NSB Overijssel

De Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) was tijdens de Tweede Wereldoorlog een collaboratiepartij met aanhangers en functionarissen in Overijssel. Tijdens de Duitse bezetting werden bijna alle commissarissen van de Koningin ontslagen door de Duitsers en werden NSB'ers geïnstalleerd met als titel Commissaris der provincie. In Overijssel werd Alexander Eppo baron van Voorst tot Voorst (RKSP) met ingang van 9 augustus 1941 door de NSB'er Egon von Bönninghausen vervangen. Deze vertrok in september 1942 als vrijwilliger van de Waffen-SS naar het Oostfront en werd tijdelijk vervangen door Jos. E. Vogt en vanaf augustus 1943 door Wilhelmus de Rijke.
 
 
In 1943 werd Egbert Koopman, een NSB'er uit Zwolle, in Heino om het leven gebracht, wat ingrijpende gevolgen had in de regio. Op de bewuste 18e mei 1943 fietste de gehandicapte Koopman van Raalte naar zijn woonplaats Zwolle en onderweg besloot hij wat te gaan drinken bij café van Olst aan het begin van de Zwolseweg. In tegenstelling tot wat altijd is beweerd, deed hij dit niet met zijn NSB speldje op. Dat deed hij voor hij binnenkwam af. Niemand van de gasten binnen had dan ook in de gaten dat hij van de NSB was. Haye en Muller waren 2 jonge jongens en waren bezig met afscheid nemen, want ze moesten verplicht voor de Arbeitseinatz gaan werken in Duitsland. Dit afscheid ging gepaard met flink wat bier en ze gingen aan de bar hoorbaar te keer over het feit, dat ze gedwongen werden iets te doen waar ze duidelijk geen zin in hadden. Koopman kreeg dit mee en schamperde wat en sprak over het feit, dat ze daar misschien wel echte kerels zouden worden. Dat werd ruzie en Koopman koos eieren voor zijn geld en stapte op de fiets richting Zwolle. De eigenaar van café Van Olst vroeg aan de jongens, of die wel wisten met wie ze ruzie hadden gemaakt. Hij maakte ze duidelijk dat het ging om een NSB-er en Muller en Haye raakten in paniek. Ze waren hun leven al niet zeker als toekomstige dwangarbeiders in Duitsland en in deze onzekere tijden vreesden ze direct voor het ergste wanneer Koopman uit de school zou klappen. Ze besloten impulsief achter Koopman aan te gaan. Sloegen hem dood en lieten hem (waarschijnlijk toch nog levend) achter in een zelf gegraven gat met fiets en al en gooiden dit dicht. Een boerenknecht (bijgenaamd de Kraaie) had ze daar bezig gezien en tipte een NSB boer en uiteindelijk werden Muller en Haye berecht en op de Waalsdorper Vlakte gefusilleerd door de Duitsers.

 

NSB Kantoor  was in Hengelo gevestigd aan de Pastoriestraat 33a. In dit gebouw was tijdens de Duitse bezetting het kantoor van het NSB District Overijssel gevestigd. Ook was hier het Gewestkwartier van het Gewest Twente-Salland en de Graafschap te vinden. Het gewest was onderdeel van de Nationale Jeugdstorm en had de volgende streken onder zich: Almelo, Enschede, Hameland (Borculo), Oldenzaal, Hengelo, Kampen, Ommen, Oude IJssel, N.O. Hoek Overijssel, Steenwijk, Winterswijk, Zutphen, Zwolle, Deventer.

De gewestleider was Hoofdstamheer F. Groneman. Het was ook het correspondentieadres van de NSB Gemachtigde van Overijssel.