 uit Rotterdam, 1935 naar Bergschenhoek Zegwaart 1929-1935
Brinkers Margarinefabrieken NV margarinefabriek Zegwaart
Dorpsstraat 96 1915->1970
Brinkers, Arie 1864 koopman/boterhandelaar Zegwaart Molenweg 041c? 1903-1917
Brinkers, Arie 1898 boterhandelaar, 1922 naar Voorburg Zegwaart 1920-1922
Brinkers, Bernardus 1862 koopman/boterhandelaar, telefoon in 1915, ovl 1937 Zegwaart Dorpsstraat 98 1909-1937
Brinkers, Bernardus 1896 boterhandelaar, zoon van Bernardus 1862, 1917 uit Zegwaart Zoetermeer Vlamingstraat 51 1917-1936
Brinkers, Cornelis 1892 boterhandelaar, zoon van Arie 1864 Zegwaart 1916
Brinkers, G.C. Brinkers Margerinefabriek NV, Brinkers
Roomboterfabriek NV Vlamingstraat 49 1958
Brinkers, Hubertus Cornelis (Huug) 1927 groothandel B.Z.Z. met broer
Martin, zoon van Bernardus 1896 Zoetermeer Vlamingstraat 51 1945
Brinkers, Hubertus Cornelis 1891 boterhandelaar / grossier in margarine, zoon van Bernardus 1862, 1933 naar Wassenaar Zegwaart 1910-1933
Brinkers, Jan 1899 Boter, kaas, eieren en melk (handel) Zegwaart Stationsstraat 63 1926-1958
Brinkers, Martinus (Martin) 1925 groothandel B.Z.Z. met broer Huug, zoon van Bernardus 1896 Zoetermeer J.L. van Rijweg 18 na 1945
Brinkers, Teunis 1902 boterhandelaar Zegwaart 1928
Burg, Hubertus Jacobus van der 1909 boterhandelaar Zegwaart 1931-1934
Cammeraat, Mees boterboer van 1959-1972; Zoetermeerse Kaashal 1972 Zoetermeer Dorpsstraat 149 1959-1972
Coster, Cornelis 1876 boterhandelaar Zoetermeer 1909-1912
Dam, Gijsbert Pieter van 1894 boterhandelaar Zegwaart 1923-1926
Dam, Pieter van 1896 ca. boterhandelaar Zegwaart 1924-1927
Dam, van Zegwaart Zegwaartseweg 120 na 1945
Dassen, Lammert 1899 boterhandelaar Zoetermeer 1939-na 1945
Driel, Joop van had opslag aan de Bleiswijkseweg Zoetermeer Voorweg na 1945
Egmond, Pieter van 1907 boterhandelaar Zoetermeer 1935-1958
Elzen, Adrianus den 1873 boterhandelaar Zoetermeer 1894-1908-1958
Elzen, Jacobus den 1908 boterhandelaar, voorheen slager, zoon van L.J., tot 1930 te Voorburg Zoetermeer 1928-1936
Elzen, Leonardus Joseph den 1863 boterhandelaar, ovl 1937 Zoetermeer 1896-1937
Elzen, Simon den 1876 boterhandelaar Zoetermeer 1903
Friggen, Gijsbertus 1862 boterhandelaar, voorheen los werkman, 1913 uit Zegwaart Zoetermeer 1913-1936
Golverdingen, Hannes Zoetermeer Voorweg 116 na 1945
Groeneveld, Johannes 1872 boterhandelaar, 1914 uit Zoetermeer, naar Veur, 1915 uit Veur, 1930 naar Den Haag Zegwaart 1907-1930
Groenheijde, Abraham 1910 boterhandelaar, 1916 uit Zoetermeer, zoon van Hendrik B Zegwaart 1916-1958
Groenheijde, Arie Zoetermeer Vlamingstraat 32 na 1945
Groenheijde, Cornelis 1892 boterhandelaar Zegwaart 1921-1928
Groenheijde, Hendrik Bernardus (Henk) 1912 boterhandelaar Zoetermeer 1940-na 1945
