Namenlijst Verenigde Amsterdamse Compagnie

Inhoud

- Verenigde Amsterdamse Compagnie

- Munten Verenigde Amsterdamse Compagnie

- Scheepsreizen Verenigde Amsterdamse Compagnie

Verenigde Amsterdamse Compagnie

 

De Vereenigde Amsterdamsche Compagnie of Verenigde Amsterdamse Compagnie was een voorcompagnie van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en is voortgekomen uit de Oude Compagnie en de (Nieuwe) Brabantse Compagnie

 

Munten Verenigde Amsterdamse Compagnie

 

1601, reaal of schelling van 48 duiten

De Verenigde Amsterdamse Compagnie werd in 1600 opgericht met een door de stad Amsterdam verleend monopolie voor de handel op Azië. Het is een zogenaamde voor-compagnie en kan beschouwd worden als een van de voorlopers van de VOC. In 1602 is de Verenigde Amsterdamse Compagnie in de VOC opgaan. Al in 1600 vroeg de compagnie toestemming aan de Staten van Holland om munten te mogen slaan in het provinciale munthuis van Dordrecht. Deze munten waren puur voor de uitvoer naar Azië bedoeld, omdat er een gebrek was aan de Spaanse handelsmunt bij uitstek: de reaal. De Staten van Holland stemde toe, onder voorwaarde dat de munten niet in de Nederlanden in omloop werd gebracht. In 1601 bevestigde de vroedschap van Amsterdam de toestemming en konden in Dordrecht de reaal van acht en de onderdelen van 4, 2, 1, ½ en ¼ reaal geslagen worden. De reaal van acht toont zowel het trotse wapen van Amsterdam als dat van de vergunningverlener, de Staten van Holland.

 

Scheepsreizen Verenigde Amsterdamse Compagnie

 

De Atjehse vloot van de Verenigde Amsterdamse Compagnie vertrok op 23 april 1601, samen met vloot van de Vijfde Scheepvaart (Oude Compagnie). Ze gingen op 8 mei 1601 uit elkaar in een Atjehse vloot en een Molukse vloot.

De Atjehse vloot bestond uit de schepen:

  • Amsterdam,
  • Hoorn,
  • Enkhuizen,
  • Alkmaar,
  • Swarte Leeuw,
  • Witte Leeuw,
  • Groene Leeuw,
  • Rode Leeuw,

en stond onder leiding van Jacob van Heemskerck. Op 11 mei 1602 vertrok de Atjehse vloot vanuit Bantam naar Sint-Helena. Op 25 november 1602 troffen de reeds aangemeerde Enkhuizen, de Hoorn, de Amsterdam, de Groene Leeuw en de Zwarte Leeuw te Sint-Helena, twee schepen van de Molukse vloot; de Gelderland en de Zeeland. Op 23 december vertrokken de 7 schepen richting Brazilië. De vloot meerde aan op het eiland Fernando de Noronha op 9 januari 1603, waar de beoogde handel tegenviel. In april 1603 bereikten de zeven schepen Patria (Texel).