Prinses Irene Brigade
Inhoud
- Prinses Irene Brigade
- Gesneuveld
- Fuseliers van de Prinses Irene Brigade
-
Prinses Irene Brigade
Ongeveer 1200 militairen waren bij de Prinses Irene Brigade, die bestaan heeft van 11 januari 1941 tot 13 juli 1945. Op 6 augustus 1944 werd de Brigade vanuit Engeland overgebracht naar Arromanches, inclusief 102 mariniers die in de Verenigde Staten waren opgeleid.
De Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene (PIB) was een Nederlands legeronderdeel dat voortkwam uit Nederlandse troepen die in mei 1940 naar Engeland konden ontkomen en verder bestond uit Engelandvaarders en Nederlanders uit het buitenland die bij de Brigade hun dienstplicht vervulden of zich vrijwillig bij de Brigade meldden.
In mei 1940 vielen troepen van nazi-Duitsland Nederland binnen. De strijd was kort maar heftig. Een deel van de Nederlandse militairen lukte het om uit handen van de vijand te blijven. Via Duinkerken en Brest maakten de militairen de overtocht naar Engeland waar ze in juni 1940 aankwamen. De groep bestond uit 1460 militairen afkomstig van diverse onderdelen. De grootste groep bestond uit een brigade Koninklijke Marechaussee, aangevuld met Politietroepen. Ze werden aangeduid als het Detachement Koninklijke Nederlandse Troepen in Groot-Brittannië, en werden ondergebracht in Porthcawl, Wales.
Behalve deze militairen kwamen ook andere Nederlanders naar Engeland om hun land te helpen bevrijden. Velen waren Engelandvaarder, zij waren uit bezet gebied vertrokken en kwamen soms dagen maar ook soms vele maanden later in Engeland aan. Sommigen werden ingedeeld bij de RAF en vertrokken om een vliegopleiding te volgen. Anderen werden ingedeeld bij de Nr 2 Dutch Troop en kregen een commando-opleiding in Schotland. Weer anderen werden kanonnier op de koopvaardij of geheim agent.
Op 11 januari 1941 werd in Congleton, Engeland, de Koninklijke Nederlandse Brigade officieel opgericht. Aan deze brigade werd door koningin Wilhelmina op 27 augustus 1941 het vaandel uitgereikt en vanaf dat moment werd de naam Prinses Irene Brigade gebruikt.
In mei en juni 1941 kreeg de brigade een eigen kamp in Wolverhampton op het landgoed van Lord Wrottesley. Het was een complex van moderne gebouwen waar de Irene Brigade tot het einde van de oorlog gebruik van maakte. Het kamp is tot enkele jaren na de oorlog in gebruik gebleven, voornamelijk voor de opleiding van Nederlandse troepen met bestemming Nederlands-Indië. Daarna werd het gesloopt en werd de grond teruggegeven aan Lord Wrottesley. De sterkte van de Brigade schommelde tussen de 1200 en 3500 man.
In september 1941 werd generaal-majoor David van Voorst Evekink commandant van de Irene Brigade. Hij wilde de Brigade naar Indië sturen, waarin koningin Wilhelmina en prins Bernhard hem steunden. Hij ging erheen met een compagnie vrijwilligers, en het commando van de Brigade werd overgenomen door kolonel A.C. de Ruyter van Steveninck. Toen Van Voorst terugkwam werd hij Hoofd van een nieuw Bureau van Oorlog; het bureau Organisatie Generale Staf.
Zo'n 500 Surinamers meldden zich vrijwillig voor de Brigade, maar werden door de Nederlandse regering geweigerd, omdat vrijwilligers en dienstplichtigen uit Zuid-Afrika aanstoot aan hen zouden kunnen nemen vanwege hun raciale achtergrond. Andersom gingen wel 156 Nederlandse soldaten in 1941 met de Hr. Ms. Van Kinsbergen via Bermuda, Sint-Maarten, Saba en Sint Eustatius naar Suriname om daar de schutterijen te trainen. In 1942 werd in Suriname de dienstplicht ingesteld en moesten 5000 mannen getraind worden. Ook werd de Irene Brigade ingezet als bewaking op de transportschepen die bauxiet vervoerden van de mijnen in Moengo. Meer dan 60% van de benodigde bauxiet voor de Amerikaanse aluminiumfabrieken kwam uit Suriname. In 1943 werden de militairen naar Engeland teruggeroepen om aanwezig te zijn tijdens D-Day. Ook vijftien Surinamers deden aan de bevrijding mee.
Het voornaamste doel van de Irene Brigade was om deel te nemen aan de bevrijding van Nederland. Ze wilden graag meedoen aan de invasie in Normandië, maar daarvoor had de brigade in juni 1944 te weinig mankracht. Ze werden bijgestaan door 100 man van het Korps Mariniers, dat onder bevel stond van kapitein der mariniers H.P. Arends en hiervoor uit de Verenigde Staten over kwam.