Groenheijde, Hendrik Bernardus 1881 boterhandelaar, 1907 uit Zegwaart, 1916 naar Zegwaart Zoetermeer Voorweg 52 1907-na 1945
Groenheijde, Jacobus 1886 boterhandelaar, 1908 uit Waddinxveen, 1915 naar Voorburg Zegwaart 1908-1915
Haak, Dirk van der Zegwaart Stationsstraat 99 na 1945
Hagers, Hendrik 1892 boterhandelaar, 1930 uit Capelle a/d IJssel Zegwaart Berkelseweg 3 1930-1938
Heemskerk, Isaac 1908 boterhandelaar, 1934 uit Zegwaart Zoetermeer Broekweg 19 1934-1945
Helden, Willem van 1881 boterhandelaarsknecht Zegwaart 1903-1905
Helden, Willem van 1881 boterhandelaar Zoetermeer 1906-1908
Hendriks, Tinus Zoetermeer Voorweg 127 na 1945
Hoed, Arie den 1870 boterhandelaar, 1920 uit Zoetermeer, 1921 naar Rotterdam Zegwaart 1899-1921
Hoed, Cornelis den 1865 boterhandelaar, ovl 1898 Zoetermeer 1891-1898
Hoed, Cornelis den 1902 boterhandelaar Zegwaart 1925-1928
Hoed, (Nicolaas) Klaas den Zegwaart Dorpsstraat 120 1934-1945
Hoed, Nicolaas (Nico) den Zegwaart Dorpsstraat 120 1920-na 1945
Hoed-Konijn, A. den zuivelhandel Dorpsstraat 120 1950-1958
Hoek, Thijs 1860 boterhandelaar Zegwaart 1895
Hogeveen, Dick Zegwaart Zegwaartseweg 176 na 1945
Hogeveen, Willem 1892 boterhandelaar Zegwaart Bleiswijkseweg 76 1921-1958
Hollander, H.J. den caféhouder en zuivelhandel Leidsewallen 36 1958
Hollandse Margarinefabriek Wijchen NV afd Ztm margarinefabriek Zegwaart Dorpsstraat 100 1949-1951
Hoogendoorn, Jan 1886 kaashandelaar Zegwaart 1915-1916
Hoogendoorn, Martinus (Martien) 1884 Zegwaart Den Hoorn 27 1916-na 1945
Hoogendoorn, Pieter 1914 boterhandelaar Zoetermeer 1938-1945
Houtman, Antonius Leonardus 1884 boterhandelaar Zoetermeer 1907
Houtman, J. Boter, kaas, eieren en melk (handel) Zegwaart 153 1934
Jansen, Adrianus 1898 ca. boterhandelaar Zegwaart 1921-1934
Janson, Adrianus 1878 boterhandelaar Zoetermeer 1906-1937
Janson, Arend 1951: 85 Zegwaart Stationsstraat 90 1920-1958
Janson, Cornelis 1868 boterhandelaar Zoetermeer 1903-1945
Janson, Gerardus (Gerrit) 1888 boterhandelaar Zoetermeer 1910-1945
Janson, Henk zoon van Arend Zegwaart Stationsstraat 1920-1945
Janson, Kees zoon van Arend Zegwaart Stationsstraat 1920-1945
Janson, Wim zoon van Arend Zegwaart Stationsstraat 1920-1945
Jong, Gijs de Zoetermeer Voorweg 72 1945-1975
Jong, Jan de 1904 ca. boterhandelaar Zoetermeer 1938-1940
Jong, Johannes Hendrikus de 1909 boterhandelaar Zoetermeer 1930-1936
Kaashoek, Geerlof later wasserette "De Witte Top" Zegwaart Stationsstraat 72 1945-1975
Kaashoek, J. voorheen nr 29 Zoetermeer Vlamingstraat 31 1945-1975
Karens, Martien Lzn Zegwaart Dorpsstraat 200 1945-1975
Konijn, Henk later naar 85 Zegwaart Stationsstraat 98 1920-1945
Konijn, Jan 1896 (en Zn) boterhandelaar, 1921 uit Zwammerdam Zegwaart 1921-1958
Kouwenhoven, Dirk 1870 boterhandelaar Zoetermeer 1898
Kreft, Willem (Wim) 1902 Zoetermeer Voorweg 1928-1945
Krijger, Cor de boterboer en tuinder Zoetermeer Voorweg 100 1920-1945
Krijgsman, Gerrit zoon van de tweede vrouw van Johan Zoetermeer Broekweg 8 1920-1945
Krijgsman, H.C. Boter, kaas, eieren en melk (handel) Zoetermeer 1934
Krijgsman, Hendrik Jacobus (Henk) 1902 (en Zn) boterhandelaar, zoon van Pieter 1850 Zoetermeer 1920-1958
Krijgsman, J. boterhandelaar Zoetermeer Stationsstraat 96 1950
Krijgsman, J. boterhandelaar J.L. van Rijweg 8 1958
Krijgsman, Joh. boterhandelaar Stationsstraat 75 1950
Krijgsman, Joh. zuivelproducten J.L. van Rijweg 4 1951
Krijgsman, Jaap Flat Meerzicht; huurde pakhuis Stationsstraat 46 Zoetermeer 1945-1975
Krijgsman, Jacob (Jaap) 1885 boterhandelaar, zoon van Pieter 1850, 1903 uit Waddinxveen, 1929 naar Zegwaart Zoetermeer 1912-1945
Krijgsman, Johannes 1916 zoon van Johannes 1881; die later naar Papendrecht is gegaan Zegwaart Stationsstraat 1936-1945
Krijgsman, Johannes 1881 boterhandelaar, naast Oude Fabriek Zoetermeer Voorweg 1906-1938
Krijgsman, Kees ook Van Brakelstraat 4 Zegwaart Du Meelaan 424 1945-1975
Krijgsman, Martien Pzn. Stond op de markt en had ook 2 winkels; was in 1945 al 71 jaar oud Zoetermeer Voorweg 95 1945-1975
Krijgsman, Martinus 1874 boterhandelaar Zoetermeer 1935
Krijgsman, Pieter 1850 kaashandelaar, 1896 uit Zevenhuizen, ovl 1928 Zoetermeer 1896-1928
Krijgsman, Pieter 1909 boterhandelaar, zoon van Martinus 1874 Zoetermeer 1935-1939
Krijgsman, Pieter 1919 zoon van Johan; die later naar Voorburg is gegaan Zegwaart Stationsstraat 1939-1945
Krijgsman, Pieter Wouter 1914 boterhandelaar, 1929 uit Zoetermeer, zoon van Jacob 1885 Zegwaart Voorweg 45 >1935-1975
Krijgsman, P.W. boterhandelaar Zoetermeer Stationsstraat 214 1950
Krijgsman, Rogier Pzn; is later op de markt gaan staan Zoetermeer Voorweg 45 1945-1975
Krijgsman, Willem 1910 boterhandelaar, zoon van Johannes 1881, 1930 naar Zegwaart Zoetermeer Stationsstraat 75 1930-1958
Krijgsman, Wouter 1916 boterhandelaar, 1929 uit Zoetermeer, zoon van Jacob 1885 Zegwaart >1935-1945
Lammens Pzn, Jan Boter, kaas, eieren en melk (handel) Zegwaart Dorpsstraat 176 1920-1945
Lengkeek, F. Boter, kaas, eieren en melk (handel), ook nr. 100 Zegwaart Stationsstraat 145 1920-1945
Lexmond, W.M. Boter, kaas, eieren en melk (handel), tel. 30 Zegwaart 1934
Meer, Christoffel van der 1863 boterhandelaar en veehouder Zoetermeer 1896-1936
Meer, Theodorus Josephus 1899 boterhandelaar en veehouder, zoon van Christoffel, 1935 bij vader Zoetermeer 1929-1962
Moree, Abraham 1890 zwager van Jaap en Johan Krijgsman, 1912 uit Stompwijk Zegwaart Stationsstraat 94 1912-1940
Mullem, Pieter van 1913 boterhandelaar, 1935 bij vader Zoetermeer Vlamingstraat 43 1930-1945
Noordam NV, C. & A.J. roomboter- en kaashandel, ook Bleiswijkseweg 11 (1958: Zuid-Hollandse Zuivelhandel) Dorpsstraat 161-163 1934-1958