Begin augustus vertrok de Irene Brigade naar Normandië. De Brigade landde met 1200 Irenemannen te Arromanches in Frankrijk. Op 12 augustus nam de Brigade deel aan de gevechten bij Pont-Audemer en Saint-Côme. Bij Breville sneuvelde de eerste Ireneman. Waar zij kwamen, bonden zij de strijd aan met de Duitse troepen die de geallieerden probeerden tegen te houden. Samen met andere eenheden werd de opmars naar Nederland ingezet. Ze namen Pont-Audemer in en maakten een zegetocht door Brussel. Ze werden nog aangevallen door achtergebleven Duitse tanks, maar trokken verder. Op 6 september kwamen ze bij Beringen, waar ze een Duitse aanval op een nieuw bruggenhoofd konden voorkomen.
Gesneuveld
Bijna vijftig Irenemannen zijn gesneuveld of overleden ten gevolge van de oorlog:
Bij Bréville op 14/18 augustus 1944:
Piet W H L Lammers (1916)
Nicolaas den Breejen (1916)
Gerardus Martens (1916)
Bij Sint-Joris-Winge op 6 en 8 september 1944:
Anthoon Bonte (1914)
Anton C. Bijlsma (1919)
Korporaal Henk de Groot (1914)
Bij Boven-Leeuwen op 7 oktober 1944:
Marius Kroon (1918)
Raymond Arnoti (1914)
Bij Broekhoven op 25-31 oktober 1944:
W.G. Veerman (1914)
Gerardus Dijkstra (1917) marinier
Sgt Johannes Cornelis Buijtelaar (1915) marinier
E.L. Alvares (1910)
M. Rodriguez (1910)
Bij Oostkapelle op 9 maart 1945:
Theo Burger (1923)
David Stenfert Kroeze (1920)
Rudolf 'Bob' Vermeulen (1915)
Bij Vrouwenpolder op 17 maart 1945:
Robertus Cornelius Paauwe (1917)
Jans Wieringa (1903)
Bij Hedel op 22/ 26 april 1945:
Reinier Evert van de Beek (1916)
Sgt Heimen Germans (1909)
Jan Grotendorst (1922)
Pieter Kamp (1921)
Sgt Steven Kraaij (1919)
Petrus Jacobus Ligtvoet (1921)
Paul F. Morel (1918)
Cees J. Picokrie (1924) uit Tilburg, GIII
Jacobus Reinder Schortinghuis (1923)
Romke (Rommy) Smit (1924), GIII
Pieter Sprenkeling (1924)
Johannes Hendricus van Veenendaal (1915)
Elders in 1944
Gerardus Matthijs Steijger (1924 - Hechtel, 11 september 1944)
Sgt Hein Croonen (1910 - Nijmegen, 30 september 1944)
Wilhelm 'Wil' Christian v.der Burgt (1923 - Grave, 16 oktober 1944)
Willem Meijwaard (1918 - Oirschot, 18 oktober 1944)
Gerardus Marinus Stönner (1924 - Oirschot, 22 oktober 1944)
Arend Berkleij (1907 - Rijen, 29 oktober 1944)
C. den Heijer (1924 - 31 oktober 1944)
W.A.J. van den Bosch (1919 - 's-Hertogenbosch, 11 november 1944)
Jelte Antonides (1918 - Schore, 16 november 1944)
Jacob Visbeen (1915 - Walcheren, 23 november 1944)
Lt Ian Jacob Havelaar (1910 - Colijnsplaat, 25 november 1944
Elders in 1945
Arie Leendert Breure (1905 - Nieuwland, 15 januari 1945)
Sgt Hendrik Jan Oosterhuis (1908 - Hulst, 27 januari 1945)
Korp. Bernard 'Bert' Adriaan Doeser (1915 - Krabbendijke, 10 februari 1945)
Abraham Dubois (1916 - Apeldoorn, 8 maart 1945)
Fuseliers van de Prinses Irene Brigade
Alfabetisch
A
- Josephus Adriaansen
- Raymond Arnoti (gem. Wamel, 7-10-1944)
- Victor Asselberghs
- Pierre Louis d'Aulnis de Bourouill
B
- Jaap Beekman
- Jan Beelaerts van Blokland
- Theo van Besouw Gen. Maj. der Fuseliers (03-05-2007)
- Arie Dirk Bestebreurtje
- Louis van de Bossche
- Mauk de Brauw
- Albert Andries Bouwes
D
- Theo Daalhuysen
- Cees Droogleever Fortuyn
G
- Lambert Gilsing
- Jack van Gorkom
- Bram Grisnigt
- Jacobus Groenewoud
- Pico Groeninx van Zoelen
- Joseph Godderij
H
- Dirk Hagemeijer
- Rudi Hemmes
- Ton Herbrink (Waalre, 28-5-2016)
- W. Homeijer (Duiven, 9-3-2001)
J
- Ernst de Jonge
- Marien de Jonge
K
- Guup Kraijenhoff, † 2011
- Johannes Kroese Meijer
- Marius Kroon (gem. Wamel, 7-10-1944)
L
- Mike van Lienden
- Ton Loontjens
M
- Lt Masthoff, 2de peloton
O
- John Osten
P
- Majoor A.A. Paessens (Den Haag, 30-1-1994)
- Charles Pahud de Mortanges
- Karel Hendrik Pappenheim
- Huib du Pon
R
- Willem de Roos (1906-1986)
V
- Henry Lucien de Vries