Noordam, Adriaan Jacobus 1881 boterhandelaar Zegwaart 1907
Noordam, Christiaan Gerrit 1883 kaashandelaar, later boter- en kaashandelaar, 1911 uit Zoetermeer, broer van Gerrit Frans Zegwaart 1911-1936
Noordam, Cornelis 1875 boter- en kaashandelaar, 1914 naar Den Haag Zegwaart 1900-1914
Noordam, Frans Christiaan kaas- en boterhandelaar Zegwaart Dorpsstraat 101 1909
Noordam, Gerrit Frans 1885 directeur eener melkfabriek, 1911 uit Zoetermeer, 1915 naar Leiden Zegwaart 1911-1915
Ooms, Leo zoon van Arie; later verhuisd naar Culemborg Zegwaart Stationsstraat 50 1920-1945
Puffelen, Henkdrik van 1907 Zegwaart Stationsstraat 73 1932-1958
Puffelen, Jan van 1881 Zegwaart Dorpsstraat 149 1908-1945
Puffelen, Mees van Zoetermeer Voorweg 39 1911-1945
Puffelen, Pauw van Zegwaart Zegwaartseweg 200 1920-1945
Reeuwijk, Gerrit van Zegwaart Schinkelweg 1920-1945
Reeuwijk, Jaap van Zegwaart Bleiswijkseweg 1920-1945
Reeuwijk, Pleun van 1915 boterhandelaar Zoetermeer 1935-1945
Rietkerk, Leendert 1874 boterhandelaar Zegwaart 1906-1912
Rijk, Johannes de 1879 boterhandelaar, 1906 uit Zoetermeer, 1916 naar Den Haag Zegwaart 1906-1916
Romijn, Adrianus Petrus (Arie) 1894 Zoetermeer Dorpsstraat 49 1914-1958
Roos, Arie 1844 boterhandelaar, 1904 uit Bleiswijk, ovl 1919 Zegwaart 1904-1919
Roos, Arie 1893 boterhandelaar, later winkelbediende, 1929 uit Gouda Zegwaart 1922-1934
Roos, Gerrit [Pieter]1869 Zoetermeer Vlamingstraat 73 1920-1958
Roos, Gerrit Pieter 1869 had warenhuis en was tevens boterboer; zoon Jaap ging door Zegwaart Dorpsstraat 156 1909-1945
Roos, Gerrit Pieter 1906 boterhandelaar, zoon van G.P. 1869 Zegwaart 1931-1939
Roos, Jacob (Jaap) 1909 levensmiddelen- en zuivelhandel Bleiswijkseweg 42 1923-1983
Rooij, de, Maarten Vertrok naar Zuid Afrika. Later weer terug naar Nederland Zegwaart Stationsstraat 96 1945-1975
Rozenboom, Paul Werkte bij Van der Spek in Voorburg Zegwaart Perkstraat 16 1945-1975
Slootweg, Arie 1897 boterhandelaar, 1922 naar Zegwaart Zoetermeer 1917-1936
Slootweg, Pieter 1886 boterhandelaar Zoetermeer 1910-1914
Sluiter, Johan ca. 10 jaar; later groenteboer Zegwaart Dorpsstraat 1920-1945
Smit, Huibert van der boterhandelaar Zegwaart Dorpsstraat 120? 1909
Spek, Arie van der 1878 boterhandelaar Zegwaart Dorpsstraat 175 1909-1965
Spek, Arie van der 1909 boterhandelaar, zoon van Arie 1878, 1935 naar Amsterdam Zegwaart 1929-1935
Spek, Arie van der 1910 boterhandelaar, zoon van P.J. vdS, Gebr. Van der Spek Zegwaart Stationsstraat 208>230 1930-1975
Spek, Cornelis Jasper van der 1898 boterhandelaar, zoon van P.J. vdS, 1923 naar Ztm, 1924 terug in Zw Zegwaart Stationsstraat 77 1923->1951
Spek, Cornelis van der 1904 boterhandelaar, zoon van Arie 1878, sticht 1932 gezin Zegwaart 1933-1975
Spek, Jasper Cornelis van der 1899 boterhandelaar, zoon van P.J. vdS, 1935 nog bij vader Zegwaart 1929-1936
Spek, Johannes Cornelis (Johan) van der 1911 boterhandelaar, zoon van Arie 1878, 1935 nog bij vader Zegwaart 1931-1945
Spek, Leendert (Leen) van der 1913 boterhandelaar, zoon van P.J. vdS, 1935 nog bij vader, Fa. gebr. Van der Spek Zegwaart Stationsstraat 212>238 1935-1975
Spruit, Cor zoon van kruidenier in de Dorpsstraat 1945-1975
Sterrenberg, Willem boterhr/winkelier/bierhandelaar Zegwaart Molenweg 242 1909
Straten, Willem van 1907 boterhandelaar, 1933 naar Rotterdam Zegwaart 1927-1933
Tang & Noordam, Fa. Gebr. Van der roombotergroothandel Stationsstraat 62 1943-1958
Tang, Gebr. Van der boterompakkerij en fabriek chocopasta Zegwaart Stationsstraat 46 1927-1953
Tang, Laurens van der tot ca. 1940; is toen verhuisd naar Dordrecht Zegwaart Stationsstraat 15 1925-1940
Tang, Pieter (Piet) van der 1906 boter- en kaashandel Stationsstraat 46 1927-1987
Tang, Teunis (Teun) van der 1907 boterhandelaar, broer van Pieter (1929-1933 in Zoetermeer) Zegwaart Stationsstraat 62 1927->1953
Timmermans, Jan met Lous als Gebroeders Zoetermeer Broekweg 14 1920-1951
Timmermans, Lous met Jan als Gebroeders Zoetermeer Broekweg 14 1920-1951
Toom, Arie den Zegwaart Stationsstraat 1945-1975
Veelenturf, Adrianus Willebrordus Johannes 1907 boterhandelaar Zegwaart 1930
Velden, Jaap van der Zegwaart Frans Halsstraat 42 1945-1975
Velden, Jacobus van der 1907 boterhandelaar Zoetermeer 1927-1937
Velden, Jacobus (Koos) van der Zegwaart Stationsstraat 150,later 102 1920->1958
Verheul, Willem 1900 later naar Canada geëmigreerd Zoetermeer Voorweg 95 1930-1945
Verhoef, Arie Zoetermeer Voorweg 39 1945-1975
Verhoeff, A.H. zuivelproducten Zoetermeer Stationsstraat 145 1950-1958
Vogelaar, Cor later naar Groningen verhuisd Zegwaart Bleiswijkseweg 90 1945-1975
Vogelaar, Laurens (Laus) 1917 voorheen Bleiswijkseweg; W.O II; verhuisd naar Amsterdam Zegwaart Stationsstraat 52 1920-1945
Vogelaar, Teun Zegwaart Bleiswijkseweg 90 1920-1945
Vollebregt, Jacobus Johannes 1904 boterhandelaar Zoetermeer 1924-1937
Vonhout, Willem 1882 boterhandelaar > chef NV Zelandia, 1912 uit Sluis, 1927 naar Arnhem Zegwaart 1912-1927
Voskamp, Arie 1902 boterhandelaar, 1923 uit Benthuizen Zegwaart 1923-1935
Voskamp, Gebroeders Zegwaart Zegwaartseweg 1920-1945
Voskamp, Hendrik 1907 boterhandelaar Zoetermeer 1931
Vroedsteijn, Johannes 1862 boterhandelaar Zegwaart 1892-1893
Waardenburg, Cornelis 1894 boterhandelaar, 1923 uit en 1927 naar Zegwaart, later Stationsstraat 156 Zoetermeer Voorweg 182 1914-1958
Waardenburg, Jacob 1859 boterhandelaar (soms knecht), 1890 uit Pijnacker, ovl 1936 Zegwaart 1894-1936
Waardenburg, Kees Zegwaart Stationsstraat 156 1920-1945
Wende, Klaas v.d. Zegwaart Molenstraat 106 1945-1975
Westerman, Christianus Petrus (Chris) 1911 boterhandelaar Zoetermeer 1938-1975
Westhoek, Jan 1903 later Bleiswijkseweg; daarna naar Den Haag Zegwaart Den Hoorn 1930-1975
Westhoek, Johannes Dirk 1898 boterhandelaar, later elektricien, 1917 uit Moerkapelle, 1924 naar Delft Zoetermeer 1917-1924
Wijnands, Cock Zegwaart Van Galenstraat 17 1945-1975
Wulp, Adrianus Simon van der 1883 boterhandelaar, 1911 uit Zegwaart, 1913 naar Veur Zoetermeer 1911-1913
Wulp, Arie Jacob van der 1875 boterhandelaar Zegwaart Dorpsstraat 175 1901-1936
Wulp, Arie van der Lagereinde Zegwaart Dorpsstraat 165 1920-1945
Zuid-Holandse Zuivelhandel [Noordam] Bleiswijkseweg 11a 1951-1958
De Batava Margarinefabriek (in de volksmond “de Boterfabriek”) Nijmegen
Margarinefabrieken Van Den Bergh en Jurgens Rotterdam
Benninga's Friesche Margarinefabrieken N.V. Leeuwarden
Nomafa Noordhollandsche Margarinefabriek Zaandam
De nv Noordhollandse Margarinefabriek Nomafa werd in 1930 opgericht door Gerbrand Vis Gz. (1881-1963), die eerder tevens directeur was van de in 1903 door zijn vader gestichte nv Zuivelmaatschappij De Kroon v.h. Gerbrand Vis Hz. Vanuit het pakhuis Kampen aan de noordzijde van de Zaandijker sluis, ontwikkelde zich een omvangrijk bedrijf, dat zich ook bezighield met de termijnhandel in oliën en vetten.
In 1966 kwamen de werkmaatschappijen Nomafa en Fricola nv voort uit de Noordhollandsche Margarinefabriek. Nomafa en Fricola hielden zich bezig met de raffinage van plantaardige oliën en vetten en met de fabricage van margarine, voor de verwerkende grote en kleine industrieën. In 1968 werd de werkmaatschappij Nomafa Grondstoffen nv opgericht, die zich bezighield met de handel in plantaardige en dierlijke vetten.
Koninklijke Wessanen in Amstelveen verwierf in oktober 1976 alle aandelen van Nomafa BV, Nomafa Grondstoffen BV en Fricola BV alsmede het 50 percent belang in de verkoopmaatschappij Friwesco. Alle bedrijven gevestigd in Zaandijk. De geldomzet beliep ruim 150 miljoen gulden per jaar; het aantal personeelsleden bedroeg 140. Er vielen geen ontslagen.
Nomafa's specialisatie betrof de veredeling van oliën en vetten voor de horecasector, alsmede de chocolade-, zoetwaren-, diervoeder- en oleochemische industrie. De markten beschikten volgens Wessanen over een goed groeipotentieel. De ondernemingen werden onder eigen naam en onder dezelfde leiding voortgezet binnen de organisatie van de cacao/oliesector van Wessanen. Risicospreiding en diversificatie binnen de voedings- en genotmiddelenindustrie stond centraal, waardoor de groeimogelijkheden van de cacao/oliesector in belangrijke mate werden bevorderd.
Toen Gerbrand Vis III zich uit zaken terugtrok deed hij het bedrijf over aan Wessanen, waarna de naam van het bedrijf Friwessa werd. In 1990 verkocht Wessanen Friwessa aan het Zweedse Karlshamn.
Magarinefabriek Weesp
NV margarinefabriek 'Groningen'
Magarine fabriek Hillen Roermond
Margarinefabriek “Rijlant”. Oud Beijerland
Magarinefabriek Epe
Magarinefabriek Smilde
Magarinefabriek Soesterberg
N.V. Noord-Hollandsche Margarinefabriek, N.V. Zuivelmaatschappij 'De Kroon', N.V. Zuivel-maatschappij v/h W. Lebret, N.V. Fricola Zaandijk
Karlshamns
De historie van Karlshamns begon in 1909, toen men in Vänersborg in Zweden een margarinefabriek startte. Tien jaar later werd er een oliefabriek gevestigd in Karlshamn, een klein havenstadje aan de Baltische Zee in het zuidoosten van Zweden.
In 1932 werd dit bedrijf, dat inmiddels Karlshamns AB Oljefabriker heette, overgenomen door KF, een Zweedse consumentencoöperatie. Vervolgens werden grote investeringen gedaan, onder andere in de bouw van enorme silo's voor de opslag van raapzaad.
Het verbouwen van raapzaad was op dat moment een belangrijke landbouwactiviteit in het zuiden van Zweden. Reden om ook een olie-extractiefabriek te bouwen voor het extraheren van raapzaadolie. Deze extractiefabriek was eerst het eigendom van enkele tientallen verschillende Zweedse margarinefabrieken, later werd deze fabriek het volledige eigendom van Karlshamns AB.
In 1972 verkreeg Karlshamns de licentie voor het fractioneren van olie met behulp van oplosmiddelentechnologie. Hiermee betrad men een nieuwe markt, waar nog maar enkele concurrenten op actief zwaren. In 1986 begon Karlshamns aan haar expansiestrategie, gericht op internationalisatie. Karlshamns begon wereldwijd oliefabrieken over te nemen;
- in 1986 Chambers & Fargus PLC in Engeland,
- in 1988 Capital City Inc. in de USA en tenslotte
- in 1990 Friwessa BV in Zaandijk.
In 1991 werd de naam Friwessa BV veranderd in Karlshamns BV.
Inmiddels ontwikkelde de industrie zich verder en om aan eisen van de afnemers te kunnen blijven voldoen waren er grote veranderingen nodig op het gebied van kwaliteit en hygiëne. Ook milieuwetgeving en zorg voor de woonwijk waarin het bedrijf in Zaandijk was gevestigd, maakten aanpassingen van het fabriekscomplex noodzakelijk. Wessanen had, toen men eenmaal had besloten dat Friwessa niet meer tot de kernactiviteiten behoorde, de investeringen in de fabriek op een laag pitje gezet. Dus startte men in 1997 met de renovatie en vernieuwing van de fabriek.
Nieuwe inzichten op het gebied van voeding en gezondheid en de beschikbaarheid van nieuwe oliesoorten met bijzondere eigenschappen, boden nieuwe kansen voor Karlshamns als speciaalvetten-leverancier.
Besloten werd het bedrijf volledig te concentreren op hoogwaardige speciaalvetten en de basisbewerkingen van ruwe oliesoorten zoveel mogelijk te beperken. Dat betekende dat de margarine-activiteiten werden beëindigd terwijl nieuwe, hoogwaardige, producten aan het assortiment werden toegevoegd.
In 1999 kwam er een definitief einde aan het voortbestaan van de oliefabriek 'de Tijd' in Wormerveer. Deze lang van tevoren voorziene stap werd genomen nadat fractioneringactiviteiten in Maleisië en Indonesië zover waren ontwikkeld, dat het zelf fractioneren van palmpitvet door Karlshamns overbodig wordt. Het interieur van de Tijd had inmiddels historische waarde gekregen en een pers, een zeef en enkele machine-onderdelen werden overgedragen aan het Zaans Museum.
In 2000 werd de nieuwe raffinaderij in Zaandijk officieel in gebruik genomen en tevens wordt het omvangrijke renovatieprogramma voor de overige productiefaciliteiten afgerond.
Bij de aanvang van de olie-activiteiten van de Zaanse tak van het bedrijf, in 1839, bestond de onderneming uit een handelmaatschappij, die daarnaast de productie ter hand nam. Nog tot ver in de 20ste eeuw is die handel een belangrijke plaats in blijven nemen.
Anno 2000 is de grondstoffenhandel volledig uit beeld verdwenen en concentreert het bedrijf zich op het op de markt brengen van hoogwaardige producten, die vaak volledig op een bepaalde klant zijn toegespitst.
Daarnaast is er langzamerhand een belangrijke functie bijgekomen, die met de productie hand in hand gaat: de kennisoverdracht aan klanten op het gebied van oliën en vetten.
Magarine Unilever
Unilever maakte in 2020 bekend dat het hoofdkantoor van de multinational verplaatst wordt naar Londen. Daarmee wordt het bedrijf overwegend Brits, terwijl de bakermat van het bedrijf grotendeels in Nederland ligt.
Margarine Unie
Een van de bedrijven die uiteindelijk het concern Unilever werden is de Nederlandse margarineproducent Margarine Unie. Dit bedrijf ontstond in 1927 opgericht door een fusie van vier Nederlandse boter- en margarinebedrijven. De twee grootsten waren de bedrijven Jurgens en Van den Bergh uit Oss. Anton Jurgens had in 1871 ’s werelds eerste margarinefabriek geopend. Jurgens en Van den Bergh concurreerden lange tijd met elkaar, maar besloten in 1927 te fuseren tot de Margarine Unie.
Lever Brothers
Het andere bedrijf dat uiteindelijk zou opgaan in Unilever was de Britse zeepfabrikant Lever Brothers. Zij waren een van de eersten die in 1884 een plantaardige zeep op de markt brachten, Sunlightsoap genaamd.
Unilever in de Grote Depressie
Beide bedrijven waren voor de productie van hun producten afhankelijk van palmolie. Deze olie werd eerst uit Brits-West-Afrika gehaald. In 1911 kreeg het bedrijf Lever een aanbod om olie te verwerven uit een stuk palmwoud van 750.000 hectare in Belgisch Congo. Aanvankelijk winstgevend werd de plantage Huileries du Congo Belge genoemd. Toen in 1930 de grote depressie uitbrak daalde de waarde van de palmolie enorm, terwijl de belasting door de regering van Belgisch Congo juist werd verhoogd. Dit leverde zo veel onrust op, dat de Pende-stam in opstand kwam.
Fusie Unilever
Omdat beide bedrijven voor het grootste deel afhankelijk waren van de grondstof palmolie voor hun producten, besloten de bedrijven in 1929 rond de tafel te gaan zitten om te praten over een mogelijke fusie. Nadat de fusie in 1930 rond was kon het nieuwe bedrijf Unilever zich door de Duitse bezetting van Europa niet concentreren op de Europese markt. Hierdoor concentreerden ze zich vooral op de Britse en Amerikaanse markt, waar zij een goede omzet maakten.
Planta-affaire
In de jaren '60 kreeg Unilever te maken met de Planta-affaire, het eerste grote voedselschandaal in Nederland. Mensen werden ziek nadat ze margarine van het merk Planta, een merk van Unilever, hadden gegeten. Doordat ook andere margarinemerken in dezelfde fabrieken werden geproduceerd, kreeg margarine een tijdlang een slechte reputatie. Unilever greep in en stopte de productie per direct en haalde snel alle margarine van het merk uit de winkels. Een niet goed geteste emulgator in de margarine bleek de boosdoener. De affaire bleek een miljoenenstrop voor Unilever.
Miljarden bod Kraft Heinz Company
Toen in januari 2017 het Amerikaanse concern Kraft Heinz 130 miljard euro bood om het Unilever over te nemen, sloeg het Nederlands Britse bedrijf dat aanbod af. Hierop trok Heinz het aanbod vervolgens weer in. Als reactie hierop geeft Unilever nu aan haar margarinetak te willen verkopen om te laten zien zelf in staat te zijn minder winstgevende divisies los te laten.